Berichten

Wet Werk en Zekerheid (update)

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

 

De Wet Werk en Zekerheid zal gefaseerd in worden ingevoerd. In tegenstelling tot eerdere berichtgeving zijn de eerste wijzigingen niet met ingang van 1 juli 2014 ingevoerd, maar wordt dat met ingang van 1 januari 2015.

De volgende wijzigingen worden met ingang van 1 januari 2015 geëffectueerd:

Proeftijdbeding:

Er mag geen proeftijdbeding meer worden opgenomen in arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd welke voor 6 maanden of korter worden overeengekomen. Dit beding treedt in werking voor alle arbeidsovereenkomsten welke voor de eerste keer worden afgesloten op 1 januari 2015 of later!

Concurrentie- en relatiebeding:

Bij arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd mag er in principe geen concurrentie- en/of relatiebeding meer worden opgenomen, tenzij er een zwaarwegend bedrijfs- en/of dienstbelang is. Enkel dan mag er nog een schriftelijk gemotiveerd concurrentie- en/of relatie beding worden overeengekomen. Op overeenkomsten aangegaan voor 1 januari 2015 is het oude recht van toepassing.

Aanzegtermijn:

Bij arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd welke 6 maanden of langer duren, bent u straks verplicht om minimaal 1 maand voor afloop van deze overeenkomst de werknemer schriftelijk te laten weten of de overeenkomst wel of niet wordt verlengd.

Wordt de overeenkomst verlengd dan moeten ook de voorwaarden waaronder de overeenkomst wordt verlengd worden aangegeven. Doet u dit niet dan gelden automatisch de voorwaarden van de vorige tijdelijke overeenkomst.

Indien u te laat bent met het aanzeggen van de beëindiging of de verlenging of de aanzeggingstermijn wordt helemaal vergeten, dan kan de werknemer een vergoeding (boete) vorderen van maximaal 1 maandsalaris naar rato.

Voor de duidelijkheid; de overeenkomst eindigt nog steeds op de overeengekomen einddatum!

NB: Deze aanzegtermijn is niet van toepassing op overeenkomsten afgesloten voor een bepaald werk of uitzendovereenkomsten.

Per 1 juli 2015 worden de volgende wijzigingen ingevoerd:

Ketenregeling:

  • Arbeidsovereenkomsten die elkaar binnen 6 maanden opvolgen (in plaats van binnen de huidige 3 maanden) worden opgeteld in de ketenregeling;
  • Bij de 4de arbeidsovereenkomst of binnen 2 jaren (in plaats van de huidige 3 jaren) ontstaat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.

Wijziging van ontslagroutes:

Tenzij er schriftelijk overeenstemming met de werknemer wordt bereikt (bijvoorbeeld via een beëindigingsovereenkomst) gelden vanaf 1 juli 2015 de volgende ontslagroutes: 

  • Ontslag wegens bedrijfseconomische redenen en na langdurige arbeidsongeschiktheid lopen altijd via het UWV. Er is beroep mogelijk bij de kantonrechter, maar omdat deze op dezelfde wijze beoordeelt als het UWV zal de slagingskans klein zijn. De wettelijke opzegtermijnen wijzigen niet, deze blijven 1 tot 4 maanden;
  • Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens persoonlijke redenen gaat voortaan altijd via de kantonrechter.

Bedenktijd voor de werknemer:

Indien een werknemer zelf opzegt of er is een beëindiging met wederzijds goedvinden overeengekomen, dan geldt vanaf 1 juli 2015 dat een werknemer zijn schriftelijk instemming binnen 14 dagen, zonder opgaaf van reden, kan herroepen of de beëindigingsovereenkomst kan ontbinden! Het dienstverband wordt dan dus niet beëindigd!

Transitievergoeding:

De ontslagvergoeding wordt een transitievergoeding. Als een werknemer ontslagen wordt die minimaal 2 jaar in dienst is geweest, dan heeft hij recht op een vergoeding van 1/3 maandsalaris per gewerkt jaar. Vanaf een 10-jarig dienstverband is dit een ½ maandsalaris per dienstjaar. Tot 1 januari 2020 geldt voor bedrijven met 25 of meer werknemers dat een werknemer die langer dan 10 jaar in dienst en op het moment van ontslag 50 jaar of ouder is, voor elk gewerkt dienstjaar na zijn 50e recht heeft op 1 maandsalaris. De transitievergoeding is maximaal € 75.000 of maximaal een jaarsalaris als de werknemer meer verdient dan dat bedrag.

Voor bedrijven met minder dan 25 werknemers komt er een overgangsregeling. Bij gedwongen ontslagen vanwege bedrijfseconomische redenen mag tot 2020 een lagere transitievergoeding worden betaald. Bij de berekening van de omvang van de transitievergoeding wordt uitgegaan van de duur van het dienstverband gerekend vanaf 1 mei 2013! Een werknemer die bijvoorbeeld in juli 2017 17 dienstjaren had, heeft ‘slechts’ recht op 4 jaar transitievergoeding.

Nog enkele belangrijke details:

  • Een kantonrechter kan nog een extra vergoeding toekennen als de werkgever ernstig verwijtbaar heeft gehandeld of nalatig is geweest;
  • Kosten die gemaakt worden na het ontslag of al tijdens het dienstverband om werkloosheid van de werknemer te voorkomen mogen van de transitievergoeding worden afgetrokken. Hierbij kunt u denken aan kosten gemaakt voor (om)scholing, opleiding of outplacement.
  • Geen transitievergoeding is verschuldigd als:

–       Het ontslag het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalatigheid van de werknemer;

–       De werknemer jonger is dan 18 jaar en gemiddeld 12 uur per week of minder werkzaam is;

–       De overeenkomst eindigt na het bereiken van de AOW- of pensioengerechtigde leeftijd;

–       Er sprake is van surseance van betaling, faillissement of schuldsanering van de werkgever.

Aanpassing van de Werkloosheidswet:

Vanaf 1 juli 2015 dienen uitkeringsgerechtigden al het beschikbare werk als passende arbeid te aanvaarden indien zij langer dan een halfjaar een WW-uitkering genieten.

Ook wordt de maximale termijn van een WW-uitkering vanaf 1 juli 2016 tot 2019 stapsgewijs teruggebracht van maximaal 3 jaar en 2 maanden tot maximaal 2 jaar. Door vakbonden wordt er echter al over aanvullende afspraken in CAO’s gesproken tot maximaal 38 maanden!

Stappen bij een kredietaanvraag

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Als ex-bankier werd het tijd om eens een blog te wijden aan een kredietaanvraag.

Wanneer je behoefte hebt aan een zakelijke lening of extra financiële armslag, dan klop je meestal aan bij de bank. Een logische stap. Toch betekent dat niet dat dit ook de eerste stap is die je moet nemen. Een kredietaanvraag begint namelijk bij kritisch naar je eigen bedrijf kijken.

Ik hoor de laatste jaren dat banken steeds minder kredieten en leningen verstrekken aan bedrijven. Een goed onderbouwde aanvraag kan het verschil maken. Maar hoe verloopt het proces van een kredietaanvraag? De inventarisatie van een kredietaanvraag in drie stappen.

Hoeveel krediet heeft uw bedrijf nodig?

Vaak geeft de bank aan welke informatie zij van je verwachten, maar je kunt hier ook een voorsprong op nemen. Je kunt zelf een actieve inbreng hebben door na te gaan welke zekerheden je kunt bieden, door inzicht te hebben in het geld dat zich al in de onderneming bevindt en door het op orde hebben van de geldstromen. Misschien kom je dan tot de conclusie dat bancair krediet niet nodig is, maar een leverancierskrediet volstaat. Of dat het schuiven met betalingstermijnen een oplossing kan bieden.

Hoe presenteer je jezelf en je bedrijf?

In tegenstelling tot wat veel ondernemers en bedrijven verwachten, komen bij een kredietbeoordeling niet uitsluitend de financiën ter sprake. Juist jij als ondernemer bent belangrijk en de wijze waarop jouw bedrijf is georganiseerd. Presenteer jezelf alsof je naar een klant gaat en verschaf helder inzicht en overzicht. Een bankier ziet graag ondernemers die kennis en vertrouwen uitstralen. Een tip is ook om de bank uit te nodigen voor een gesprek op jouw bedrijf, zodat je kan laten zien waar je mee bezig bent.

Welke toekomstverwachtingen heeft je bedrijf?

De hoogte van het bedrijfskrediet en de voorwaarden die daaraan zijn verbonden, hangen in hoge mate af van de interne beoordeling van de bank of financieringsmaatschappij. Hiervoor kijken ze naar de cijfermatige onderbouwing van de aanvraag, maar belangrijker nog, ook naar de ondernemer en onderneming. Voordat je naar de bank gaat, is een gesprek met je accountant of bedrijfsadviseur raadzaam. Behalve de jaarcijfers van de afgelopen jaren, kunnen samen dan een goed onderbouwde prognose opstellen voor de toekomst.

Premiekorting jongere werknemers

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Indien u tussen 1 januari 2014 en 31 december 2015 werknemers in dienst hebt genomen/neemt die direct voorafgaand aan de indiensttreding een WW- of bijstandsuitkering ontvingen en toen tussen de 18 en 27 jaar oud waren, kunt u vanaf 1 juli 2014 een premiekorting voor jongere werknemers toepassen.

Voor werknemers die tussen 1 januari 2014 en 1 juli 2014 in dienst zijn gekomen, mag de korting vanaf 1 juli 2014 worden toegepast.

Voor werknemers die vanaf 1 juli 2014 tot en met 31 december 2015 in dienst treden mag u de premiekorting vanaf datum van indiensttreding toepassen.

De hoogte van de premiekorting is maximaal € 3.500 per werknemer per jaar en de korting mag maximaal 2 jaar worden toegepast. De regeling eindigt dus op uiterlijk 31 december 2017.

Enkele voorwaarden om de premiekorting toe te mogen passen zijn:

  • Er moet met de werknemer een schriftelijke arbeidsovereenkomst zijn gesloten voor een minimale duur van 6 maanden en voor minimaal 32 uur per week;
  • Er moet een kopie van een doelgroepverklaring van de gemeente of van het UWV in de administratie aanwezig zijn. Hieruit moet blijken dat de werknemer een uitkering ontving direct voorafgaand aan de indiensttreding;
  • Er mag voor dezelfde werknemer niet de premiekorting voor arbeidsgehandicapte werknemers worden toegepast.

Mocht u reeds een of meerdere werknemers hebben aangenomen die aan de voorwaarden voldoen om voor de premiekorting in aanmerking te komen, dan vernemen wij dat graag zo spoedig mogelijk van u zodat wij de korting direct in uw administratie kunnen verwerken.

Ook als u in de toekomst nieuwe werknemers in dienst neemt die aan de voorwaarden voldoen, ontvangen wij graag zo spoedig mogelijk alle relevante gegevens.

Mocht u nog vragen/opmerkingen hebben, neemt u dan contact op met onze loonafdeling zij kunnen u persoonlijk verder adviseren.

Een Management Buy In (MBI)

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De meeste ondernemers komen na jarenlang ondernemen op het punt dat gedacht moet worden aan een bedrijfsverkoop. Voor verkopers kunnen verschillende partijen interessant zijn, zoals een strategische partij, een manager/medewerker van binnen de onderneming zelf (MBO) of een manager/persoon van buiten de onderneming, een MBI. Op de laatste categorie koper gaan we onderstaand in.

Management Buy In (MBI)
Bij een MBI wordt de onderneming overgenomen door een manager van buiten de onderneming. Deze zal na overname de leiding overnemen. Het gebrek aan een interne opvolger is een vaak gehoorde reden om een MBI te overwegen. Daarbij kan een MBI kandidaat wellicht een switch binnen de onderneming veroorzaken, die tot een sterkere groei kan leiden. Voor een MBI kandidaat is het van belang dat de aanwezige medewerkers open staan voor een samenwerking met de nieuwe manager/eigenaar. De specialistische kennis en ervaring zit namelijk bij deze medewerkers, waardoor de continuïteit ‘rust’ op hen.

Vaak heeft een MBI kandidaat wel de beschikking over eigen middelen, maar deze blijken doorgaans niet voldoende om aan de benodigde eigen inbreng te kunnen voldoen. Daarnaast kan het ontbreken van zekerheden een probleem vormen. In enkele gevallen is de verkoper bereid om een achtergestelde lening te verstrekken, maar vaker zijn externe financiers betrokken bij een MBI. Een alternatief is de betaling van de koopsom op basis van behaalde targets, zoals bijvoorbeeld de winst na belasting, een earn out. Op basis van de behaalde resultaten wordt voor een nader te bepalen periode (vaak drie jaar) jaarlijks een nabetaling gedaan. Dit neemt uiteraard een risico mee voor de verkoper, daar de daadwerkelijke ontvangst niet bekend is.

Een MBI is uiteraard in alle branches mogelijk. Hierbij zal een MBI kandidaat logischerwijs een onderneming zoeken dat aansluit bij diens kwaliteiten en ervaringen. Het is echter wel zo dat enkele aspecten een MBI transactie kunnen bevorderen als oplossing voor de aanwezige opvolgingsproblematiek binnen een onderneming:

  • De markt is sterk versnipperd, waardoor een behoorlijk potentieel bestaat door middel van onderscheidend vermogen ‘toevoegen’ aan de onderneming.
  • De onderneming dient naar een volgende fase te gaan, die het huidige management niet meer kan nemen (andersoortig management benodigd) of (alleen) wenst te nemen.
  • Het product van de onderneming verlangt een marktbenadering, die de huidige eigenaar niet kan nemen, vanwege zijn ‘ambacht’ specialisme en het ontbreken aan commerciële daadkracht..

Uiteraard geldt dat in ondernemingen met bovengenoemde karakteristieken ook een participatie in het aandelenbelang veelvuldig voorkomt. Door een samenwerking en bundeling van de kwaliteiten kan de onderneming naar het gewenste (nieuwe) niveau gebracht worden.

Tenslotte
Indien vragen bestaan, dan vernemen wij dat uiteraard graag. Is een MBI transactie iets voor u of bent u als verkopende partij zoekende naar een koper, dan kunt u contact opnemen met Bart de Volder, bart@ldeaccountants.nl.

Samen op koers!

Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS)

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

In de nieuwe Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) worden een aantal maatregelen opgenomen die er toe moeten leiden dat een aantal ongewenste constructies op het gebied van loonbetalingen aan werknemers straks niet meer mogelijk zijn. Het doel van de WAS is dat werknemers een eerlijk loon ontvangen en dat er eerlijke concurrentie tussen werkgevers onderling zal zijn. De bedoeling is dat deze wet vanaf 1 januari 2015 wordt ingevoerd.

De belangrijkste onderdelen van de WAS zijn:

Minimumloon

  • Werknemers dienen minimaal het netto minimumloon te ontvangen op hun bank- of girorekening. Het meerdere zou nog contant uitbetaald mogen worden.
  • Het netto salaris mag dus niet meer in zijn volledigheid contant worden uitbetaald.
  • Er mogen geen kosten meer verrekend worden met het minimumloon (denk bijvoorbeeld aan huisvestingskosten en premies ziektekostenverzekering)

Eisen aan salarisstrook

  • Salarisstroken moeten voldoende gespecificeerd opgemaakt worden zodat er een deugdelijke controle mogelijk is. De salarisstroken moeten bij een controle beschikbaar zijn.
  • Onkostenvergoedingen moeten worden gespecificeerd naar aard van de vergoeding.

Inspectie en naleving CAO

  • De inspectie SZW krijgt ruimere mogelijkheden om de schijnconstructies aan te passen.
  • De inspectie SZW kan informatie aan CAO-partijen doorgeven in het kader van het onderzoek op naleving van de CAO
  • Bevindingen van de inspectie kunnen openbaar worden gemaakt. De openbaarmaking zorgt voor betere naleving van regelgeving c.q. CAO en zorgt bovendien voor een preventieve werking.

Ketenaansprakelijkheid voor loon

  • Er komt een uitbreiding van de ketenaansprakelijkheid voor betaling van het loon. Dit kan het wettelijk minimumloon zijn, het CAO-loon of het loon volgens de individuele arbeidsovereenkomst.
  • De werknemer dient eerst zijn werkgever aan te spreken. Indien deze bijvoorbeeld onvindbaar is of ineens is verdwenen, dan zal de aansprakelijkheid worden verschoven naar de partij die de werknemer heeft ingehuurd.

Tip: Betaal uw personeelsleden in ieder geval niet meer contant en zorg er voor dat zij het juiste (CAO-)loon ontvangen!

Indien u vragen heeft, schroom niet om contact op te nemen met onze loonafdeling zij kunnen u verder informeren: lonen@ldeaccountants.nl of 013-5340001.

Verhuur van garageboxen valt niet onder btw-vrijstelling

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft geoordeeld dat de verhuur van garageboxen verhuur van parkeerruimte voor voertuigen in de zin van artikel 11, eerste lid, letter b, van de Wet OB is, en dus niet meedeelt in de vrijstelling van omzetbelasting voor verhuur van onroerende zaken.

De omstandigheid dat garageboxen in toenemende mate worden aangewend voor andere doeleinden dan voor stalling van motorvoertuigen maakt nog niet dat de garageboxen als ‘multifunctionele ruimten’ kwalificeren, aldus de rechtbank.

De kolommenbalans lezen vanuit het boekhoudpakket

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Als het inkoopboek, verkoopboek, kas en bank geboekt is, dan houdt het voor de meeste ondernemers op. Ze denken dat de administratie nu is geboekt, want de BTW aangifte kan ingediend worden, maar er is meer informatie uit de administratie te halen. Hiervoor dienen echter wel nog bepaalde zaken geboekt te worden.

Om een volledige administratie te voeren, zodat er een reële kolommenbalans uit je software pakket komt, moeten de loonjournaalpost en afschrijvingen geboekt worden.

De loonjourrnaalpost kun je bij ons kantoor raadplegen, door in te loggen bij Numbers. Er komt een journaalpost uitgerold, die in het dagboek memoriaal geboekt kan worden.

Voor de afschrijvingen kunnen we een vast maandbedrag doorgeven voor de diverse activa. Deze afschrijvingen moeten dan maandelijks geboekt worden in het memoriaal.

Nu kun je naar de rapportage van je boekhoudpakket gaan en daar de keuze maken voor de kolommenbalans voor een bepaalde periode. Uiteraard moet de administratie, zoals bovenstaand beschreven, volledig ingevoerd zijn voor de gekozen periode of datum.

De belangrijke zaken met betrekking tot de kolommenbalans, waar extra aandacht naar uit moet gaan:

–         De omzet
–         De brutomarge
–         Personeelskosten
–         Resultaat

De brutomarge kun je zelf uitrekenen. Dit doe je op de volgende wijze:

–         De omzet is € 100.000
–         De inkopen zijn € 40.000
–         Omzet -/- inkopen is € 60.000 (ofwel: € 100.000 -/- 40.000)
–         Vervolgens: € 60.000 / € 100.000 * 100 = 60%

Nu weet je dat er op elke € 100 omzet € 60 marge overgehouden wordt.

Als je meer informatie wilt hebben over bovenstaande neem dan even contact op met ons kantoor (timo@ldeaccountants.nl en/of alex@ldeaccountants.nl). Wij zorgen er dan voor dat de benodigde punten geregeld worden, zoals bijvoorbeeld de afschrijvingen. Mogelijk zijn er in jouw administratie nog meer specifieke posten waar naar gekeken moet worden met betrekking tot de kolommenbalans. We zullen alle punten dan de revue laten passeren.

Motor van de Zaak?

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

1. Inleiding.
Door de fiscale maatregelen van de laatste jaren is in het Nederlandse –zakelijke– autobezit een verschuiving naar zuiniger modellen opgetreden. De keuze om fiscale maatregelen in te zetten om een vergroening te bereiken heeft dus gewerkt. Zelfs zo goed dat de opbrengsten voor de fiscus in het gedrang lijken te komen, zoals afgeleid kan worden aan het verder opschroeven van de grenswaarden die gelden voor de lagere bijtellingscategoriën in de loon- en inkomstenbelasting naast het grotendeels afschaffen van de vrijstelling in de motorrijtuigenbelasting.

In dit blog kijken we of de motor van de zaak een alternatief zou kunnen zijn.

2. Bijtelling in loon- en inkomstenbelasting?
Voor een auto van de zaak wordt de bijtelling bepaald aan de hand van de cataloguswaarde en de CO2 uitstoot. Bovendien geldt dat u de volledige bijtelling in rekening gebracht krijgt zodra er meer dan 500 kilometers privé gereden zijn. Het maakt daarbij niet uit of u 550 of 55.000 privékilometers rijdt.

Wilt u als ondernemer de bijtelling vermijden, dan moet u bewijzen dat u ten hoogste 500 privékilometers per jaar gereden hebt. Hiervoor dient u een sluitende kilometeradministratie te voeren (een uitgebreide registratie van alle gereden kilometers, zakelijk en privé). Kunt u dat niet -of accepteert de fiscus de kilometeradministratie niet- dan volgt alsnog de bijtelling.

Ook een motor van de zaak kent een bijtelling in de loon- en inkomstenbelasting. Deze wijkt echter op alle punten af van de autokostenbijtelling:

–       De motorbijtelling is gebaseerd op de daadwerkelijke kosten van de motor (afschrijving, onderhoud, verbruik, verzekering e.d.) van het jaar.
–       De motorbijtelling wordt alleen berekend voor de daadwerkelijke gereden privékilometers.
–       Er is geen uitgebreide boekhouding nodig, een opgaaf van die privékilometers volstaat.

Waar de praktijk leert dat menige automobilist stopt met het bijhouden van een kilometeradministratie (omdat het zo belastend is), en degenen die het wel volhouden geconfronteerd worden met een achterdochtige fiscus, zal de administratie voor een motor van de zaak dus geen probleem zijn. In geval van twijfel is het bovendien aan de belastingdienst om te bewijzen dat het privégebruik hoger is dan opgegeven.

Ook de hoogte van de bijtelling zal, gezien de veelal lage kilometerkosten van motorfietsen, eerder laag uitvallen.

3. BTW.
De BTW die rust op de aanschaf, onderhoud en verbruik, van een zakelijke motor is aftrekbaar. Dit geldt echter niet voor het deel van de BTW dat samenhangt met het privégebruik van de motor. Aan het einde van ieder jaar wordt dus een correctie op de afgetrokken BTW doorgevoerd naar rato van de verhouding privégebruik/totaalgebruik.

Bijzonder is wel dat de BTW correctie vanaf het zesde jaar van eigendom niet meer geldt voor de aanschaf-BTW en dan dus beperkt blijft tot het evenredig deel van de BTW op de gebruikskosten van de motor (en dat is anders bij de correctie voor het privégebruik van een auto).

4. Conclusie.
Vanuit fiscaal oogpunt is een motor van de zaak voordelig en eenvoudig.

Dat betekent niet dat een motor van de zaak voor iedereen -of zelfs in veel gevallen- een goed alternatief voor de auto van de zaak is. Maar naar mijn mening zou dit wel vaker als een alternatief of als een aanvulling overwogen kunnen worden.

Mocht u naar aanleiding hiervan nog vragen hebben of nadere informatie wensen, dan zullen wij u graag van dienst zijn.

LDE Accountants
Mr. E.P. van Erve
fiscalist
eric@ldeaccountants.nl

De VAR wordt strenger

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Het huidige systeem van de VAR werkt niet meer. Voor zzp-ers en opdrachtgevers is het nu vaak onduidelijk of de afgegeven verklaring wel correct is. En de overheid kan met de huidige regeling de schijnzelfstandigheid niet adequaat aanpakken.

Financiën wil daarom de VAR strenger gaan regelen met ingang van 1 januari 2015. Voornemen is dat de opdrachtgever en opdrachtnemer samen vooraf de arbeidsrelatie beoordelen via een webmodule. De opdrachtgever wordt daarbij medeverantwoordelijk voor de juistheid van de VAR-aanvraag.

 Voor vragen kunt u contact opnemen met ons kantoor, 013-5340001 of info@ldeaccountants.nl.

Credit rating, u wilt als ondernemer toch ook een voldoende scoren

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De financiële wereld maakt gebruik van credit rating analyse om kredietrisico’s in te schatten. Een credit rating is een oordeel over de kredietwaardigheid van de onderneming en wordt weergegeven als een “rapportcijfer”. Maar hoe wordt het rapportcijfer van uw onderneming bepaald ?

Dagelijks krijgen ondernemers ongemerkt met credit rating te maken. Als ex bankier analyseerde we periodiek de credit rating en bij financieringsaanvraag wordt de rating opnieuw berekend. Leveranciers van de ondernemer monitoren het betalingsgedrag en informeren naar de scores bij informatiehandelshuizen zoals Graydon en Credit Safe. Helaas worden deze analyses niet transparant met de ondernemer besproken en bent u veelal onvoldoende hierop voorbereid.

Rapportcijfer
Iedere bankinstelling is bij de intoductie van Basel II regelgeving, verplicht een ratinganalyse uit te voeren. Deze gemaakte rating geldt als basis voor de kredetrisico analyse van de kredietportefeuille. De gestandaardiseerde wereldwijde werkwijze is een groot voordeel bji de risicoanalyse, maar bij het huidige verslechterde bankklimaat meteen een algehele achteruitgang bij de kredietverstrekking. Wel of geen kredietverstrekking, tegen welke voorwaarden en tarifering hang af van de behaalde rating.

Gecertificeerde credit rating
Het op eigen initiatief verstrekken van een gecertificeerde credit rating aan kredietverschaffers is een belangrijk hulpmiddel om inzicht te verschaffen in het risico profiel en helpt om de krediet om de kredietbehoefte toch verstrekt te krijgen.

Nu de markt van alternatieve financieringsvormen sterk groeiende is en tegelijkertijd ook de eerste “default” situaties zich aandienen, helpt credit rating deze alternatieve financieringsplatvormen. Een gedegen risico inschatting en helpt bij de beoordeling van de aanvraag en helpt bij de onderbouwd verlagen van risico-opslagen.

Goed onderbouwen van de echte risico’s
Het onderbouwen en goed toelichten van de risico’s, betekent dat de risico opslagen kunnen worden gestabiliseerd of zelfs worden verlaagd. Een verlaging van het risicoprofiel, betekent een win-win situatie, immers de bank zelf krijgt ook meer armslag in de kredietverstrekking, omdat met dezelfde fundingsvolume meer kan worden uitgeleend. De banken zien inmiddels in dat het bespreken van de eigen bankrating analyse met ondernemers en financieringsexperts voor de bank zelf ook voordelen oplevert.

Ook banken moeten kunnen bestaan en een gezond rendement behalen om te kunnen bijdragen aan het financieren van het MKB. Maar we gaan wel uit van een faire tarifering op basis van een reële risico opslag. In een open discussie wordt inzicht in het feitelijke risico profiel van het bedrijf. Banken staan open om op valide grondslagen de tarieven bij te stellen. Veelal betekent dit een besparing en een eerlijk risico beoordeling.

Dit is de toegevoegde waarde voor de MKB ondernemer. Voor vragen kunt u contact opnemen met François Hendrikx, francois@ldeaccountants.nl.

(Bron: Alfons Remery, Credion)