Verlaging WW-premie vanaf 1 augustus 2021

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Werkgevers betalen voor hun werknemers premies werknemersverzekeringen (de werknemersverzekeringen verzekeren werknemers tegen inkomensverlies als ze werkloos of ziek worden), waaronder ook de premie WW. Je hebt een hoge premie WW en lage premie WW.

De lage premie WW mag toegepast worden als de werknemer een schriftelijke arbeidsovereenkomst heeft, een contract heeft voor onbepaalde tijd en geen oproepkracht is (de contracturen per periode moeten eenduidig zijn vastgelegd in de arbeidsovereenkomst).  De lage premie was vanaf 1 januari 2021 2,7% en deze premie is vanaf 1 augustus 2021 verlaagd naar 0,34%.

De hoge premie moet worden toegepast bij contracten voor bepaalde tijd en oproepkrachten. De hoge premie was vanaf 1 januari 2021 7,7% en is vanaf 1 augustus 2021 verlaagd naar 5,34%.

De premies zijn met 2,36% gedaald. Bij een maandelijkse loonsom van € 10.000 zijn de loonkosten vanaf augustus € 236 lager.

Tip: als een tijdelijk contract van een werknemer nog enkele maanden (bijvoorbeeld tot 31 december 2021) duurt maar je weet nu al dat je het contract voor onbepaalde tijd gaat verlengen dan kun je nu ook al een nieuw contract geven. Vanaf september mag dan de lage premie WW toegepast worden. Als werknemer maandelijks een brutoloon heeft van € 3.000 bespaar je € 600 door nu al een nieuw contract te geven en niet te wachten met het geven van een nieuw contract tot december.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-5340001.

Barbecue en gevolgen voor de loonheffing

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Veel bedrijven organiseren net voor de zomervakantie een barbecue voor het personeel. Maar wat zijn de consequenties voor de loonheffing en zijn er mogelijkheden om dit fiscaal zo gunstig mogelijk te organiseren?

Er is een onderscheid tussen barbecue georganiseerd op de werkplek en barbecue op een externe locatie.

  • Externe locatie: Bij een barbecue op een externe locatie behoren de kosten voor de barbecue bij het loon. Stel de kosten per persoon zijn € 55, dan moet er € 55 bij het loon opgeteld worden. Mogen de partners van de werknemer ook deelnemen aan de barbecue dan moet er bij de werknemer twee keer € 55 bij het loon opgeteld worden. De werkgever kan er ook voor kiezen om de kosten van de barbecue aan te wijzen als eindheffingsloon en onder de vrije ruimte onder te brengen. Bij overschrijding betaald de werkgever 80% eindheffing.
  • Op werkplek: Bij een barbecue op de werkplek geldt er een nihilwaardering voor de consumpties. Dus het eten en de drank zijn niet belast. Wel moet er een normbedrag per werknemer aangegeven worden voor een verstrekte maaltijd, en dat bedrag is € 3,35 per maaltijd. Stel dat de kosten ook € 55 per persoon bedragen dan valt de € 55 onder de nihilwaardering en hoeft er slechts € 3,35 per werknemer bij het loon worden opgeteld. Als partner van de werknemer ook deelneemt dan moet er bij de werknemer twee keer € 3,35 bij het loon van de werknemer worden opgeteld. De werkgever kan er ook voor kiezen het normbedrag als eindheffingsloon aan te wijzen en onder de vrije ruimte onder te brengen. Bij overschrijding betaald de werkgever 80% eindheffing.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-5340001.

Rechtbank staat afwijking van BUA toe

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Ondernemers kunnen de omzetbelasting die in rekening wordt gebracht door andere ondernemers voor de levering van goederen en het verrichten van diensten in aftrek brengen. De aftrek is beperkt tot het gebruik van de afgenomen goederen en diensten voor met omzetbelasting belaste prestaties van de afnemer. Het Besluit Uitsluiting Aftrek Omzetbelasting (BUA) sluit de aftrek van voorbelasting uit in een aantal situaties. Zo is de aftrek uitgesloten van omzetbelasting die betrekking heeft op het aan het personeel van de ondernemer verlenen van huisvesting.

Onder bijzondere omstandigheden kan het zijn dat het BUA toch niet van toepassing is en de omzetbelasting wel voor aftrek in aanmerking komt. De Hoge Raad heeft in een arrest uit 2020 het toetsingskader daarvoor geschetst. Dat komt erop neer dat de uitsluiting van aftrek van omzetbelasting niet van toepassing is als de bijzondere omstandigheden de ondernemer dwingen om de betreffende goederen of diensten af te nemen. De uitgaven voor de goederen of diensten dienen primair te worden gedaan in het belang van de onderneming en niet ten behoeve van het persoonlijke voordeel van de werknemer.

Volgens de rechtbank deden zich in het geval van een uitzendbureau, dat zich gedwongen zag om buitenlandse arbeidskrachten aan te trekken, de vereiste bijzondere omstandigheden voor. Vanwege de grote afstand tussen de woonplaatsen van de buitenlandse arbeidskrachten en de plaatsen van tewerkstelling zouden de buitenlandse arbeidskrachten niet voor het uitzendbureau willen werken als het bureau niet voor onderdak zou zorgen. Het uitzendbureau nam de kosten van huisvesting voor zijn rekening. De rechtbank vond aannemelijk dat het huren van onderkomens voor de buitenlandse arbeidskrachten primair werd opgeroepen door de bijzondere behoeften van het uitzendbureau. De buitenlandse arbeidskrachten hadden geen invloed op de plaats of het gebouw waar zij werden gehuisvest en evenmin op de samenstelling van het gezelschap waarmee zij de verblijfsruimten moesten delen.

In deze situatie is het BUA niet van toepassing op de huur van onderkomens. De rechtbank heeft de opgelegde naheffingsaanslag omzetbelasting en de beschikking belastingrente vernietigd.

Onbeperkte navorderingstermijn erfbelasting niet in strijd met EU-vrijheden

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

In de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen is bepaald dat de termijn waarbinnen de Belastingdienst een navorderingsaanslag kan opleggen verstrijkt vijf jaar na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan. Voor inkomens- en vermogensbestanddelen die in het buitenland opkomen of worden aangehouden geldt een verlengde navorderingstermijn van twaalf jaar. In de Successiewet is een afwijkende bepaling opgenomen. Met ingang van 1 januari 2012 is de termijn voor het opleggen van een navorderingsaanslag voor de erfbelasting onbeperkt als de aangifte met betrekking tot een deel van de nalatenschap dat in het buitenland wordt gehouden of is opgekomen niet, onjuist of onvolledig is gedaan.

Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie EU volgt dat een dergelijke uitbreiding van de navorderingsbevoegdheid een beperking van het vrij verrichten van diensten en het vrije verkeer van kapitaal vormt. De bestrijding van belastingfraude en het waarborgen van de doeltreffendheid van fiscale controles vormt een dwingende reden van algemeen belang, die een beperking van het vrij verrichten van diensten en het vrije verkeer van kapitaal kan rechtvaardigen. Voorwaarde is dat het evenredigheidsbeginsel wordt geëerbiedigd. Dat wil zeggen dat de inbreukmakende maatregel geschikt is om het nagestreefde doel te verwezenlijken en niet verder gaat dan noodzakelijk is om dat doel te bereiken.

Volgens de Hoge Raad is de verlenging van de navorderingstermijn in buitenlandsituaties een geschikt middel om belastingfraude te bestrijden en de doeltreffendheid van fiscale controles te waarborgen. De onbeperkte navorderingstermijn voor de erfbelasting is geen verboden belemmering van het vrije verkeer zolang de Belastingdienst daarvan gebruik maakt op een wijze die niet verder gaat dan noodzakelijk is.

Volgens de Hoge Raad is de Belastingdienst binnen de marges gebleven door in 2016 een navorderingsaanslag op te leggen aan de enige erfgenaam van iemand die in 2001 is overleden. De erfgenaam en de erflater bezaten samen buitenlandse vermogensbestanddelen, die niet in de aangifte erfbelasting waren vermeld. In 2014 heeft de erfgenaam bij de Belastingdienst melding gemaakt van in het buitenland aangehouden vermogen. In de vaststellingsovereenkomst tussen de erfgenaam en de Belastingdienst was opgenomen dat partijen van mening waren dat de inspecteur met het opleggen van de navorderingsaanslag voortvarend heeft gehandeld.

Subsidie verduurzaming mkb

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Voor ondernemers in het mkb, die niet onder de energiebesparingsplicht vallen, komt er een subsidieregeling voor professionele energieadviezen. De subsidie is beschikbaar voor bedrijven met een verbruik van minder dan 50.000 kWh elektriciteit en 25.000 m3 aardgas per jaar. Voor deze groep bedrijven geldt niet de wettelijke verplichting om energiebesparingsmaatregelen te nemen. De subsidie voor een energieadvies bedraagt 80% van de kosten, met een maximum van € 2.500 per bedrijfspand. De strekking van het energieadvies is om per bedrijf te bepalen wat de beste manier is om energie te besparen en de CO2-uitstoot te beperken van het bedrijfspand en van de bedrijfsvoering. Ook kan subsidie worden aangevraagd voor ondersteuning bij het uitvoeren van de maatregelen. 

De regeling is opengesteld van 1 oktober 2021 tot en met 30 september 2022. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland voert de regeling uit.

Arbeidsovereenkomst langdurige arbeidsongeschikte te vroeg ontbonden voor recht op compensatie

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De werkgever is sinds de invoering van de Wet werk en zekerheid per 1 juli 2015 in beginsel verplicht om bij de beëindiging van een dienstverband op zijn initiatief een transitievergoeding te betalen. Dat geldt ook voor dienstverbanden van langdurig arbeidsongeschikte werknemers voor wie op de werkgever geen loonbetalingsverplichting meer rust. Sinds 1 april 2020 is een compensatieregeling van kracht voor transitievergoedingen die de werkgever heeft betaald bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid.

Let op: de compensatieregeling is niet van toepassing als de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden voordat de wachttijd is verstreken. De wachttijd bedraagt ten minste twee jaar.

De rechtbank heeft het verzoek van een werkgever om compensatie voor de betaalde transitievergoeding bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een arbeidsongeschikte werkneemster afgewezen. Op het tijdstip waarop partijen de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden hebben beëindigd was de wachttijd nog niet verstreken. De rechtbank merkte op dat het feit dat vanwege de ernstige gezondheidssituatie van de ex-werkneemster is gekozen voor een eerdere beëindiging van de arbeidsovereenkomst geen reden is om van de duidelijke tekst van de wet af te wijken.

Rechtbank vindt regeling aftrek specifieke zorgkosten discriminerend

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Specifieke zorgkosten zijn uitgaven die wegens ziekte of invaliditeit zijn gedaan voor genees- en heelkundige hulp voor de belastingplichtige zelf, zijn partner en zijn kinderen als zij jonger zijn dan 27 jaar. Uitgaven voor specifieke zorgkosten zijn aftrekbaar voor zover ze een inkomensafhankelijke drempel overschrijden. Bepaalde zorgkosten zijn uitgesloten van aftrek. Tot de uitgesloten kosten behoren uitgaven voor een ivf-behandeling voor een vrouw die ten tijde van de behandeling 43 jaar of ouder is en uitgaven voor de eerste twee ivf-behandelingen indien meer dan één embryo per poging wordt teruggeplaatst en de vrouw ten tijde van de behandeling jonger is dan 38 jaar.

Volgens de rechtbank Gelderland zijn uitgaven voor een ivf-behandeling geen specifieke zorgkosten voor twee partners van het mannelijke geslacht. Dat zij samen geen kinderen kunnen krijgen hangt niet samen met onvruchtbaarheid maar met het niet-medische gegeven dat twee personen van het mannelijke geslacht geen kinderen kunnen krijgen zonder de hulp van een persoon met het vrouwelijke geslacht. De rechtbank is van oordeel dat geen sprake is van uitgaven voor een specialistische behandeling die bedoeld is om de nadelige gevolgen van een afwijking te verhelpen of de daaruit voortvloeiende bezwaren te verlichten.

De rechtbank is wel van oordeel dat de wettelijke regeling in strijd is met het algemene discriminatieverbod van het EVRM. Voor het antwoord op de vraag of sprake is van gelijke gevallen is niet vereist dat de situaties identiek zijn. Volgens de rechtbank is de situatie van een homostel vergelijkbaar met de situatie van stellen en vrouwen die door onvruchtbaarheid niet op een natuurlijke wijze een kind kunnen krijgen en die een ivf-behandeling ondergaan om hun kinderwens te realiseren. Deze groepen worden geconfronteerd met grotere uitgaven dan stellen en vrouwen die op een natuurlijke wijze zwanger kunnen raken. Daarmee is sprake van buitengewone uitgaven die hun draagkracht aantasten. De rechtbank ziet geen relevant verschil tussen een vrouw die vanwege onvruchtbaarheid van zichzelf of haar partner niet zwanger kan worden en twee mannen die nooit op een natuurlijke wijze samen een kind kunnen krijgen. Er is sprake van een ongelijke behandeling doordat homostellen de kosten van een ivf-behandeling niet in aftrek mogen brengen. De rechtbank kan echter geen rechtsherstel bieden, omdat daarvoor de wettelijke regeling moet worden uitgebreid. De rechtbank heeft de keuze voor de wijze waarop rechtsherstel kan worden geboden aan de wetgever overgelaten.

Ontbinding arbeidsovereenkomst met ex-vrouw van dga

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Het Burgerlijk Wetboek bevat een limitatieve opsomming van gronden waarop een verzoek tot beëindiging van een dienstbetrekking met een werknemer kan worden gebaseerd. Een van deze gronden is een verstoorde arbeidsverhouding.

De kantonrechter heeft op verzoek van de werkgever de arbeidsovereenkomst met de ex-echtgenote van de dga van de werkgever wegens een verstoring van de arbeidsverhouding ontbonden. De ex-echtgenote bestreed de beschikking van de kantonrechter in hoger beroep onder aanvoering van het argument dat echtscheiding geen grond mag zijn voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Zij meende dat zij daardoor minder rechtsbescherming had dan andere werknemers.

De kantonrechter oordeelde in zijn beschikking dat de verslechtering van de persoonlijke relatie doorwerkte in de arbeidsverhouding. Hof Den Bosch onderschreef dat oordeel. Het hof merkte daarbij op dat de arbeidsrelatie tussen de werkgever en de ex-echtgenote geen normale werkgever/werknemerrelatie was.
Het UWV heeft de ex-echtgenote een WW-uitkering geweigerd wegens het ontbreken van een gezagsverhouding. Aan de ex-echtgenote als werkneemster is nooit instructie gegeven over haar takenpakket; zij bepaalde zelf welke werkzaamheden zij verrichtte. Daaruit blijkt dat door de privérelatie met de dga aan de arbeidsrelatie van de ex-echtgenote een andere dan de gebruikelijke invulling is gegeven. Daarom kon de vraag of de arbeidsovereenkomst moest eindigen niet los worden gezien van de problemen in de privérelatie tussen de ex-echtgenote en de dga. Het hof is van oordeel dat de arbeidsovereenkomst terecht en op de juiste grond door de kantonrechter is ontbonden.

Verlenging maximumvergoeding consumptief krediet

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

In verband met de coronacrisis is de maximale kredietvergoeding voor consumptief krediet met ingang van 10 augustus 2020 tijdelijk verlaagd. De verlaging zou duren tot 1 september 2021. De minister van Financiën heeft de tijdelijke verlaging verlengd tot 1 juli 2022. De maximaal toegestane opslag op de wettelijke rente is in het besluit verlaagd van 12 naar 8 procentpunten. Bij de huidige stand van de wettelijke rente van 2% bedraagt de maximale kredietvergoeding tijdelijk 10% op jaarbasis. De tijdelijke verlaging geldt niet voor bedragen die zijn geleend voor 10 augustus 2020.

Laatste stand van zaken Corona

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Ondanks dat de coronabesmettingen momenteel -gelukkig- weer dalen na de recente stijging, is het goed om even de zaken aangaande overheidssteun op een rij te zetten.

Zodat u weet waar u aan toe bent, als u last heeft of houdt van de beperkende maatregelen in verband met het coronavirus.

1.         NOW 6.0

De werking van de NOW 6.0 (die loopt van 1 juli tot en met 30 september) blijft in grote lijnen hetzelfde. Voor deze tranche NOW wordt uitgegaan van het SV-loon in februari 2021. De loonsom wordt verhoogd met een opslag voor werkgeverslasten van 40%. En van die verhoogde loonsom wordt maximaal 85% vergoed.

Voorwaarde is dat u te maken heeft met een omzetverlies van minimaal 20% of meer over een aaneengesloten periode van drie maanden die start op 1 juli, 1 augustus of 1 september. Als u de vorige tranche ook heeft aangevraagd, dient de periode van omzetdaling aan te sluiten op de periode die u in het vorige tijdvak heeft gekozen.

Er is in deze tranche wel een beperking ten aanzien van het maximale omzetverlies verwerkt. Voor de zesde tranche kunt u een maximaal omzetverlies van 80% opgeven. Dit omdat de vooruitzichten nog goed waren toen de zesde tranche NOW (die loopt van 1 juli tot en met 30 september) werd aangekondigd.

Op dit moment is nog niet gecommuniceerd wanneer een aanvraag gedaan kan worden. Uiteraard houden wij dit in de gaten en zijn wij u graag behulpzaam bij een aanvraag, indien gewenst. Neemt u daarvoor contact op met uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of de heer Eric van Erve.

2.         TVL Q3 2021

Voor de TVL blijft een omzetdaling van 30% vereist. Men gaat daarvoor uit van de omzetdaling zoals die blijkt uit de btw-aangiften.

De btw-omzet van het derde kwartaal 2021 wordt vergeleken met de btw-omzet van het derde kwartaal 2019 OF het derde kwartaal 2020. Ook voor TVL Q3 2021 is het vergoedingspercentage 100%.

Indien er TVL van € 125.000 of hoger wordt aangevraagd, moet er bij de aanvraag een accountantsproduct worden aangeleverd. Deze zijn inmiddels door onze beroepsorganisatie goedgekeurd. Neemt u bij vragen over deze verklaring contact op met uw relatiebeheerder of de heer Rob Gerlings.

Het minimumsubsidiebedrag blijft € 1.500 en voor mkb-bedrijven is het maximale subsidiebedrag € 550.000.

Wanneer de TVL Q3 2021 aangevraagd kan worden, is nog niet bekend gemaakt.

Wel helpen wij u er graag aan herinneren dat u tot en met 20 augustus 2021 17:00 uur de TVL Q2 2021 kunt aanvragen. Vanzelfsprekend helpen wij u graag bij een aanvraag indien u dat wenst. Neemt u daarvoor contact op met uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of de heer Eric van Erve.

3.         Bijzonder uitstel van betaling

De basis blijft hetzelfde. Op eerste verzoek ligt de invordering voor drie maanden stil. Daarna kan het uitstel verlengd worden.

Na de verlenging moet vanaf 1 oktober 2022 de opgebouwde schuld worden voldaan. Daarvoor krijgt u 5 jaar de tijd. Om recht te doen aan uitzonderlijke gevallen kan deze termijn worden verlengd in overleg met de Belastingdienst.

U krijgt ook tot en met 30 september 2021 de tijd om dit uitstel aan te vragen of te verlengen. Als het uitstel al verlengd is, hoeft u niets te doen en loopt het uitstel automatisch tot 1 oktober 2021.

Het gematigd boetebeleid blijft ook van kracht: opgelegde verzuimboetes worden verminderd tot nihil zolang het uitstel loopt.

In een eerder stadium heeft het kabinet gecommuniceerd dat de steunmaatregelen stoppen na het derde kwartaal. Of de recente ontwikkelingen het kabinet toch op andere gedachten brengen, is nog onzeker en onduidelijk. Dat houden wij uiteraard wel in de gaten.

Voor nadere vragen kunt u terecht bij uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of de heer Eric van Erve. Wij doen er alles aan om u zo goed mogelijk van dienst te zijn en te blijven.