Transitievergoeding en loondispensatie

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De vraag in een procedure bij de kantonrechter was of bij de berekening van de hoogte van de transitievergoeding en de gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging rekening moet worden gehouden met een ontvangen loondispensatie.
De basis voor de berekening van de transitievergoeding is het loon. Het begrip loon moet in dit verband worden opgevat als de vergoeding die de werkgever aan de werknemer verschuldigd is voor de bedongen arbeid. In het Besluit loonbegrip vergoeding aanzegtermijn en transitievergoeding wordt het loon omschreven als het bruto uurloon vermenigvuldigd met de overeengekomen arbeidsduur per maand.

Volgens de kantonrechter telt het bedrag aan loondispensatie dat een werkgever van het UWV heeft ontvangen en bij iedere loonbetaling heeft uitbetaald aan de werknemer niet mee als brutoloon van de werknemer. Bij de berekening van de hoogte van de transitievergoeding hoeft met deze doorbetaalde bedragen geen rekening gehouden te worden. Bepalend daarvoor vond de kantonrechter dat in de arbeidsovereenkomst duidelijk was vermeld dat het bruto salaris voor 40% loon betrof en voor het overige deel de van het UWV ontvangen loondispensatie. Nadat de periode van loondispensatie was geëindigd ontving de werknemer van de werkgever 40% loon en een Wajong-uitkering van het UWV. De loondispensatie was niet afhankelijk van de door de werknemer te verrichten arbeid, maar betrof een persoonsgebonden uitkering. Een arbeidsdeskundige heeft vastgesteld dat de arbeidsprestatie van de werknemer niet meer dan 40% bedroeg van een reguliere arbeidsprestatie.

Ook voor de berekening van de hoogte van de gefixeerde schadevergoeding wegens onregelmatige opzegging hoeft geen rekening gehouden te worden met de loondispensatie. Deze schadevergoeding is gelijk aan het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging zou hebben voortgeduurd.

Hoger beroep ontbinding arbeidsovereenkomst

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Tegen een beschikking waarbij de kantonrechter een arbeidsovereenkomst ontbindt, staat hoger beroep bij het gerechtshof open. Het hoger beroep moet worden ingesteld binnen drie maanden na de dag van de uitspraak van de kantonrechter. Wordt het hoger beroep later ingesteld, dan zal het gerechtshof het beroep in beginsel niet-ontvankelijk verklaren.

De termijn van drie maanden na de uitspraak geldt ook wanneer de beschikking van de kantonrechter voorwaardelijk is, omdat de indiener de gelegenheid krijgt om het verzoek in te trekken. Ongeacht of het verzoek tot ontbinding wordt ingetrokken of niet heeft de kantonrechter definitief beslist op dat verzoek. Alleen de uitkomst is afhankelijk van de vervulling van de voorwaarde. De termijn wordt niet verlengd met de periode waarbinnen het verzoek om ontbinding kan worden ingetrokken.
Omdat termijnen waarbinnen rechtsmiddelen moeten worden ingesteld van openbare orde zijn, moet de rechter deze ambtshalve toepassen. Dat betekent dat de rechter altijd moet beoordelen of tijdig beroep of hoger beroep is ingesteld, ongeacht of een van de partijen een beroep heeft gedaan op overschrijding van de termijn. Alleen onder bijzondere omstandigheden kan een uitzondering op de termijn worden gemaakt.

Aansprakelijkheid werkgever

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Als hoofdregel geldt dat de werkgever aansprakelijk is voor de schade die een werknemer tijdens het uitvoeren van zijn werk oploopt. Er geldt een uitzondering op de hoofdregel als de werkgever kan aantonen dat hij voldoende voorzorgsmaatregelen heeft getroffen. Een andere uitzondering geldt voor schade die het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Welke maatregelen een werkgever moet treffen om te voorkomen dat de werknemer in de uitoefening van zijn werkzaamheden schade lijdt, hangt af van de omstandigheden van het geval.

De werkgever heeft de verplichting om zijn werknemers te voorzien van goede instructies, zodat zij weten hoe zij veilig kunnen werken. Dat geldt ook als het werk eenvoudig is. Juist bij eenvoudig werk komt voor dat de werknemer minder oplettend en voorzichtig is. De werkgever moet daar rekening mee houden bij het geven van veiligheidsinstructies.

Ontbinding arbeidsovereenkomst wegens disfunctioneren

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Een werkgever kan de kantonrechter verzoeken de arbeidsovereenkomst met een werknemer te ontbinden wegens disfunctioneren. In de terminologie van de wet gaat het dan om ongeschiktheid van de werknemer om de bedongen arbeid te verrichten door een andere oorzaak dan ziekte of gebreken. Ontbinding op die grond is alleen mogelijk als voldoende vaststaat dat sprake is van disfunctioneren, de werkgever de werknemer daarvan tijdig in kennis heeft gesteld, hem de gelegenheid heeft gegeven om zijn functioneren te verbeteren en de ongeschiktheid niet het gevolg is van onvoldoende scholing of van de arbeidsomstandigheden. Is aan al deze voorwaarden voldaan, dan zal vervolgens aannemelijk moeten zijn dat het niet mogelijk is om de werknemer in een andere passende functie te herplaatsen.

Casus
In een procedure oordeelde de kantonrechter dat de werkgever voldoende onderbouwd had dat een werknemer niet over de voor de functie vereiste vaardigheden beschikte. Het ging om houding, gedrag en wijze van communiceren, zowel richting collega’s als richting klanten. De werknemer was daar meerdere keren op aangesproken, maar had daar niets mee gedaan. Daar kwam bij dat de resultaten van de werknemer niet voldeden aan de doelstellingen. De kantonrechter was verder van oordeel dat de werkgever de werknemer voldoende tijd en gelegenheid had gegeven om zich te verbeteren. De procedure betrof een senior manager. Volgens de kantonrechter mag van iemand op dat functieniveau worden verwacht dat hij in staat is om aan de hand van ontvangen feedback een verbeterplan met concrete doelen op te stellen. Uit een dergelijk verbeterplan moet blijken dat de werknemer begrijpt en erkent dat verbetering van zijn functioneren nodig is en dat hij gemotiveerd is om die verbeterpunten aan te pakken. De werknemer in deze procedure was daartoe niet in staat gebleken. De kantonrechter vond voldoende aannemelijk dat het de werknemer ontbrak aan vermogen tot zelfreflectie en daardoor aan het vereiste leervermogen om de vereiste vaardigheden te verwerven of te verbeteren. De enige vacature van de werkgever betrof een vergelijkbare functie op senior managementniveau. De kantonrechter achtte herplaatsing in een passende andere functie niet mogelijk en ontbond de arbeidsovereenkomst.

Mogelijkheid intrekking ontbindingsverzoek

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Mag de kantonrechter de gelegenheid geven om een verzoek tot ontbinding in te trekken omdat hij van plan is een transitievergoeding toe te kennen? Volgens een werknemer mag dat niet. In hoger beroep voerde de werknemer aan dat de wet de mogelijkheid om het verzoek in te trekken alleen biedt bij het voornemen tot toekenning van een billijke vergoeding en niet bij een transitievergoeding.

In deze casus heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met een werknemer, die al ruim twee jaar arbeidsongeschikt was, voorwaardelijk ontbonden wegens een verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter kende bij ontbinding een transitievergoeding van € 74.312 toe. De werkgever had gevraagd om ontbinding zonder toekenning van een transitievergoeding. De werkgever heeft gebruik gemaakt van de mogelijkheid het verzoek tot ontbinding in te trekken.

Hof Den Bosch is van oordeel dat de kantonrechter de verzoeker de mogelijkheid tot intrekking moet geven wanneer de kantonrechter voornemens is een billijke vergoeding toe te kennen. De wet sluit niet uit dat de kantonrechter de gelegenheid geeft het verzoek in te trekken wanneer geen sprake is van het voornemen om een billijke vergoeding toe te kennen. De wet verbiedt intrekking niet en stelt intrekking ook niet afhankelijk van toestemming van de wederpartij. Volgens het hof had de kantonrechter in dit geval voldoende reden en aanleiding voor een voorwaardelijke beschikking. In het geval van een slapend dienstverband na twee jaar arbeidsongeschiktheid is het niet onredelijk om het dienstverband aan te houden om geen transitievergoeding te hoeven betalen.

Wederindiensttredingsvoorwaarde

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Toestemming van het UWV om de arbeidsovereenkomst met een werknemer wegens bedrijfseconomische redenen op te zeggen wordt verleend met toepassing van de wederindiensttredingsvoorwaarde. Deze voorwaarde houdt in dat de werkgever, wanneer hij binnen 26 weken iemand wil aannemen voor de werkzaamheden die de ontslagen werknemer verrichtte, eerst de ontslagen werknemer de kans moet bieden om zijn oude baan weer te vervullen voordat hij een ander mag aannemen. Houdt de werkgever zich niet aan deze voorwaarde, dan kan de ontslagen werknemer de kantonrechter verzoeken om de opzegging van de arbeidsovereenkomst te vernietigen of om de werkgever te verplichten om een billijke vergoeding aan hem te betalen. Dat verzoek moet gedaan worden binnen twee maanden na de dag waarop de werknemer op de hoogte is geraakt van het overtreden van de wederindiensttredingsvoorwaarde. Wordt het verzoek te laat gedaan, dan kan de kantonrechter het verzoek niet ontvankelijk verklaren.

Omvang loondoorbetalingsverplichting

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Werkgevers zijn verplicht gedurende de eerste twee jaar van ziekte het loon van een zieke werknemer door te betalen. In de wet is geregeld welk deel van het loon in ieder geval betaald moet worden. In het eerste ziektejaar moet de werkgever minstens 70% van het loon, maar niet minder dan het wettelijk minimumloon doorbetalen. Na het eerste jaar vervalt de eis dat niet minder dan het wettelijk minimumloon doorbetaald moet worden. De eis dat minstens 70% van het loon wordt doorbetaald blijft wel in stand. In een cao kan worden vastgelegd dat een hoger bedrag dan het wettelijk minimum wordt betaald. De verplichting om het loon door te betalen kan worden verlengd als de werkgever zich niet houdt aan de verplichting om de werknemer zo snel mogelijk in het arbeidsproces te laten re-integreren.

Hoogte loon bij verlengde doorbetalingsverplichting
Aan een werkgever die niet aan zijn re-integratieverplichtingen voor een arbeidsongeschikte werknemer had voldaan, werd door het UWV een loonsanctie opgelegd. De werkgever moest daardoor het loon van de werknemer in diens derde ziektejaar doorbetalen. Omdat de werkgever niet aan die verplichting voldeed, vorderde de werknemer in kort geding betaling van loon. Volgens de geldende cao had de werknemer in het tweede ziektejaar recht op 90% van zijn loon. De kantonrechter veroordeelde de werkgever tot doorbetaling van 90% van het loon, rekening houdend met de in de cao afgesproken verhogingen per 1 juli 2016 en per 1 januari 2017. In hoger beroep bestreed de werkgever dat hij 90% van het loon moest betalen. Het hof honoreerde het standpunt van de werkgever en verlaagde de doorbetalingsverplichting tot 70% van het loon. Volgens het hof is dat bedrag het uitgangspunt voor de wettelijke regeling van de loondoorbetalingsverplichting bij ziekte. Het hof acht aannemelijk dat de bodemrechter tot eenzelfde oordeel komt.

Wijzigen Arbeidsomstandighedenwet

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Per 1 juli 2017 treedt de gewijzigde Arbeidsomstandighedenwet in werking. De wet wordt op de volgende onderdelen aangepast:

  1. De positie van de preventiemedewerker is versterkt.
  2. De adviserende rol van de bedrijfsarts is verduidelijkt.
  3. Werknemers hebben recht op een consult van de bedrijfsarts.
  4. De positie van de bedrijfsarts en andere arbodienstverleners is verbeterd.
  5. Het basiscontract arbodienstverlening is ingevoerd.

De positie van de preventiemedewerker
Een van deze verplichtingen uit de Arbeidsomstandigheden wet is het aanstellen van een preventiemedewerker. Tot de taken van de preventiemedewerker behoort het opstellen van de risico-inventarisatie en -evaluatie. Om de betrokkenheid bij de keuze van de preventiemedewerker te vergroten heeft het medezeggenschapsorgaan van het bedrijf instemmingsrecht over de persoon en positie van de preventiemedewerker. Het medezeggenschapsorgaan wordt daardoor medeverantwoordelijk voor het functioneren van de preventiemedewerker.

De rol van de bedrijfsarts bij verzuimbegeleiding
De werkgever is verantwoordelijk voor de verzuimaanpak. De bedrijfsarts heeft daarin een ondersteunende rol. Om te voorkomen dat de bedrijfsarts de belangen van de werkgever zwaarder laat wegen dan de gezondheid van de werknemer is de adviserende rol van de bedrijfsarts duidelijker omschreven in de wet.

Consult bij de bedrijfsarts
Iedere werknemer heeft de mogelijkheid om een bedrijfsarts te consulteren. De bedoeling daarvan is dat werknemers de bedrijfsarts consulteren voordat klachten leiden tot verzuim. Toestemming van de werkgever voor een consult is niet nodig. De werkgever mag niet geïnformeerd worden over het consult, de aanleiding daartoe of de uitkomsten van het consult.

Basiscontract arbodienstverlening
De wet stelt minimumeisen aan het contract tussen arbodienstverleners en werkgevers. Het basiscontract omvat de wettelijke taken waarbij een werkgever zich moet laten ondersteunen door een arbodienst. De wet bevat vier specifieke rechten en verplichtingen die moeten bijdragen aan een goede beroepsuitoefening door de bedrijfsarts.

  1. De werkgever moet de bedrijfsarts de gelegenheid geven om iedere werkplek te bezoeken.
  2. De bedrijfsarts moet de werknemer de mogelijkheid bieden om een second opinion te vragen.
  3. De bedrijfsarts moet een klachtenprocedure hebben.
  4. De bedrijfsarts en andere arbodeskundigen hebben het recht om met het medezeggenschapsorgaan te overleggen.

Deze rechten en verplichtingen worden in de overeenkomst tussen werkgever en bedrijfsarts uitgewerkt.

Hof kent in hoger beroep transitievergoeding toe

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Ontslag op staande voet vereist een dringende reden. De werkgever, die een werknemer op staande voet wil ontslaan, moet het ontslag en de dringende reden onverwijld meedelen aan de betrokken werknemer. Als de werknemer het niet eens is met het gegeven ontslag, kan hij de nietigheid daarvan inroepen.

Een werknemer werd na een 18-jarig dienstverband op staande voet ontslagen. De werknemer bestreed het ontslag, omdat hem niet duidelijk was wat de reden voor het ontslag was. De kantonrechter heeft het ontslag op staande voet vernietigd. De werkgever was er niet in geslaagd om bewijs te leveren van een dringende reden voor het ontslag en evenmin van het meedelen van die reden aan de werknemer. De kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst zonder toekenning van een transitievergoeding aan de ontslagen werknemer. Naar het oordeel van de kantonrechter was sprake van wangedrag van de werknemer als aanleiding voor het ontslag.

In hoger beroep tegen de beschikking van de kantonrechter bestreed geen van de partijen de verklaring voor recht dat het gegeven ontslag op staande voet nietig was. Ook de door de kantonrechter uitgesproken ontbinding van de arbeidsovereenkomst werd niet bestreden. De ontslagen werknemer was het niet eens met het oordeel dat hij door wangedrag ernstig verwijtbaar had gehandeld. Voor de kantonrechter was dat een reden om hem geen transitievergoeding toe te kennen. Het hof oordeelde dat de werknemer recht had op betaling van loon vanaf de datum van het ten onrechte gegeven ontslag op staande voet tot de datum waarop de arbeidsovereenkomst was ontbonden. Anders dan de kantonrechter had geoordeeld, vond het hof dat het niet aan de werknemer te wijten was dat hij in die periode niet had gewerkt. Omdat naar het oordeel van het hof geen sprake is geweest van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer, moest de werkgever hem alsnog een transitievergoeding betalen.

Ontslag op staande voet vernietigd

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Ontslag op staande voet is een verstrekkende maatregel, die niet licht kan worden genomen. Voor ontslag op staande voet is een dringende reden vereist. Verder moet een ontslag op staande voet onverwijld worden gegeven.

Een medewerker van een camping werd op staande voet ontslagen omdat hij een biljet van € 50 aan fooi zou hebben willen verduisteren. In plaats van het biljet in de fooienpot te stoppen had hij het opgevouwen en onder het pinapparaat gelegd. De medewerker bestreed het ontslag op staande voet met een beroep op vermoeidheid na een dienst van 16 uur. Hof Den Bosch vond de handelwijze van de medewerker onlogisch en verdacht, maar kon niet met voldoende mate van zekerheid vaststellen dat de medewerker de bedoeling had het biljet te verduisteren.

Het hof oordeelde dat het opvouwen en wegstoppen van het biljet niet sneller was dan het scannen van het biljet en opbergen ervan in de fooienpot. De fooienpot en het scanapparaat stonden binnen handbereik. De medewerker had volgens zijn zeggen de fooi onder het pinapparaat gelegd om te voorkomen dat het biljet kwijt zou raken. Wegstoppen van de fooi was niet nodig om te voorkomen dat het biljet door een klant zou worden weggenomen. De handelwijze was verdacht, maar voor ontslag op staande voet is meer nodig is dan de verdenking dat de medewerker de fooi heeft weggestopt om het geld weg te nemen. Het hof acht niet onmogelijk dat de onlogische handelwijze voortkwam uit vermoeidheid