Berichten

Opstart administratie 2014

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Als ondernemer bent u weer volop bezig om de administratie van 2013 af te ronden en de administratie van 2014 op te starten.

Hieronder treft u een overzicht van zaken, waar u rekening mee moet houden;

  • Zorg voor nieuwe mappen (digitaal en/of hardcopy) waar de facturen en bankafschriften in opgeborgen kunnen worden. Indien u hardcopy mappen gebruikt, heeft het de voorkeur dat per jaar een andere kleur gebruikt wordt. Op deze manier kunt u makkelijk zaken raadplegen;
  • De papieren administratie van 2013 kunt u opbergen in het archief. Deze moet 7 jaar bewaard worden in verband met (een mogelijke) belastingcontrole;
  • Bekijk de openstaande postenlijst debiteuren en crediteuren per 31-12-2013, zodat u kunt beoordelen of bepaalde facturen open zijn blijven staan of dat er met het boeken iets fout is gegaan. Stuur debiteuren, waarvan de betalingstermijn is verstreken, een aanmaning/herinnering;
  • Zet de factuurnummering goed, als u een jaarcyclus bij de factuurnummering gebruikt, bijv. 2014001;
  • Bij de boekhoudpakketten snelstart en imuis online moet een jaarovergang/afsluiting uitgevoerd worden, zodat de beginsaldi van de bank en kas worden overgenomen naar 2014. Dit voert u op de volgende wijze uit:

Imuis online

U gaat naar financieel en dan vervolgens naar jaaraansluiting

Snelstart

U gaat naar  extra en dan vervolgens naar boekjaar afsluiten. U kiest vervolgens voor het overnemen van de beginbalans voor alle balansrekeningen. Nu kunt u kiezen voor jaar 2013 afsluiten.

Als u nog tips en/of vragen hebt over de afsluiting van 2013 en de opstart van 2014 kunt u altijd contact opnemen met ons kantoor.

Weer een nieuw jaar. Wat te doen voor 2014?

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Over ruim twee weken is het alweer 2014. Tijd om de zakelijke voornemens concreter te maken. Deze voornemens beginnen uiteraard met het achteruit kijken naar 2013 en dit vertalen naar de toekomst. Elk jaar zult u kritische vragen moeten stellen over uw onderneming en de ontwikkelingen. Vragen zijn onder andere:

  • Is mijn huidige businessmodel nog actueel of is (enige) aanpassing nodig?
  • Dezelfde vraag geldt voor het verdienmodel?

Meer hierover in een vorig blog: Het businessmodel

Ondanks het feit dat bedrijven, die enkel gefocust zijn op financiële performance vaak te laat zijn met businessmodel innovatie, is financieel inzicht en financiële controle zeker van belang: Stel uw begroting 2014 (en 2015) op!

De begroting

Door middels een begroting vooruit te kijken naar de financiële situatie van 2014 wordt u verplicht om na te denken over uw visie en deze te vertalen naar het financiële beleid van uw onderneming. Op voorhand, door uw ervaringen uit de toekomst, wordt inzichtelijk waar de aandachtspunten liggen om de bedrijfsvoering op koers te houden. Door up to date te zijn met de administratie kunt u gedurende 2014 de actuele cijfers steeds te toetsen aan de begroting, waardoor de begroting ook een uitstekend sturingsmiddel.

Als input voor de begroting dient gekeken te worden naar:

  • De historie van uw onderneming. Die als basis kan dienen voor wat betreft informatie. U moet hierbij denken aan seizoenspatronen in de omzet, betalingsgedrag van uw debiteuren, uw eigen betalingsgedrag aan uw crediteuren en de omloopsnelheid van de voorraad.
  • Ontwikkelingen en verwachtingen in (uw) markt, waarbij naast de verwachting van u zelf ook naar de markt als geheel gekeken moet worden.
  • Rekening houdend met bovenstaande bepaalt u welke stappen u in 2014 wenst te nemen en de bijbehorende directe (cijfermatige) gevolgen van deze stappen voor uw bedrijfsvoering.
  • Uiteraard is uw ondernemersgevoel eveneens van belang in de begroting.

Op basis van voornoemde kunnen de twee belangrijkste onderdelen van de begroting vorm krijgen, namelijk de exploitatiebegroting (omzet en kosten) en de liquiditeitsbegroting (ontvangsten en uitgaven).

Let op

  • Een begroting zal nooit 100% overeenkomen met de actualiteit. Begroot daarom om (gedegen) hoofdlijnen.
  • Kosten en uitgaven zijn niet hetzelfde. Bijvoorbeeld: afschrijving zijn kosten, maar geen uitgaven.
  • Gebruik in de exploitatiebegroting geen BTW, maar doe dat wel in de liquiditeitsbegroting.
  • Zorg voor een periodiek vergelijk van de begroting met de actuele cijfers. Zodat de begroting ook daadwerkelijk als middel wordt ingezet!

Uw toekomstig resultaat

Wij denken graag mee om uw zakelijke voornemens in kaart te brengen en te realiseren. Wij wensen u succes en veel ondernemersplezier!

Alvast fijne feestdagen!

Kortingen

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Voor veel Nederbelgen valt er goed nieuws te verwachten. Door een opmerkelijke uitspraak van Hof Den Bosch kunt u als Nederbelg namelijk veel geld besparen. Wanneer dit geldt, leest u in dit artikel.

In welke gevallen geldt de mogelijkheid om geld terug te ontvangen?
In alle gevallen waarbij een stel in België woont (kan zijn gehuwd of samenwonend), en waarbij de ene persoon in Nederland werkt en de andere in België geldt de mogelijkheid om geld terug te vragen. Voor degene die in België werkt, wordt in Nederland echter zelden aangifte gedaan. Deze inkomsten zijn immers aan België toegewezen. In principe is dit juist, maar door de uitspraak van Hof Den Bosch heeft u in dit soort gevallen wel de mogelijkheid om geld terug te krijgen. Degene die in België werkt, kan in Nederland namelijk aangifte doen en vervolgens een groot deel van de heffingskorting uitbetaald krijgen. Vergelijk het met de situatie van de niet-werkende partner die in Nederland woont of in België woont. Deze krijgt wel vaak de heffingskorting uitbetaald. De uitspraak van Hof Den Bosch moet nog door de Hoge Raad bevestigd worden. Tot die tijd kunt u uw rechten veilig laten stellen.

Voorbeeld
Peter is gehuwd met Annie en wonen samen in België. Peter werkt in Nederland en verdient € 50.000. De Nederlandse werkgever houdt op het loon van Peter loonheffing in (€ 16.000). Omdat de inhouding door de werkgever op het loon voldoende is, hoeft Peter geen aangifte te doen. Annie werkt in België en verdient daar € 15.000. Zij denkt dat ze ook geen aangifte hoeft te doen in Nederland. Fout!

Gevolg uitspraak
Stel Peter en Annie doen wel aangifte in Nederland. Hoe werkt dat dan cijfermatig uit?

Peter Annie
Loon: € 50.000 Loon: € 15.000
Verschuldigd bij aangifte: € 16.000 Vrijgesteld: € 15.000
Reeds ingehouden: € 16.000 Reeds ingehouden: € Nihil
Aanslag inkomstenbelasting € Nihil Teruggaaf € 1.685

De teruggaaf bestaat uit het premiegedeelte van de algemene heffingskorting. De algemene heffingskorting 2013 bedraagt namelijk € 2.001 en bestaat uit een inkomstenbelastingdeel van € 316 en een premiedeel van € 1.685. Omdat Peter voldoende belasting is verschuldigd in Nederland, krijgt Annie het premiedeel van de heffingskorting uitbetaald. Let op: in dit voorbeeld is de teruggaaf € 1.685, maar dat kan in de praktijk minder of meer zijn. Dit is afhankelijk van uw persoonlijke situatie.

Bent u als minstverdiener werkzaam in België of werk u niet, terwijl uw partner wel in Nederland werkt en voldoende belasting is verschuldigd, dan heeft u recht op uitbetaling van de (algemene) heffingskorting. Hierbij bestaat de mogelijkheid om 5 jaar terug te gaan.

Let op: vult u uw aangifte zelf in, dan zal dit niet automatisch tot bovengenoemde teruggaaf leiden. Hiervoor dient u namelijk een aparte procedure op te starten.

Als u dit jaar nog in actie komt, kunt u tot en met het jaar 2008 geld terugvragen bij de fiscus. Graag stellen wij uw rechten veilig bij de fiscus. Wilt u dit cadeautje ook? Dan weet u ons te vinden!

Crisis versus het business model

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De economie verandert, waardoor de overlevingskansen van ondernemers geringer worden. De afgelopen periode zijn verschillende voorbeelden zichtbaar van druk op ondernemingen, die leiden tot een faillissement, zoals Free Record Shop en OAD. Ook in het MKB is het aantal faillissementen op een hoogtepunt aanbeland. Vraag, die hierbij opkomt, is wat de daadwerkelijke reden is voor het faillissement. Is het simpelweg de crisis, of is het businessmodel te gedateerd? Feit is dat crisissen de ideale voedingsbodem zijn voor transities. Ofwel, ‘never waste a crisis’ en innoveer om de bestaande kansen te pakken. Onderstaand zullen we ingaan op het businessmodel.

Wat is een businessmodel?
Osterwalder, bekend van het business model canvas, definieert het businessmodel als volgt:

“Een businessmodel beschrijft de grondgedachte van hoe een organisatie waarde creëert, levert en behoudt.”

Van belang hierbij is dat de ondernemer zichzelf vragen stelt, zoals:

  • Wat bied ik mijn klanten aan?
  • Wie zijn mijn klanten?
  • Hoe onderhoud ik de relatie met mijn klanten?
  • Hoe lever ik mijn producten en/of diensten?
  • Wat zijn mijn kosten?
  • Welke partners heb ik nodig?
  • Welke activiteiten moet ik ontplooien?
  • Welke resources heb ik nodig?

Door antwoorden op de vragen te vinden, zal het businessmodel vorm krijgen. Vervolgens dient de markt betreden te worden en zo “de chaos te ervaren”, dient het model zich verder te ontwikkelen. Hier loopt het voor ondernemers vaak spaak. Na het betreden van de markt en het bedienen van de klanten is het businessmodel niet meer van belang. Juist na het betreden van de markt is het van essentieel belang om flexibel te blijven.

Veranderen (en innoveren)
Ondernemers moeten terug durven gaan naar de behoeftes van de consument. Zonder de klant is de ondernemer nergens. Veel ondernemers vinden het echter lastig om uit de ivoren toren te komen en om naar de klant en diens behoeften te luisteren. Ze zijn de klant uit het oog verloren en bieden een product/dienst aan zonder te weten of er nog daadwerkelijk (grote) behoefte bestaat naar dit product/ deze dienst.

De behoeften van de klanten veranderen namelijk, hetgeen wordt verstrekt door de veranderende economie. Klanten zijn kritischer en hebben daarbij de tools in handen om een beter oordeel te vellen. Dankzij internet zijn klanten beter geïnformeerd en worden zij geholpen om een keuze te maken, zonder het initiatief te verliezen. Dit neemt direct met zich mee dat enkele verdienmodellen zullen verdwijnen, bijvoorbeeld tussenhandelaren/ reisbureaus/ etc. De businessmodellen zullen moeten veranderen en moeten innoveren, rekening houdend met de eisen voor maatwerk van de klanten. De ondernemer zal op een andere manier naar zijn business moeten kijken.

De ondernemer zal zijn/haar eigen businessmodel (continu) ter discussie moeten stellen. Voldoet het model nog aan de huidige markt en de eisen van de klant. Feit is dat er een risico schuilt in het niet aanpassen aan de ontwikkelingen. Een ander bedrijf kan namelijk wel de stap maken naar een nieuw businessmodel waardoor jij opeens compleet ouderwets bent. “De essentie is dat de kans groot is dat iemand anders, direct of indirect jouw businessmodel ter discussie stelt als jij het zelf niet doet.”

Uit onderzoek van Research for Innovation van de Rotterdam School of Management blijkt dat één op de drie bedrijven in Nederland vasthoudt aan het bestaande businessmodel. Tevens worden de volgende punten gevonden:

  • Bedrijven die het bestaande businessmodel verbeteren en tegelijkertijd een nieuw businessmodel ontwikkelen hebben de beste bedrijfsprestaties;
  • In een zeer competitieve omgeving leidt replicatie van het businessmodel tot afnemende bedrijfsprestaties en is juist vernieuwing van het businessmodel noodzakelijk;
  • Ondernemend management en het opnemen van nieuwe technologieën zorgt voor een boost van businessmodel innovatie;
  • Een focus op aandeelhouderswaarde, en het excessief luisteren naar bestaande klanten leidt tot uitstel van businessmodel innovatie;
  • Bedrijven enkel gefocust op financiële performance zijn vaak te laat met businessmodel innovatie;
  • Bedrijven die waarschuwingssignalen in de uithoeken van hun markt oppakken, hun kerncompetenties kritisch in de gaten houden en investeren in talenten van medewerkers kunnen sneller hun businessmodel innoveren.

Hoe kan het businessmodel innoveren?
Cruciaal om het businessmodel te innoveren, is kennis van de eigen onderneming. Daarbij is leiderschap een essentieel onderdeel. Een innovatieve cultuur bevordert eveneens businessmodel innovatie.

Een zichtbare trend/ontwikkeling in ondernemersland is het ‘betrekken’ van duurzaamheid in het businessmodel. Het gaat niet alleen om het behalen van een financieel rendement, maar ook of de onderneming maatschappelijke goede dingen doet.

Houdt de markt (trends/ontwikkelingen/concurrenten/klantbehoeften) voortdurend in de gaten en ageer!

Wet Bevordering Speur- & Ontwikkelingswerk (WBSO) in het kort

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

In een van mijn vorige blogs is de WBSO al eens aangehaald als subsidie mogelijkheid. Wij willen hier nu iets verder op ingaan, omdat deze subsidie mogelijkheid vaak onbenut blijft. Wij als LDE Accountants werken zeer nauw samen met WBSO Portaal (www.wbsoportaal.nl). U kunt nu de voorbereidingen gaan treffen voor uw aanvraag in 2014.

De WBSO is bedoeld voor innoverende (dit moet je ruim zien) ondernemers in Nederland, van zelfstandige tot midden- en kleinbedrijf tot multinational, van starter tot familiebedrijf.
Het maakt niet uit hoe groot de onderneming is of in welke bedrijfssector u werkt.

De WBSO kan verkregen worden voor:
1. De ontwikkeling van producten of processen, (OP);
2. Technisch wetenschappelijk onderzoek (TWA);
3. Analyse technische haalbaarheid (ATH);
4. Technisch onderzoek (TO).

De WBSO reduceert de belastingdruk voor iedere ondernemer in Nederland die R&D verricht.
a) Voor loonbelastingplichtigen (Bijv. N.V. of B.V.) wordt deze afdracht verrekend via de loonbelastingafdracht. Hier resulteert de WBSO direct in een cashflow verhoging;
b) Voor inkomstenbelastingplichtigen (bijv. eenmanszaak, of VOF) wordt de WBSO via de inkomstenafdracht verrekend. Hier geldt echter een minimum aan R&D inspanning van 500 uren/kalenderjaar.

Het budget voor de WBSO bedroeg in 2013 € 723.000.000,–. Rond Prinsjesdag wordt het budget voor het komend kalenderjaar bekend gemaakt.

Een WBSO-traject kan over meerdere kalenderjaren lopen, echter dient de WBSO-aanvraag ieder kalenderjaar opnieuw te worden ingediend. U kunt aanvragen voor een periode van 3,4,5,6 en 12 maanden. Tussen de projectstartdatum en de indiendatum dient één volle kalendermaand te zitten.

De projecten dienen in een EU-land door Nederlandse belastingplichtige personen te worden uitgevoerd.

WBSO-treden voor het kalenderjaar 2013

Loonsom kleiner dan € 200.000,– Technostarter 50% – Geen Technostarter 38%
Loonsom groter dan € 200.000,– Technostarter 14% – Geen Technostarter 14%
Technostarterstatus: U krijgt de technostarter status wanneer u in één of meer van de vijf voorgaande kalenderjaren geen ondernemer bent geweest en in die periode niet vaker dan twee keer deze WBSO-aftrek hebt toegepast.

Voorbeeld voor zelfstandige:
Uitgangspunten:

  • Er wordt een WBSO subsidie beschikt;
  • U dient 
  • U bent inkomstenbelastingplichtigegedurende de periode minimaal 500 en maximaal 1.800 uren aan S&O-werk te besteden;
  • U bent inkomstenbelastingplichtige.

De aftrek voor zelfstandigen bedraagt € 12.310 en € 18.467,– voor technostarters.

Wij kunnen nog maar één advies geven. Onderzoek (evt. in samenspraak met WBSO portaal) of u in aanmerking kunt komen voor deze geweldige subsidie.

Europese gezondheidskaart (EHIC)

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Sinds 1-1-2006 is het ook in Nederland mogelijk een Europese gezondheidskaart oftewel een European Health Insurance Card (EHIC) aan te vragen. De EHIC wordt in een aantal andere landen binnen de EEG al langer uitgegeven. Met de EHIC heeft u recht op noodzakelijke medische zorg tijdens een tijdelijk verblijf in het buitenland. De EHIC is alleen geldig in landen die vallen binnen de EEG (dit zijn de EU, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein). De EHIC vervangt het huidige E-111 formulier en heeft als doel de procedure m.b.t. het verkrijgen van medische hulp voor Nederlandse verzekerden in het buitenland en de afwikkeling rondom de verleende hulp voor buitenlandse zorgverleners te vergemakkelijken.

Elke burger die een basisverzekering heeft afgesloten en voor een tijdelijke periode naar het buitenland gaat voor bijvoorbeeld vakantie of werk, kan kostenloos in aanmerking komen voor een EHIC. De EHIC is persoonsgebonden en dient daarom voor elk gezinslid apart te worden aangevraagd. Via onderstaande link of een belletje naar uw zorgverzekeraar kunt u snel en eenvoudig zelf uw EHIC aanvragen voor een groot aantal zorgverzekeraars. De EHIC wordt binnen 4 werkdagen, nadat u de aanvraag heeft geplaatst bij u thuis afgeleverd.
Bent u woonachtig in het buitenland, neem dan contact op met uw verzekeraar voor het aanvragen van een kaart.

Rechtstreekse link:
https://www.ehic.nl

Wie het onderste uit de kan wil….

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Achtergrond.
Voor een directeur-grootaandeelhouder (“DGA”) wordt het pensioen vaak in eigen beheer opgebouwd. Een pensioen bij de eigen B.V. heeft vele voordelen, maar ook enkele nadelen. Zo zijn op de eigen B.V. fiscale regels van toepassing die de hoogte van het toe te kennen pensioen beperken. Dat werkt door in de omvang van de pensioenvoorziening en dus in de hoogte van de aftrekbare premies.

Oplossing.
Een B.V., die schijnbaar ruim in haar liquide middelen zat, besloot een pensioenstichting op te richten die geen last zou hebben van die fiscale beperkingen. Om dat te bereiken moest de pensioenstichting vallen onder het regime van de Pensioen en Spaarfondsenwet. Dit is een zeer strikt regime voor echte pensioenfondsen.

Als dat lukte, kon een beter pensioen toegezegd worden aan de DGA en een beter pensioen leidt ook tot een hogere voorziening. In dit geval was er bij de eigen B.V. circa € 1.300.000 gereserveerd terwijl de pensioenstichting een koopsom van ruim € 2.000.000 ontving. Het verschil van € 700.000 wenste de B.V. van haar winst af te trekken.

Daarmee resteerde nog maar een probleem: wat te doen met de koopsom als de DGA voortijdig overlijdt? Anders dan een B.V. mag een stichting dat geld niet als dividend uitkeren aan zijn nabestaanden. Daarom werd gekozen om een contraverzekering af te sluiten. De dochters van de DGA betaalden € 20.000 premie aan de pensioenstichting en zouden in ruil daarvoor bij overlijden van de DGA het restant van de waarde van de polis ontvangen. Op die manier zou de koopsom altijd volledig aan de familie uitgekeerd worden: als pensioen aan de DGA of als verzekeringsuitkering naar de dochters. Een dergelijke contraverzekering is een erkend middel om belastingheffing over sterftewinst te voorkomen. Bij pensioenen in eigen beheer, maar ook bij lijfrenten en stamrechten in de eigen B.V.

Probleem!
De inspecteur had echter moeite met de gekozen opzet waarbij in feite dubbel geprofiteerd zou worden. Jammer genoeg voor de DGA kreeg hij daarbij gelijk van het Gerechtshof. Door het afsluiten van de contraverzekering heeft de nieuwe pensioenstichting namelijk gehandeld buiten de grenzen die de Pensioen en Spaarfondsenwet toestaat. Daarmee vervalt het bijzondere regime en gelden voor de nieuwe pensioenstichting dezelfde regels zoals die eerder ook golden voor de eigen BV van de DGA. De door de B.V. betaalde extra pensioenpremie van € 700.000 is dan ook niet aftrekbaar!

Alternatief.
Het ware beter geweest, hadden de dochters de contraverzekering bij een echte verzekeringsmaatschappij afgesloten. Dan was de aanvullende pensioenpremie ad
€ 700.000 wel gewoon aftrekbaar geweest.

(Uitspraak Gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 13 juni 2013, LJN-nr: CA3888)

Vragen? Uw relatiebeheerder van LDE Accountants zal u graag van dienst zijn.

BTW-factuur tot EUR 100,-: Een kassabon is voldoende!

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De factuurvereisten voor de BTW zijn per 1 januari 2013 sterk vereenvoudigd. Eén van deze wijzigingen houd in dat bij een factuurbedrag tot EUR 100(incl. BTW) een kassabon al voldoende is als factuur voor de BTW-administratie.

Voorheen had u van alle uitgaven een factuur nodig die was uitgereikt op naam van de onderneming. Deze voorwaarde is dus komen te vervallen voor uitgaven tot EUR 100,- (incl. BTW).

Op de kassabon moet wel staan wat u heeft gekocht, bij welke leverancier, de datum en het te betalen BTW-bedrag.

Ook voor de kassabonnen geld een bewaartermijn van 7 jaar. Het is daarom aan te raden een kopie van de bonnen te maken, daar de originele nog al snel blijken te vervagen.

Waarde(n) van de onderneming

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De huidige economische periode wordt door vele onderneming gebruikt om kritisch naar haar kostenstructuur te kijken. Feitelijk een exercitie, die continu uitgevoerd moet worden. Daarbij dient te allen tijde bekeken te worden op welke wijze nieuwe omzet gegenereerd kan worden. Beiden zijn waardeverhogend voor de onderneming.

De waardering van een onderneming gaat uit van een toekomstige geldstroom, die op basis van een kostenvoet (simpelweg gebaseerd op risico) wordt gedisconteerd (contant maken). Door de geldstroom en/of het risico positief te beïnvloeden, kan de waarde positief beïnvloedt worden.

Waardeverhogen
De waarde van de onderneming verhogen, kan duiden op het verbeteren van de verdiencapaciteit. Dit houdt in dat het bedrijfsresultaat wordt verhoogd, dat de werkkapitaalpositie strak wordt gehouden en dat het structurele investeringsniveau van de onderneming wordt aangescherpt. Op deze wijze wordt de geldstroom verbeterd en daardoor de waarde.

Het risico verlagen, kan eveneens waardeverhogend werken. Hierbij moet men denken aan de afhankelijkheid van de DGA/eigenaar, van klanten en/of van leveranciers, maar ook aan de spreiding van het assortiment, de samenstelling van het personeelsbestand en de kwaliteit van de interne organisatie en processen.

Tenslotte
Omzet verhogen en kosten structureren klinkt eenvoudig, maar vergt tijd en energie. Bij het toewerken naar een mogelijke overdracht kan het zeker interessant zijn om de mogelijkheden te beoordelen voor het optimaliseren van de onderneming om zodoende de rendementen te verhogen. Hierdoor kan een hogere waardering gerealiseerd worden.

In het kader van het bedrijfsmatig verkoop klaarmaken van de onderneming om zodoende waarde te creëren, kunnen wij u van dienst zijn. Neem gerust contact op met ons kantoor.

Samen op koers!

De kostenvoet in de waardering

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

In eerder blogs is een beschrijving gegeven van enkele waarderingsmethoden. Het is voor de waardering van belang dat de berekende geldstromen contant gemaakt worden. Het contant maken van de geldstromen wordt disconteren genoemd. Hiervoor dient een kostenvoet berekend te worden.

Wat is een kostenvoet?
Partijen die vermogen ter beschikking stellen, stellen eisen aan hun gewenste rendement. Er is sprake van kosten van vreemd vermogen en kosten van eigen vermogen. De rendementseisen van de vermogensverschaffers hangen af van het risico dat de verschaffers inschatten. Hoe groter de ingeschatte risico’s, des te hoger de rendementseis.

De rendementseis van vreemd vermogensverschaffers bestaat uit een risicovrije rentevoet en een kredietopslag. De rendementseis van eigen vermogensverschaffers bestaat uit de risicovrije rentevoet plus een opslag die afhankelijk is van de volatiliteit van de rendementen van het aandeel.

De onderdelen van de kostenvoet
De kostenvoet bestaat dus uit verschillende onderdelen. Voor de berekening van de kostenvoet zijn verschillende databronnen nodig om de onderdelen van de kostenvoet te verkrijgen. Onderstaand wordt ingegaan op de verschillende onderdelen van de kostenvoet (eigen vermogen).

Risicovrije rente
Voor de risicovrije rente (de rente die de meest kredietwaardige partners elkaar in rekening brengen) wordt doorgaans de rente van de 10-jaars Nederlandse Staatsobligatie gebruikt.

Marktrisicopremie
De marktrisicopremie is het door aandeelhouders additioneel geëiste rendement voor het beleggen in risicovolle aandelen in een onderneming. Met additioneel wordt bedoeld het historisch marktrendement boven de risicovrije rente.

Beta
De mate waarin het rendement van een onderneming gerelateerd is aan de bewegelijkheid van de markt is het systematisch risico, ofwel marktrisico. De gehele markt/branche is onderhevig aan dit risico en niet alleen de specifieke onderneming. Het risico wordt aangeduid met beta. De beta voor de gehele markt bedraagt 1.

Premies
Naast het marktrisico zijn specifieke (MKB) ondernemingen veelal nog gevoelig voor andere risicofactoren. Vandaar dat doorgaans een size premie en een specifiek ondernemingsrisico meegenomen wordt in de kostenvoet. Dit risico geeft het risico van de onderneming weer, waarbij onder andere gekeken wordt naar de omvang van het bedrijf als geheel, de stabiliteit van de resultaten, de omvang van het vreemd vermogen, de organisatie van de onderneming, diversificatie op het gebied van de doelgroep en/of de producten/diensten.

Tenslotte
Het bepalen van de kostenvoet, te gebruiken in de waardering, vereist een goed inzicht in de markt en de omgeving van de onderneming teneinde de risico’s in te schatten. Neem gerust contact op met ons kantoor, indien u vragen heeft over de waardering van uw onderneming.

Samen op koers!