Uw gebruikelijk loon bij de BV zo laag mogelijk houden

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Als dga moet u jaarlijks een gebruikelijk loon aan uw BV onttrekken. Dit is vaak zwaarder belast dan dividend in box 2. Daarom is het van belang dit gebruikelijk loon zo laag mogelijk te houden. Hoe kan dat en wat scheelt het per saldo?

Gebruikelijkloonregeling
Anders dan veelal gedacht wordt, bedraagt het gebruikelijk loon in 2022 niet standaard € 48.000. Het gebruikelijk loon moet namelijk worden vastgesteld op 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking of op het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn bij uw BV, indien één van deze bedragen meer is dan € 48.000. Let op.  Alleen als het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is dan € 48.000, wordt het gebruikelijk loon vastgesteld op dit bedrag. U met dit dan wel aantonen.

Niet standaard € 48.000
Een gebruikelijk loon van € 48.000 is dus lang niet altijd voldoende en eerder bedoeld als minimum. Let op.  Ga hiermee dus niet de fout in, want op correcties achteraf, inclusief rente en wellicht zelfs een boete, zitten u en uw BV natuurlijk niet te wachten. Een gebruikelijk loon van deze omvang is eigenlijk alleen verdedigbaar als u voor een dergelijk brutosalaris in een soortgelijk dienstverband aan de slag zou gaan.

Gebruikelijk loon beperkt houden

Bijtelling auto in mindering
Een van de manieren om uw gebruikelijk loon te verminderen, is via de auto van de zaak. U mag namelijk de fiscale bijtelling voor het privégebruik van de auto van de zaak op uw gebruikelijk loon in mindering brengen. Een auto met een cataloguswaarde van bijv. € 80.000 en een bijtelling van 22%, betekent dus dat u jaarlijks € 17.600 (€ 80.000 x 22%) minder aan gebruikelijk loon hoeft op te nemen.

Kostenvergoedingen in mindering
Ook kostenvergoedingen kunt u in mindering brengen op het gebruikelijk loon, op voorwaarde dat deze individualiseerbaar zijn. Het is niet van belang of de kostenvergoedingen belast of onbelast zijn. Denk bijv. aan een onbelaste vergoeding voor maaltijden of congresbezoek of aan een belaste vergoeding voor representatieve kleding.

Beperk loon meestverdiener

Wellicht heeft uw BV behoefte aan één of enkele werknemers die fors meer verdienen dan u, waardoor u aannemelijk moet maken dat uw gebruikelijk loon lager ligt. U kunt dan in overleg de optie onderzoeken om deze mensen als zzp’er in te huren in plaats van in dienst te nemen. U moet er dan wel van uitgaan dat ze niet alleen voor uw BV gaan werken. Let op.  Zorg ook voor een modelovereenkomst, zodat uw BV achteraf niet met naheffingen geconfronteerd wordt.

Toch meer inkomen nodig?

Heeft u uw gebruikelijk loon binnen de wettelijke mogelijkheden kunnen verlagen, maar heeft u toch meer inkomen nodig, maak dan liever gebruik van de werkkostenregeling of keer dividend uit, in plaats van bijv. een belaste bonus.

Gebruik werkkostenregeling
Binnen de werkkostenregeling moet u er wel rekening mee houden dat de uitkering voldoet aan de gebruikelijkheidstoets, dus maak het niet te bont. Uitkeringen tot € 2.400 per jaar zijn echter sowieso toegestaan en dat geldt ook voor uw partner indien deze op de loonlijst staat.

Keer dividend uit
Ook dividend is fiscaal veelal een stuk ‘goedkoper’ dan extra salaris in box 1, zelfs als uw BV een vennootschapsbelastingtarief van 25,8% zou kennen. De belastingdruk op dividend bedraagt dan immers nog steeds maar 45,76%, tegen een toptarief in box 1 van 49,5%. Betaalt uw BV maar 15% vennootschapsbelasting, dan bedraagt de belastingdruk zelfs maar 37,87%.

Het loont vaak om uw gebruikelijk loon laag te houden. Vergeet dus niet de fiscale bijtelling voor uw auto van de zaak en kostenvergoedingen, belast en onbelast, erop in aftrek te brengen. Onthoud verder dat de werkkostenregeling en dividend in de regel fiscaal een stuk voordeliger zijn dan salaris.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-5340001.

Auto van de zaak vijf jaar oud, wat gaat dat privé kosten?

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Als uw auto van de zaak vijf jaar oud is, gaat de privébijtelling veranderen. Maar wat betekent dit precies voor u en voor uw werknemers? En wat als u helemaal elektrisch rijdt? Helaas zullen deze kosten niet dalen. Voor wie niet?

Bijtelling privégebruik auto van de zaak

Als u of een van uw werknemers in een auto van de zaak rijdt, is de bekende bijtelling van toepassing. Dit is een vast percentage van de cataloguswaarde en wordt pas na vijf jaar herzien. Concreet betekent dit dat er voor auto’s die in 2016 voor het eerst op kenteken zijn gezet, dit jaar (2021) iets gaat veranderen, maar wat precies?

Bijtelling in 2016. Als een auto van de zaak in 2016 voor het eerst op kenteken was gezet, was de bijtelling afhankelijk van de CO2 -uitstoot. Voor volledig elektrische auto’s bedroeg de bijtelling 4%. Afhankelijk van de omvang van de CO2 -uitstoot bedroeg de bijtelling voor niet-elektrische auto’s 15, 21 of 25%. De bijtelling geldt voor een periode van 60 maanden, te rekenen vanaf de eerste maand na het op kenteken zetten van de auto. Voor een auto die bijv. op 7 april 2016 voor het eerst op kenteken is gezet, geldt de bijtelling uit 2016 dus tot 1 mei 2021.

Wat na vijf jaar?

Na de periode van 60 maanden moet u uitgaan van de wetgeving die dan geldt voor de betreffende auto. Momenteel krijgen alleen nog volledig elektrische auto’s een korting van 10% op de normale bijtelling en alleen nog tot een cataloguswaarde van € 40.000. Voor alle andere auto’s geldt momenteel een bijtelling van 22%, maar deze geldt weer niet voor auto’s van voor 2017. Daarvoor is de normale bijtelling 25%.

Wat betekent dit concreet? Volledig elektrische auto’s uit 2016 krijgen in de loop van 2021 een bijtelling van 15% over de eerste € 40.000 van de cataloguswaarde. Over het meerdere van de cataloguswaarde wordt de bijtelling 25%. Er wordt namelijk een korting van 10% verleend op de normale bijtelling. Voor auto’s van voor 2017 is de normale bijtelling 25% en dus wordt de korting van 10% hierover berekend en komen we uit op: 25% -/- 10% = 15% tot een cataloguswaarde van € 40.000. Over het meerdere wordt de bijtelling dan 25%. De bijtelling van 25% gaat ook gelden voor alle niet-elektrische auto’s. Er bestaat namelijk geen korting meer op basis van een verminderde CO2 -uitstoot en dus gaan alle niet-volledig elektrische auto’s naar een bijtelling van 25%.

Situatie ondernemer. Voor u als ondernemer in de inkomstenbelasting betekent dit dat uw auto waarvoor u bij aanschaf nog een korting op de bijtelling kreeg, duurder wordt qua bijtelling door een hoger bedrag bij de winst te tellen. Alleen als uw bijtelling vanaf 2016 al 25% was, blijft dit gelijk.

Situatie werknemer en dga. Het hiervoor genoemde geldt ook voor werknemers, waaronder dga’s, met een auto van de zaak uit 2016. Dezelfde auto gaat zwaarder belast worden in het loonzakje, waardoor men per saldo netto minder van het salaris overhoudt. U moet als werkgever namelijk de bijtelling inhouden via de loonheffing, dus de hogere bijtelling merkt de werknemer direct in zijn portemonnee.

Wat scheelt dat nu? Hier volgt een voorbeeld van een elektrische auto van € 60.000 en een hybrideauto van € 45.000.

Bijtelling elektrische auto
2016: € 60.000 x 4% €   2.400
2021: € 40.000 x 15% + € 20.000 x 25% € 11.000
Bijtelling hybrideauto
2016: € 45.000 x 15% €   6.750
2021: € 45.000 x 25% € 11.250
   

Een auto van de zaak uit 2016 gaat zowel voor u als ondernemer als voor uw werknemer en de dga in 2021 fors meer kosten, behalve als de bijtelling nu al 25% is. Ondanks het fiscale voordeel van een elektrische auto, wordt ook deze helaas fors duurder.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-5340001.

Met de auto van de zaak naar de zon

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Als u met de auto van de zaak op vakantie naar het buitenland gaat, hoe zit het dan met de in het buitenland gemaakt kosten? Wat moet u vooral niet vergeten?

Autovakantie:
De vakantie staat weer voor de deur en dus trekken we er weer massaal op uit. Daarbij wordt vaak de auto gebruikt om op de vakantiebestemming te komen. Gebruikt u hiervoor de auto van de zaak, denk er dan aan dat ook de in het buitenland gemaakte kosten zakelijk zijn en dus voor uw BV aftrekbaar.

Brandstof, tolkosten, reparaties:
Onderweg tankt u natuurlijk een aantal keer en als het tegenzit, moet u wellicht ook de garage nog opzoeken. Deze kosten zijn, omdat het een auto van de zaak betreft, zakelijk en dus aftrekbaar. Ook al maakt u die kosten tijdens uw vakantie. Als “tegenprestatie” voor uw privégebruik moet u immers al belasting betalen via de bekende bijtelling en daarmee is in beginsel de kous af.
Alle kosten die u onderweg maakt, zijn dus in principe aftrekbaar en dat geldt ook als de kosten in het buitenland gemaakt zijn. Het is natuurlijk wel van belang om voor bewijs te zorgen. Bewaar dus benzinebonnen, facturen van reparaties, toltickets, e.d..

Extra bijtelling privégebruik:
Houd er wel rekening mee da de bijtelling voor privégebruik in beginsel het wettelijke vastgestelde percentage is, maar da de inspecteur hiervan mag afwijken bij relatief veel privégebruik. Hij zal dit dan wel aannemelijk moeten maken. Maar als u even heel kort door de bocht genomen, vier keer per jaar met de auto op vakantie naar Italië gaat, is dit natuurlijk een koud kunstje. Overdrijf het dus ook weer niet.

Wat met de buitenlandse btw:
Ook de btw op de kosten van uw auto van de zaak is voor uw BV aftrekbaar, zelfs als het facturen tijdens een buitenlandse vakantie betreft. Dit vergt wel de nodige administratieve inspanningen. Bovendien gelden er aanvullende eisen, zoals een minimumbedrag van € 50,– als grens voordat de btw geclaimd kan worden. Het terugvragen van de in het buitenland betaalde btw verloopt digitaal via Nederlandse Belastingdienst. Bij het terugvragen moet u de betaalde btw per land specificeren. Soms moet u de factuur meesturen.

 

Tijdelijk andere leaseauto: Dubbele bijtelling?

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

TIJDELIJK ANDERE LEASEAUTO: DUBBELE BIJTELLING?

U rijdt zakelijk en privé in een kleine, energiezuinige auto van de zaak met een lage bijtelling. Met deze hoofdauto draagt u bij aan een schoner milieu. Van uw werkgever mag u voor de vakantie of voor langere ritten tijdelijk gebruik maken van een grotere, minder energiezuinige, auto. Goed geregeld! Maar loopt u geen risico op dubbele bijtelling, voor de hoofdauto over het hele jaar plus af en toe over de tijdelijke auto?

Zekerheidshalve heeft de Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen (VNA) hierover afspraken gemaakt met de Belastingdienst. In de periode dat u in de tijdelijke auto rijdt, mag de hoofdauto u niet ter beschikking staan. Dan vervalt de bijtelling over de hoofdauto. Daar moet u wel wat voor doen. Per tijdelijke auto moet u dit schriftelijk vastleggen. En u moet telkens de hoofdauto, de papieren en de sleutels bij de werkgever of de leasemaatschappij inleveren.

Mocht u nog vragen hebben neem dan contact met ons op (013-5340001).

Kentekencamera’s geen bewijs, einde aan de bijtelling?

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Kentekencamera’s geen bewijs, einde aan de bijtelling?

 

Wat is er gebeurt?
Vrijdag 24 februari 2017 heeft de Hoge Raad bepaald dat de Belastingdienst geen gebruik mag maken van de gegevens die de KLPD verzamelt met haar ANPR camera’s (Automatic Number Plate Recognition = kentekenherkenning).

Die camera’s maken inbreuk op de privacy. Dat werd door de Belastingdienst weliswaar erkend, maar ondergeschikt geacht aan haar taak om belastingopbrengst te genereren (in dit geval door fiscale overtredingen vast te stellen). De Hoge Raad besliste echter dat die redenering niet opgaat en dat de privacy voorrang heeft.

 

Wat was de aanleiding?

Als er met een auto van de zaak jaarlijks niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden gereden wordt is er geen bijtelling verschuldigd, de zogenaamde “regeling geen privégebruik”. Voorwaarden zijn onder andere dat de berijder zich meldt bij de Belastingdienst en dat hij/zij een gedetailleerde administratie bijhoudt van alle gereden kilometers.

De Fiscus controleert die kilometeradministraties soms en maakt daarbij ook gebruik van de gegevens van de kentekencamera’s van de KLPD. Enkele berijders hebben die handelwijze aan de rechter voorgelegd omdat ze van mening waren dat de Belastingdienst onrechtmatig gebruik maakte van die gegevens.

 

Is controle op privégebruik nu onmogelijk en kan ik me daarom aanmelden voor de regeling geen privégebruik?

Neen. Als de fiscus het privégebruik van de auto van de zaak wil corrigeren, kan ze weliswaar geen gebruik meer maken van de gegevens van de kentekencamera’s van de KLPD. Dat wil echter niet zeggen dat er geen controle op de kilometeradministratie meer mogelijk is. Alleen dat die controle voor de fiscus moeilijker wordt.

In feite gaan we hiermee terug naar situatie van enkele jaren geleden, toen die controles ook zonder ANPR gegevens gedaan werden (en ook toen al regelmatig leidden tot naheffing).

 

Ons advies:

Meldt u alleen aan voor de “regeling geen privégebruik” als u inderdaad minder dan 500 kilometer voor privé met uw auto van de zaak rijdt en als u bereid en in staat bent om de gereden kilometers volledig te documenteren.

 

Is dat het einde van de zaak?

Naar mijn mening niet, ik acht de kans behoorlijk groot dat de wet aangepast wordt om de fiscus toegang te geven tot –sommige- gegevens van de kentekencamera’s.

En vervolgens dat deze nieuwe wet voorgelegd zal worden aan de rechter om getoetst te worden aan artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.

 

Mocht u naar aanleiding van dit blog nog vragen hebben of nadere informatie wensen, dan verzoeken wij u om contact met ons op te nemen (013-5340001).