Dit wijzigt er in 2023 voor hypotheken

Zoals ieder jaar hebben er ook op 1 januari 2023 wijzigingen op hypotheekgebied plaatsgevonden. Welke wijzigingen hebben er op hypotheekgebied plaatsgevonden? Wat is goed daarover te weten?

Hoogte maximale hypotheek

Leennormen Nibud. Ieder jaar stelt het Nibud de financieringspercentages vast die bepalen hoeveel iemand kan lenen. In 2023 zorgt dit ervoor dat bij inkomen dat gelijk blijft aan het inkomen in 2022 er minder geleend kan worden. Wel mogen hypotheekverstrekkers vanaf 2023 het tweede inkomen volledig meenemen bij de bepaling van het financieringspercentage. In 2022 was dat 90%.

Drie voorbeelden uitgaande van 5% toetsrente
InkomenMax. hyp. 2022Max. hyp. 2023
2 x € 40.000€ 372.563€ 366.353
1 x € 120.000€ 596.101€ 577.473
2 x € 30.000€ 246.823€ 251.480


Wijzigingen NHG.
 De maximale koopsom voor een hypotheek met NHG stijgt naar € 405.000 en € 429.300 inclusief energiebesparende voorzieningen.

Invloed hogere rente studieschuld

De rente voor de studieschuld was een aantal jaren 0%, maar gaat nu omhoog. Vanwege deze hogere rente gaan hypotheekverstrekkers een hoger maandbedrag meetoetsen voor het bepalen van de maximale hypotheek.

Wat betekent dit concreet? Bij een studieschuld van € 15.000 gaat het mee te toetsen maandelijkse bedrag van € 97,50 naar € 112,50. Voor een studieschuld die valt onder het nieuwe stelsel geldt een andere wegingsfactor van 0,35% en voor studieleningen met een looptijd van 35 jaar die ook een rente van 1,78% krijgen, is de wegingsfactor ook weer anders.

Voorbeeld. Een voorbeeld uitgaande van een toetsrente van 5%. Tweeverdieners die ieder € 40.000 bruto per jaar verdienen en beiden een studieschuld van € 20.000 (duur van 15 jaar) hebben, konden in 2022 een bedrag van € 324.130 lenen. In 2023 is dit een bedrag van maximaal € 310.469.

Jubelton afgeschaft

De schenkingsvrijstelling voor de eigen woning is per 1 januari 2023 verlaagd. Ouders mogen aan hun kind tussen de 18 en 40 jaar in 2023 één keer een bedrag van max. € 28.947 belastingvrij schenken voor de aankoop van een eigen woning. Dit geldt niet alleen voor een schenking van ouder(s) aan een kind, maar ook in alle andere situaties. 
Let op.  Zo’n schenking kan maar één keer.

Gespreide jubelton aanvullen. 
Is er in 2022 al een deel van de jubelton geschonken (minimaal € 1), dan kan de schenking in 2023 worden aangevuld tot maximaal € 106.671. Uiterlijk in 2024 moet de jubelton dan alsnog besteed worden aan de eigen woning. Wel moet er in 2022 en 2023 aangifte schenkbelasting gedaan worden.

Overdrachtsbelasting

  • De maximale woningwaarde voor de startersvrijstelling is naar € 440.000 gegaan.
  • Het algemene tarief voor de overdrachtsbelasting is van 8% naar 10,4% gestegen.

Hypotheekrenteaftrek

Het maximale tarief waartegen u de hypotheekrente kunt aftrekken, gaat al een aantal jaren omlaag. In 2023 komt het belastingvoordeel uit op 36,93%. Het eigenwoningforfaitpercentage voor woningen tot een WOZ-waarde van € 1,2 miljoen daalt van 0,45% naar 0,35%. Het eigenwoningforfait is het percentage van de WOZ-waarde wat bij het inkomen moet worden opgeteld voor de inkomstenbelasting.

Het nieuwe NHG-plafond stijgt naar € 405.000 en € 429.300 inclusief energiebesparende voorzieningen. Het tweede inkomen telt voortaan volledig mee. Een studieschuld gaat zwaarder meewegen bij het berekenen van de maximale hypotheek.

Indien u nog vragen heeft neem dan contact met ons op (013-5340001).

Wat is de privébijtelling voor een vakantieauto?

De vakantie komt eraan en dus trekken velen van ons er weer op uit. Heeft u of uw werknemer (of dga) een auto van de zaak? Hoe zit het dan met de bijtelling als u deze voor de vakantie gebruikt of deze tijdelijk inwisselt voor een andere?


Van e-auto naar brandstof?
 
Als we op vakantie gaan, gebruiken we daarvoor nog steeds vaak de auto. Voor degenen met een auto van zaak is het wel van belang hoe het dan zit met de bijtelling, bijv. als u alleen voor uw vakantie privékilometers maakt of tijdens uw vakantie uw elektrische auto omwisselt voor een gewone brandstofauto.

Alleen privégebruik tijdens vakantie?

Als u de beschikking heeft over een auto van de zaak, krijgt u met de bijtelling te maken als u meer dan 500 kilometer privé rijdt. 
Let op. Gebruikt u de auto alleen in de vakantie privé, dan is het dus oppassen geblazen. Veel verder dan Nederland zult u immers niet komen zonder de grens van 500 kilometer, ofwel 250 kilometer enkele reis, te overschrijden. Schiet u over deze grens heen, dan betaalt u dus de bijtelling over het hele jaar!

Twee auto’s. 
Misschien heeft uw werknemer de beschikking over een auto die niet erg geschikt is voor zijn vakantie en krijgt hij u zo gek dat u voor de vakantiemaanden een andere ter beschikking stelt. In dat geval krijgt hij voor beide auto’s met de bijtelling te maken, want beide auto’s staan ter beschikking. Voor de oorspronkelijk ter beschikking gestelde auto zal de bijtelling gelden voor het hele jaar, ervan uitgaande dat deze het hele jaar ter beschikking staat en voor de tweede auto alleen voor de maanden dat deze ter beschikking staat, dus de vakantiemaanden.

Ontkomen? 
De werknemer ontkomt alleen aan de bijtelling als hij per auto niet meer dan 500 kilometer privé rijdt, omgerekend naar een vol jaar. Staat een vakantieauto dus maar één maand ter beschikking, dan ontkomt de werknemer aan de bijtelling voor die ene maand als hij de auto niet meer dan 1 / 12 x 500 km = 41 km privé gebruikt.

Vervangende auto. 
Als er tijdens de vakantie van een vervangende auto gebruik wordt gemaakt, geldt voor beide auto’s de bijtelling over de periode waarop de auto’s ter beschikking staan. Dit is alleen niet zo als er met beide auto’s samen niet meer dan 500 kilometer in het jaar privé wordt gereden. Daarbij moet de auto die tijdens de vakantie niet wordt gebruikt, ook daadwerkelijk niet meer ter beschikking staan, bijv. doordat de sleutels en papieren worden ingeleverd. Zo niet, dan staat de auto nog steeds ter beschikking en geldt dus nog gewoon de volle bijtelling.

Alleen auto voor vakantie? 
Staat alleen voor de vakantie een auto ter beschikking, dan geldt alleen voor deze periode de bijtelling. Ook nu geldt dat dit alleen niet zo is als er met de auto niet meer dan 500 kilometer privé op jaarbasis wordt gereden. Staat de auto maar één maand ter beschikking, dan is dit dus omgerekend weer maximaal 41 kilometer.

Hogere bijtelling

Houd er met name bij de vakantieauto rekening mee dat de inspecteur een hogere bijtelling kan toepassen als dit overeenkomt met een hoger privégebruik. De werknemer die bijv. voor één maand een auto ter beschikking heeft en hiermee 6.000 kilometer privé rijdt, moet er rekening mee houden dat de inspecteur wellicht een hogere bijtelling toepast. Het privégebruik is dan namelijk dermate hoog dat de waarde ervan niet overeenkomt met de bijtelling over één maand. De inspecteur heeft in deze de bewijslast, maar dat is aan de hand van brandstoffacturen, kilometerstanden en digitale hulpmiddelen vaak een koud kunstje.

Heeft u of uw werknemer tijdens uw/zijn vakantie meerdere auto’s ter beschikking, dan geldt er voor iedere auto een bijtelling. Dit is alleen niet zo als er met een auto niet meer dan 500 kilometer per jaar privé wordt gereden. Staat een auto korter ter beschikking, dan geldt dit aantal naar rato.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-5340001.

Handhaving UBO-register door Belastingdienst

Op 14 april 2022 informeerde Minister Kaag van Financiën de Tweede Kamer dat het Bureau Economische Handhaving (BEH) van de Belastingdienst gaat beginnen met de handhaving van organisaties die nog niet hebben voldaan aan de registratieplicht in het UBO-register.

Hierbij geeft de Kamer van Koophandel de gegevens van organisaties door aan het BEH, waarvan diens uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s) na 27 maart 2022 nog niet, niet juist of niet volledig zijn doorgegeven. Hierna neemt het BEH via een brief of telefonisch contact op met de organisaties, waarbij zij de organisaties herinnert aan de ontbrekende gegevens. Indien de UBO’s dan binnen 2 weken op een juiste manier worden geregistreerd, wordt er geen boete opgelegd. Echter, indien er niet binnen 2 weken een juiste of volledige inschrijving in het UBO-register heeft plaatsgevonden, kan de BEH hiervoor een boete of dwangsom opleggen. De boete bedraagt maximaal € 22.500. Er geldt geen maximumbedrag voor een dwangsom.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-5340001.

(Excessieve) leningen bij de eigen B.V.

Wetsvoorstel.

De staatssecretaris is niet gediend van gelden die zonder belastingheffing de B.V. verlaten om bij de aandeelhouder te belanden.

Er is door hem dan ook aangekondigd dat een schuld aan de eigen B.V. aan een maximum gebonden gaat worden. Is uw schuld aan de eigen B.V. (niet de eigenwoninglening, die telt niet mee voor het maximum) hoger dan € 500.000, dan zal het meerdere als een dividenduitkering behandeld worden. U wordt hierover aangeslagen tegen een tarief van 26,9%. Om dat te bereiken is het “Wetsvoorstel excessief lenen door de DGA” ingediend dat volgens planning van het ministerie op 1 januari 2024 in werking zou moeten treden.

Bestaande praktijk.

Nu is dat sowieso een punt van aandacht en het is dan ook aan te bevelen om waar dat mogelijk is uw schulden aan uw B.V. af te lossen tot onder de grens van
€ 500.000 om die heffing tegen bijna 30% te voorkomen.

Echter, ook al geeft dit wetsvoorstel de belastingdienst een nieuw middel in handen, het is niet het enige middel in haar strijd tegen excessieve leningen bij de eigen B.V. Er zijn al enkele middelen die de belastingdienst daarvoor kan inzetten:

  • Zo is bekend dat de fiscus soms de stelling betrekt dat er sprake is van een te belasten dividend in situaties waar het voor de DGA onmogelijk is om de geleende gelden terug te betalen aan de B.V. De redenering daarachter is dat een bank of financieringsmaatschappij in die situatie immers geen lening verstrekt zou hebben aan de DGA. Het feit dat de B.V. dat wel heeft gedaan is een voordeel voor de DGA dat voortvloeit uit de bijzondere relatie tussen de B.V. enerzijds en haar DGA anderzijds. Voordelen die voortvloeien uit de aandeelhoudersrelatie, dat is dividend en dus belast tegen 26,9%.
  • Op 28 juni heeft de rechtbank Gelderland nog een ander middel van de fiscus bevestigd. In dat geval ging het om een DGA die recht had op pensioen uit zijn eigen B.V., maar dat slechts deels liet uitbetalen. Dit omdat de B.V. onvoldoende liquide middelen had om het hele pensioen uit te betalen.
    De belastingdienst is daar tegen opgekomen en stelde dat de DGA een schuld had aan de B.V. en dat dus verrekening van de pensioenuitkeringen met die schuld mogelijk was. De rechtbank vond dat een goed argument. Gevolg was dat ook het niet uitbetaalde deel van de pensioenuitkeringen belast werd bij de DGA (tegen het reguliere progressieve tarief dat nu 19,2 tot 49,5% bedraagt).
    De DGA wordt hier dus gedwongen om zijn schuld aan de B.V. af te lossen en de B.V. wordt gedwongen loonbelasting af te dragen over pensioenen die niet betaald maar verrekend worden.

Conclusie.

Het is prima mogelijk om geld te lenen van de eigen B.V., zelfs voor aanzienlijke bedragen en dat blijft ook zo onder de nieuwe regeling.

Echter, de problemen die er al bestaan voor die gevallen waar geleend wordt zonder dat wordt terugbetaald, blijven ook bestaan. De drempel van € 500.000 is geen garantie dat de belastingdienst daaronder niet heft.

Heeft u vragen over de schuldverhouding met uw B.V.? Contacteer uw relatiebeheerder of de schrijver dezes, wij zullen u graag te woord staan.

Einde thuiswerken, de laptop fiscaal op zijn retour …

Stel, er wordt weer minder thuisgewerkt. Wat betekent dat nu als u uw personeel daartoe heeft voorzien van bijv. een computer, laptop of bureau? Waar moet u dan vooral op letten?


Helft van de werktijd is advies overheid.
 
Corona zorgde voor de opkomst van het thuiswerken, maar wat nu als er weer minder thuisgewerkt gaat worden? Het kabinet adviseerde eerder om maximaal de helft van de werktijd naar kantoor te gaan, als hier ten minste een afstand van anderhalve meter kan worden gehandhaafd. Maar wat betekent een en ander bijv. voor een vergoede, verstrekte of ter beschikking gestelde laptop? Welke actie moet u dan ondernemen?

Wanneer belastingvrij?
U mag gereedschappen, computers, mobiele communicatiemiddelen en dergelijke apparatuur onbelast vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen als deze noodzakelijk zijn voor het werk. Ook een internetabonnement valt hieronder.

Noodzakelijk voor het werk. 
Of deze spullen noodzakelijk zijn voor het werk, laat de fiscus aan uw redelijke oordeel over. Wanneer er echter met behulp van deze apparatuur thuis wordt gewerkt vanwege corona, zal er weinig twijfel zijn.

Einde thuiswerken. 
Als deze zaken zijn vergoed, verstrekt of ter beschikking gesteld, maar niet meer nodig zijn, omdat er niet meer thuis wordt gewerkt, moet de werknemer de spullen aan u teruggeven. Dat geldt ook als de werknemer uit dienst gaat. In plaats van de spullen terug te geven, kan de werknemer ook de waarde van de spullen aan u vergoeden. U mag dan uitgaan van de waarde in gebruikte staat op het moment dat de zaken worden teruggegeven.

Geheel of deels niet van belang.
Of een werknemer volledig thuiswerkt of slechts af en toe, is overigens niet van belang. Doorslaggevend is of de zaken nodig zijn voor het goed kunnen uitvoeren van de werkzaamheden.

Verzwaarde bewijslast BV en zijn DGA.

Bent u DGA, dan is het vrij makkelijk om te stellen dat bepaalde zaken noodzakelijk zijn voor het goed uitoefenen van uw dienstbetrekking. U bent immers uw eigen werkgever. Daarom geldt hierbij voor DGA’s een verzwaarde bewijslast. Dat neemt niet weg dat ook de DGA die thuiswerkt al gauw de noodzaak zal hebben om over een laptop, mobieltje of internetabonnement te beschikken.

Werkkostenregeling.
Hoeft de werknemer na het thuiswerken de spullen niet in te leveren of de restwaarde aan u te betalen, dan zijn ze belast. 

Onze Tip.  
U kunt er dan ook voor kiezen om dit onder te brengen in de werkkostenregeling. Ze blijven dan onbelast. U betaalt er als werkgever dan alleen 80% belasting over als u dit jaar met al uw vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen over de vrije ruimte heen schiet. Deze is overigens ook dit jaar extra verhoogd vanwege corona. Tot een loonsom van € 400.000 bedraagt de vrije ruimte 3% en over het meerdere van uw loonsom is dit 1,18%.

Inrichting werkplek. 
Volgens de Arbowet bent u als werkgever ook verantwoordelijk voor de werkplek bij de werknemer thuis als deze thuis moet werken vanwege corona. Daarom kunt u ook een bureau, stoel en lampen in de werkruimte thuis belastingvrij vergoeden, verstrekken of ter beschikking stellen. Ook nu geldt dat wanneer de werknemer stopt met thuiswerken, hij de spullen weer terug moet geven of de restwaarde aan u moet vergoeden.

Werkt een werknemer niet meer thuis en heeft u hiervoor allerlei zaken vergoed, verstrekt of ter beschikking gesteld, vergeet dan niet dat hij deze weer bij u in moet leveren. U kunt hem ook de restwaarde laten betalen of dit onderbrengen in de werkkostenregeling.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-5340001.

Laatste stand van zaken Corona

Graag houden wij u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen inzake ondernemers en Corona.

Toekomst.

Vandaag is bekend geworden dat de maatregelen zoals ze nu bestaan, waarschijnlijk voortgezet zullen worden in het derde kwartaal. Volgens het laatste nieuws wordt er nog niet gekort of afgeschaald, terwijl dat wel de verwachting was. Ook zou besloten zijn om aflossing van de belastingschulden waarvoor het corona-uitstel geldt te verdelen over vijf jaren. Oorspronkelijk zou dat in drie jaar dienen te gebeuren.

Twee belangrijke tegemoetkomingen voor hard getroffen ondernemers derhalve als ze daadwerkelijk doorgaan. Dinsdag zou hierover mogelijk duidelijkheid komen.

Lopende regelingen.

Verder is een nieuwe ronde van het steunpakket is onlangs geopend. Tot en met 30 juni kan de NOW 5.0 aangevraagd worden en vanaf medio juni kan de TVL Q2 2021 aangevraagd worden.

Graag zetten wij alles hieronder even voor u op een rij.

1.         NOW 5.0

Tot en met 30 juni 2021 kan een tegemoetkoming voor de loonkosten over de periode april, mei en juni aangevraagd worden. Net als in de vorige twee tranches wordt uitgegaan van de loonsom juni 2020. De loonsom wordt verhoogd met een opslag voor werkgeverslasten van 40%. En van die verhoogde loonsom wordt maximaal 85% vergoed.

Voorwaarde is dat u te maken heeft met een omzetverlies van 20% of meer over een aaneengesloten periode van drie maanden die start op 1 april, 1 mei of 1 juni. Als u de vorige tranche ook heeft aangevraagd, dient de periode van omzetdaling aan te sluiten op de periode die u in het vorige tijdvak heeft gekozen.

Let op: in dit kwartaal zal in veel gevallen het vakantiegeld betaald worden. Dit vakantiegeld wordt niet direct vergoed door de NOW! U wordt geacht het vakantiegeld te betalen uit de opslag werkgeverslasten van 40%.

Vanzelfsprekend zijn wij u graag behulpzaam bij een aanvraag, indien gewenst. Neemt u daarvoor contact op met uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of ondergetekende.

2.         TVL Q2 2021

Vanaf medio juni (er is nog geen nadere datum bekend) kan de TVL Q2 2021 aangevraagd worden. Daarvoor is een omzetdaling van 30% vereist. Men gaat daarvoor uit van de omzetdaling zoals die blijkt uit de btw-aangiften.

De btw-omzet van het tweede kwartaal 2021 wordt vergeleken met de btw-omzet van het tweede kwartaal 2019 OF het derde kwartaal 2020. Deze keuze was er eerder niet. De keuzemogelijkheid wordt nu wel geboden, omdat veel ondernemers te weinig omzet behaalden in de vorige referentieperiode (1e kwartaal 2019).

Bovendien is het vergoedingspercentage verhoogd naar 100% (was 85%).

Ook hierbij kunnen wij u uiteraard behulpzaam zijn. Neemt u daarvoor contact op met uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of ondergetekende.

3.         Verlenging steunpakket?

Er wordt op dit moment gepraat over een verlenging van het steunpakket tot en met het derde kwartaal 2021. Het kabinet is meermaals opgeroepen de steunmaatregelen te verlengen. En eind vorige maand gaf het kabinet aan medio mei met een plan te komen voor de steunmaatregelen. Binnenkort weten we dus hopelijk meer.

Voor nadere vragen kunt u terecht bij uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of de heer Eric van Erve. Wij doen er alles aan om u zo goed mogelijk van dienst te zijn en te blijven.

Energie- en Milieu-investeringsaftrek in 2021

De Milieu- en Energielijst 2021 zijn gepubliceerd. Daarin staan investeringen vermeld die duurzaam/milieubesparend zijn en in aanmerking komen voor extra belastingaftrek.

Extra fiscaal voordeel. 
Onlangs zijn de Milieulijst en Energielijst 2021 gepubliceerd. In deze lijsten staan milieubesparende/duurzame investeringen opgenomen. Voorbeelden zijn duurzame gebouwen, vernieuwende milieutechnieken en energiezuinige transportmiddelen. Ieder jaar vinden er wijzigingen plaats. Daarmee probeert de overheid nieuwe technieken te stimuleren. Zo is de Milieulijst 2021 uitgebreid met allerhande elektrische hulpmiddelen voor de bouw (kranen, hijswerktuigen en machines). Ledverlichting staat al langer op de Energielijst, maar hierbij is nu de langere levensduur de maatstaf geworden.

Op de Milieulijst 2021.
Als u investeert in een bedrijfsmiddel dat voorkomt op de Milieulijst 2021, dan kunt u aanspraak maken op de Milieu-investeringsaftrek (MIA). De MIA levert een extra belastingaftrek van 13,5, 27 of 36% op, afhankelijk van de soort investering. Deze belastingaftrek komt bovenop de reguliere Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Daarnaast kan er soms ook aanspraak worden gemaakt op de Vamil-regeling. Deze regeling biedt de mogelijkheid om willekeurig af te schrijven op het duurzame bedrijfsmiddel tot een maximum van 75%. De resterende 25% moet op reguliere wijze worden afgeschreven.

Op de Energielijst 2021. 
Komt uw investering voor op de Energielijst 2021, dan mag u aanspraak maken op 45% Energie-investeringsaftrek (EIA). Hierdoor kan bijv. een investering van € 15.000 in een kachel voor het verwarmen van uw bedrijfsgebouw met biomassa een extra aftrekpost opleveren van € 6.750.

Tijdig aanvragen. 
De aanvraag moet binnen drie maanden na het aangaan van de investeringsverplichting ingediend zijn via RVO.nl. Het aangaan van een investeringsverplichting is bijv. de datum van de opdrachtbevestiging en niet de offerte-, factuur- of betaaldatum.

2021 is sowieso fiscaal een goed jaar om te investeren. De BIK-regeling zorgt er namelijk voor dat u ook nog een mooie korting krijgt op de af te dragen loonheffing. Laat u anders door ons voorlichten.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-5340001.

Laatste stand van zaken Corona

De afgelopen dagen is er veel extra nieuws geweest, dat bij u mogelijk wat onzekerheid of twijfels heeft veroorzaakt. Graag willen wij proberen dit in elk geval iets te verzachten. Omdat de maatregelen weer wat aangescherpt zijn, is gelukkig ook het steun- en herstelpakket verruimd. Eerder voorziene beperkingen zijn van de baan en vanaf het eerste kwartaal van 2021 zijn de tegemoetkomingen ruimer. Hieronder een overzicht van de zeven belangrijkste verruimingen en een extra punt over de benodigde verklaringen voor de avondklok.

1.    Bijzonder uitstel van betaling van belastingen i.v.m. coronacrisis

De basis blijft hetzelfde. Op eerste verzoek ligt de invordering voor drie maanden stil. Daarna kan het uitstel verlengd worden.

Na de verlenging moet nu vanaf 1 oktober 2021 de opgebouwde schuld worden voldaan. Daarvoor krijgt u 3 jaar de tijd. Om recht te doen aan uitzonderlijke gevallen kan deze termijn worden verlengd in overleg met de Belastingdienst.

U krijgt ook tot 1 juli 2021 de tijd om dit uitstel aan te vragen of te verlengen. Als het uitstel al verlengd is, hoeft u niets te doen en loopt het uitstel automatisch tot 1 oktober 2021.

Het gematigd boetebeleid blijft ook van kracht: opgelegde verzuimboetes worden verminderd tot nihil zolang het uitstel loopt.

2.    Overige fiscale maatregelen

Een aantal fiscale maatregelen verbonden aan de coronacrisis worden tevens verlengd tot 1 juli 2021. Het gaat om de volgende zaken:

·        het uitstel van administratieve verplichtingen voor de Wet Arbeidsmarkt in Balans op het gebied van loonheffingen,

·        het akkoord met Duitsland en België over de belastingheffing van grenswerkers,

·        de vrijstelling voor een aantal Duitse netto-uitkeringen,

·        het btw-nultarief op mondkapjes, en:

·        het behoud van hypotheekrenteaftrek als een betaalpauze overeen is gekomen met de bank.

Omdat het thuiswerken waarschijnlijk nog een tijd noodzakelijk blijft, en na corona wellicht ook normaler zal worden, wordt bekeken of daarvoor aanvullende onbelaste kostenvergoedingen kunnen worden vormgegeven. In elk geval blijft het tot 1 april mogelijk om een reiskostenvergoeding aan thuiswerkers onbelast te vergoeden, mits deze al voor 13 maart 2020 door de werkgever werd toegekend. Daarnaast wordt ook in 2021 de vrije ruimte in de werkkostenregeling (WKR) extra verhoogd: voor de eerste € 400.000 van de loonsom mag 3% (in plaats van 1,7%)  onbelast worden vergoed aan werknemers.

Voor ondernemers die aan het urencriterium moeten voldoen, is ook voorzien in een extra tegemoetkoming. De versoepeling houdt in dat ondernemers in het eerste halfjaar van 2021 worden geacht aan dit criterium te voldoen, zodat zij in elk geval niet de zelfstandigenaftrek verliezen door de gevolgen van het coronavirus.

3.     Gebruikelijk loon voor dga’s (alleen als u een BV heeft!)

Gezien de aanhoudende gevolgen van het coronavirus zal het kabinet ook voor 2021 toestaan dat dga’s die te maken krijgen met een omzetdaling van een lager gebruikelijk loon mogen uitgaan. Ten opzichte van de maatregel voor 2020 zal de maatregel voor 2021 op de volgende twee punten worden aangepast:

·        In de regeling voor 2021 zal de omzet over heel het jaar 2021 worden vergeleken met de omzet over heel het jaar 2019. Hiermee beweegt de maatregel mee met de omzetontwikkeling van ondernemers gedurende heel 2021.

·        Er wordt een toegangsdrempel ingevoerd voor een minimum omvang van omzetverlies zoals gebruikelijk bij andere coronasteunmaatregelen, zoals de TVL. De regeling voor 2021 staat open voor vennootschappen die in 2021 ten opzichte van 2019 ten minste 30% omzetverlies hebben geleden.

Belangrijk is dat als voorwaarde blijft gelden dat u niet op een andere wijze geld uit de onderneming haalt (bijvoorbeeld door dividenduitkeringen of onttrekkingen in rekening courant)!

4.      TVL eerste en tweede kwartaal 2021

Deze maatregel als tegemoetkoming in de vaste lasten is flink verruimd, zodat meer ondernemers dan voorheen hierop aanspraak kunnen maken en tevens de subsidiebedragen omhoog gaan.

De ingangsvoorwaarde blijft dat het omzetverlies 30% of meer bedraagt. Er zijn gerichte aanpassingen gemaakt voor kleinere ondernemers, onder meer door verhoging van de minimale TVL-subsidie naar € 1.500 (was € 750). Ook wordt het vergoedingspercentage verhoogd naar 85% in plaats van 50-70%, waardoor hetzelfde omzetverlies leidt tot een hogere tegemoetkoming.

Er wordt bekeken of het vereiste van € 3.000 aan vaste lasten kan worden versoepeld of eventueel losgelaten.

Voor de gesloten detailhandel is ook voorzien in een hogere opslag (opslag VGD) op de TVL, in verband met het feit dat de wintercollectie in veel gevallen volledig zal moeten worden afgeschreven.

Ten slotte gaat het maximumbedrag naar € 330.000 (was: € 90.000).

Al met al wordt de TVL steeds meer een vergoeding voor gemiste omzet ten opzichte van 2019.

In onderstaand overzicht zijn de wijzigingen ten opzichte van eerdere plannen vetgedrukt.

                                                TVL 2                            TVL 3                                      TVL 4

Tijdvak                                    oktober t/m december januari t/m maart ‘21          april t/m juni ‘21

Afbakening sectoren              nee                               nee                                           nee

Minimaal omzetverlies           30%                              30%                                          30%

Subsidiepercentage                50-70%                         85%                                         85%

Maximumbedrag                     € 90.000                       € 330.000                               € 330.000

Minimumbedrag                      € 750                            € 1.500                                    € 1.500

Minimum vaste lasten             € 3.000                         nog niet bekend                    nog niet bekend

Opslag VGD                             5,6%                             21%

Hierbij geeft het kabinet aan dat deze verruimingen betekenen dat de druk op het RVO hoog wordt c.q. blijft. Het kan daarom langer duren voordat een aanvraag wordt behandeld en bedragen worden uitgekeerd dan u tot nu toe gewend bent.

5.     NOW eerste en tweede kwartaal 2021

Ook voor de NOW gaat het vergoedingenpercentage omhoog, van 80% naar 85%. De NOW-aanvraag voor het eerste kwartaal 2021 kan vanaf 15 februari aanstaande worden gedaan. De deadline voor een aanvraag NOW is 14 maart 2021.

Voor het tweede kwartaal zijn de eerder aangekondigde versoberingen geschrapt.

In onderstaand overzicht zijn de wijzigingen ten opzichte van eerdere plannen vetgedrukt.

                                                   NOW 3                                    NOW 4                                  NOW 5

Tijdvak                                       oktober t/m december         januari t/m maart ‘21          april t/m juni 2021

Vergoedingspercentage            80%                                         85%                                         85%

Loonsomvrijstelling                   10%                                          10%                                         10%

Minimaal omzetverlies              20%                                          20%                                         20%

Forfaitaire opslag                       40%                                          40%                                         40%

Maximale vergoeding                 2x dagloon                            2x dagloon                              2x dagloon

Wilt u ons zo spoedig mogelijk laten weten of u wenst dat wij deze aanvraag voor u verzorgen? Dan kunnen wij een en ander optimaal met u afstemmen en waar mogelijk alvast voorbereiden.

6.     Starters

Voor starters komt er een aparte regeling die zoveel mogelijk is gebaseerd op de TVL. De regeling zal gelden voor starters die hun onderneming gestart zijn tussen 1 januari en 30 juni 2020. Voor deze bedrijven zal de referentieperiode dan het derde kwartaal van 2020 zijn en de regeling geldt voor zowel het eerste als het tweede kwartaal van 2021.

Voor de goede orde: als u gestart bent tussen 1 januari en 15 maart 2020 geldt dat u voor de reguliere TVL in aanmerking komt!

Starters die op deze regelingen toch geen gebruik kunnen maken, kunnen voor overbruggingskredieten terecht bij Qredits. Tegen soepele leenvoorwaarden van 1,75% rente voor 4 tot maximaal 6 jaar kan een maximumbedrag van € 35.000 worden geleend.

7.     TONK

De Tijdelijke Ondersteuning voor Noodzakelijke Kosten (TONK) is bedoeld voor huishoudens die door de huidige omstandigheden te maken hebben met een onvoorzienbare en onvermijdelijke terugval in hun inkomen, en die daardoor noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen en voor wie andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden. Dat geldt bijvoorbeeld voor werknemers die hun baan verliezen en geen recht (meer) hebben op een uitkering, of voor zelfstandigen die vanwege de coronamaatregelen hun opdrachten zien verdwijnen maar geen aanspraak op de Tozo kunnen maken.

Bij deze maatregel voorzien wij wat extra hobbels. Dit omdat de TONK wordt vormgegeven binnen het kader van de bijzondere bijstand. Dat betekent dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de uitvoering, en ook relatief ruime bevoegdheden hebben om een eigen koers te varen.

TONK gaat met terugwerkende kracht gelden van 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2021. De volgende contouren, waar gemeenten vanwege de beleidsruimte nog naar eigen inzicht van af kunnen wijken, tekenen zich hierbij af:

·        De focus ligt op woonkosten. Dat is meestal veruit de grootste kostenpost in een huishouden. Een tegemoetkoming maakt dus al gauw veel verschil. Dat wil overigens niet zeggen dat vergoeding voor andere noodzakelijke kosten niet mogelijk is.

·        Bij aanvragen wordt gekeken of sprake is van onvoorziene en onvermijdelijke terugval in het inkomen en naar draagkracht. Draagkracht betekent hier de verhouding tussen het inkomen en vermogen van het huishouden en de noodzakelijke kosten.
Met betrekking tot het inkomen is het actuele inkomen het uitgangspunt. Wat betreft vermogen wordt alleen gekeken naar vermogen waar direct over beschikt kan worden. Vermogen dat vast zit in de eigen woning en pensioenen wordt bijvoorbeeld buiten beschouwing gelaten. Over een vrijstellingsgrens wordt nog gesproken.

Invoering hiervan gaat nog tijd kosten. En van gemeente tot gemeente kan complexiteit en doorlooptijd verschillen. Dat betekent dat niet alle gemeenten tegelijk kunnen starten met uitvoering. Afhankelijk van waar u woont, kan een aanvraag TONK dus wellicht relatief laat worden gedaan.

8.     Avondklok, verklaringen

Vanaf zaterdag 23 januari 2021 geldt de avondklok. Dat betekent dat u tussen 21:00 uur
’s avonds en 04:30 uur ’s ochtends zonder geldige reden niet buitenshuis mag zijn. In uw eigen tuin of op uw eigen balkon mag u overigens wél zijn. Een van de geldige redenen om tóch buitenshuis te zijn, is als u voor werk buiten moet zijn.

Als het nodig is dat u voor werk naar buiten gaat, moet u een ‘werkgeversverklaring avondklok’ EN een ‘eigen verklaring avondklok’ bij zich hebben en kunnen laten zien. Als u als zelfstandige voor uw werk naar buiten moet tijdens de avondklok moet u een ‘eigen verklaring avondklok’ bij zich hebben en kunnen laten zien. Deze formulieren zijn te downloaden via: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/avondklok/formulieren-avondklok

Voor de goede orde: als u naar buiten moet tijdens de avondklok omdat u dringend medische hulp nodig heeft of omdat iemand anders dringend uw hulp nodig heeft, dient u ook een ‘eigen verklaring avondklok’ bij zich te hebben. Deze (medische) noodzaak moet u op de verklaring toelichten. Dat wijst zich vanzelf.

Tevens willen wij u wijzen op onze socials, indien er belangrijk nieuws te melden is zullen wij dit op onze LinkedIn pagina zetten alsmede op onze website.

De komende tijd wordt wellicht nog roeriger dan het toch al is geweest de afgelopen tijd. Voor nadere vragen kunt u terecht bij uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of de heer Eric van Erve. Wij doen er alles aan om u zo goed mogelijk van dienst te zijn en te blijven.

Belangrijke update maatregelen coronavirus

Nu de afgelopen tijd steeds meer duidelijk is geworden over het tweede noodpakket brengen we u graag op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. De financiële noodmaatregelen worden namelijk met vier maanden (dus tot en met 30 september) verlengd. Meer dan in het eerste noodpakket wordt daarbij ook gekeken naar de toekomst: het kabinet wil ondernemers de ruimte en mogelijkheid geven om de bedrijfsvoering alvast aan te passen aan de anderhalvemetereconomie. De verlenging van de NOW (tegemoetkoming in de loonkosten) is het meest in het nieuws geweest, en die komt hier dan ook als eerste aan bod.

Lees snel verder of klik door naar de 6 updates:

  1. De NOW wordt met vier maanden verlengd
  2. Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB
  3. De Tozo-regeling wordt met vier maanden verlengd
  4. Crisispakket ‘NL leert door’
  5. TOFA: Tijdelijke overbruggingsregeling voor flexibele arbeidskrachten
  6. Uitstel van betaling van belastingschulden

1. De NOW wordt met vier maanden verlengd

Vanaf 6 juli kan de tweede tranche van de NOW worden aangevraagd. Dan kan een tegemoetkoming voor de loonkosten over de periode juni, juli, augustus en september gevraagd worden.
Op hoofdlijnen blijft de regeling hetzelfde, met dien verstande dat wordt uitgegaan van de loonsom maart. De tegemoetkoming beloopt maximaal 90% van de loonsom en geldt voor een periode van vier maanden.
Voorwaarde is dat u te maken heeft met een omzetverlies van 20% of meer over een aaneengesloten periode van vier maanden die start op 1 juni, 1 juli of 1 augustus. Als u de eerste tranche ook heeft aangevraagd, dient de periode van omzetdaling aan te sluiten op de periode die u in het eerste tijdvak heeft gekozen.
De opslag voor werkgeverslasten gaat van 30% naar 40%. Deze verruiming heeft ermee te maken dat veel werkgevers in juni vakantiegeld uitbetalen. Door deze opslag wordt dat makkelijker gemaakt, zo is de gedachte. Ook kunnen zo andere lasten dan alleen personeelslasten worden betaald.
Nieuw is een inspanningsverplichting voor werkgevers om hun werknemers te stimuleren om aan bij- of omscholing te doen. Dit om zoveel mogelijk ervoor te zorgen dat werknemers voorbereid zijn op een andere manier van werken of zelfs ander werk. Hoe deze precies wordt vormgegeven en gecontroleerd, is niet duidelijk. Ter ondersteuning hiervan komt een flankerend crisispakket onder de naam ‘NL leert door’ (zie onder 4).

Veel is gezegd en geschreven over twee nadere regels in de NOW: het verbod om dividend of bonussen uit te keren en de zogenaamde ‘ontslagboete’.
Een bedrijf of groep mag bij een beroep op de tweede tranche van de NOW over 2020 geen dividend of bonussen uitkeren of eigen aandelen inkopen. Het verbod om bonussen uit te keren over 2020 ziet overigens alleen op de directie. Aan het overige personeel mogen bonussen wel worden uitbetaald. Voor een dga/bestuurder betekent dit dat in 2020 alleen het basissalaris kan worden uitbetaald.
In de eerste tranche was de zogeheten ‘ontslagboete’ opgenomen. Indien bij het UWV een verzoek werd gedaan om een arbeidsovereenkomst op te zeggen wegens bedrijfseconomische redenen was geregeld dat bij de vaststelling van de subsidie een correctie wordt aangebracht. Het loon van de werknemer voor wie dit ontslag is aangevraagd, wordt verhoogd met 50% en vervolgens in mindering gebracht op de subsidie. Deze verhoging c.q. boete is aangepast. Als ontslag om bedrijfseconomische redenen voor 20 of meer werknemers wordt aangevraagd, zal een korting van 5% van de uiteindelijke NOW-subsidie worden opgelegd. Indien een akkoord is bereikt tussen de werkgever en belanghebbende vakbonden (of een andere vertegenwoordiging van werknemers of om mediation bij de Stichting van de Arbeid is gevraagd, zal deze korting toch niet worden opgelegd.
Belangrijk is dat dit niets afdoet aan het bestaande systeem van ontslagbescherming. De transitievergoeding, bijvoorbeeld, is dus nadrukkelijk niet van de baan.

2. Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB

Deze regeling vervangt binnenkort de TOGS (eenmalig € 4.000), die tot en met 26 juni aanstaande kan worden aangevraagd. Ook deze regeling zal uitgaan van SBI-codes: sectoren die onder de huidige TOGS vallen, komen ook voor de nieuwe regeling in aanmerking. Deze tegemoetkoming is, net als de TOGS, vrijgesteld van btw en inkomstenbelasting/vennootschapsbelasting.
Ingangsvoorwaarde is een omzetverlies van minstens 30%. Hoe hoger dit omzetverlies, hoe hoger de tegemoetkoming. De tegemoetkoming wordt gebaseerd op het totale omzetverlies en het deel van de vaste lasten dat een bedrijf daarmee betaalt. Het gaat om vaste kosten die steeds doorlopen, zoals huur, pacht, onderhoud, verzekeringen, leasecontracten en abonnementen. Loonkosten horen hier niet bij. Die worden gecompenseerd door de NOW.
Hoe de exacte berekening eruit zal zien, is nog niet te zeggen. Wel is inmiddels duidelijk dat deze per sector kan verschillen. Ook is duidelijk dat de tegemoetkoming maximaal € 50.000 zal bedragen.
Er is wel een adder onder het gras: de tegemoetkoming telt mee als omzet voor de NOW.

Het kabinet heeft bovendien nu al aangekondigd te onderzoeken of ondernemingen met hoge vaste lasten, die ook na 1 oktober nog omzetderving houden, en als gevolg van overheidsmaatregelen een lastig toekomstperspectief hebben, door de overheid ondersteund kunnen worden bij het bewegen naar een toekomstbestendig verdienmodel. Meer is nog niet bekend, maar het is wat ons betreft goed dat het kabinet daar nu al mee bezig is.

3. De Tozo-regeling wordt met vier maanden verlengd

Omdat veel zelfstandig ondernemers te maken hadden met een forse inkomstenderving, en zij daardoor onder het sociaal minimum dreigden te komen, zijn in maart de regels inzake bijzondere bijstand versoepeld. Deze versoepeling is Tozo gaan heten. Omdat in veel gevallen nog steeds sprake is van (forse) verliezen is de Tozo verlengd met vier maanden.
In de nieuwe Tozo-regeling zal het inkomen van de partner meetellen. Bij de aanvraag moet daarom verklaard worden dat het huishoudinkomen (en dus niet alleen het inkomen van de zelfstandige) onder het sociaal minimum is gekomen als gevolg van de coronacrisis.

4. Crisispakket ‘NL leert door’

Doel van dit nog uit te werken crisispakket is het ondersteunen van mensen die hun werk als gevolg van de crisis dreigen te verliezen of al verloren hebben en de transitie naar ander kansrijk werk zullen moeten maken. Naast werknemers komen hier ook flexwerkers en zzp’ers voor in aanmerking. Het pakket zal bestaan uit ontwikkeladviezen en online scholing, met een focus op arbeidsmarktrelevante loopbaanstappen.

5. TOFA: Tijdelijke overbruggingsregeling voor flexibele arbeidskrachten

De TOFA is een nieuwe regeling die specifiek is bedoeld voor flexwerkers die als gevolg van de coronacrisis substantieel inkomensverlies hebben geleden. Als zij geen aanspraak kunnen maken op een socialezekerheidsuitkering of op bijstand en onvoldoende middelen hebben om van rond te komen, hebben zij recht op deze tegemoetkoming. Deze kunt u dus als werkgever niet aanvragen, maar u wilt wellicht uw flexwerkers hierop wijzen.

Meer specifiek gaat het om de werknemer die:

  • In februari 2020 tenminste € 400,- bruto loon heeft ontvangen;
  • in maart 2020 tenminste € 1,- bruto loon heeft ontvangen;
  • op 1 april 2020 18 jaar of ouder is, maar nog niet de AOW-leeftijd heeft bereikt;
  • van wie het loon in april 2020 tenminste 50% lager was dan in februari 2020;
  • van wie het loon in april 2020 niet hoger was dan € 550,- bruto;
  • de regeling nodig heeft om in zijn levenskosten te voorzien;
  • geen andere inkomensvoorziening ontvangt;
  • niet voortvluchtig is of in de gevangenis zit.

De tijdelijke overbruggingsregeling voor flexibele arbeidskrachten (TOFA) bedraagt bruto € 550 per maand over de maanden maart, april en mei 2020. De tijdelijke overbruggingsregeling voor flexibele arbeidskrachten kan worden aangevraagd bij het UWV.
Aanvragen kan vanaf 22 juni tot en met 12 juli.

6. Uitstel van betaling van belastingschulden

Het blijft mogelijk om in aanmerking te komen voor het versoepelde uitstel van betaling. Tot en met 1 oktober kan een verzoek worden gedaan om drie maanden uitstel van betaling. De invordering ligt dan stil.
Als u dit driemaandelijks uitstel al heeft aangevraagd (of dit door ons heeft laten doen), is het niet zo dat u na afloop van die drie maanden het gehele openstaande bedrag ineens moet betalen. U kunt dit uitstel met nog eens drie maanden verlengen. Uiteraard kunnen wij dit wederom voor u verzorgen. Na afloop van die tweede driemaandperiode wordt een passende betalingsregeling geboden.
U kunt ook om uitstel verzoeken dat langer duurt dan drie maanden. Daarbij moest al worden aangetoond dat de betalingsproblemen door de coronacrisis zijn veroorzaakt. Voor dit langere uitstel gaat nu de eis gelden dat de ondernemer voor de duur van het uitstel geen dividend en bonussen zal uitkeren.

Graag vernemen wij als wij u kunnen ondersteunen bij het doen van aanvragen c.q. verlengen van een of meerdere van de hierboven genoemde regelingen. Ook als nog niet bekend is vanaf welk moment de aanvragen kunnen worden ingediend, wij kunnen dan wel alvast de nodige voorbereidingen treffen om de aanvraag op dat latere moment alsnog direct in te kunnen dienen.

Mocht u naar aanleiding van het bovenstaande vragen hebben, gelieve contact op te nemen met uw relatiebeheerder, met de heer Rob Gerlings of met Eric van Erve. We zijn u graag van dienst.

Blijf op de hoogte

Op de hoogte blijven van de belangrijkste maatregelen?
Laat uw e-mailadres achter en we sturen u een e-mail bij belangrijke updates en ontwikkelingen voor u als ondernemer m.b.t. het coronavirus.

    Vacature: gevorderd assistent accountant (32 uur – 40 uur per week)

    LDE Accountants is een kantoor met circa 30 medewerkers gevestigd in Tilburg en Son. Ons kantoor kenmerkt zich als een informeel kantoor met een platte organisatiestructuur.

    LDE Accountants is actief in het MKB segment en heeft een gevarieerde groep klanten, zowel in branches als in omvang.

    Voor ons team in Tilburg  zijn wij op zoek naar een:

    LEVENDIGE DYNAMISCHE ENTHOUSIASTE GEVORDERD ASSISTENT ACCOUNTANT M/V (minimaal 32 uur per week)

    Omschrijving

    Als gevorderd assistent accountant bestaan je afwisselende werkzaamheden uit het samenstellen van jaarrekeningen in een digitaal dossier, opstellen van prognoses van diverse ondernemingen en het verzorgen van aangiften IB en Vpb. Tevens verwachten we dat je zelfstandig werkt en dat je adviesmogelijkheden signaleert.

    We werken als één team en bedienen samen de cliënten van ons kantoor.

    Profiel

    Je bent een effectieve werker met een goed analytisch vermogen. Je herkent jezelf in de volgende eigenschappen:

    • nauwkeurigheid
    • goede communicatieve en sociale vaardigheden
    • flexibiliteit
    • kunnen samenwerken
    • cliëntgerichtheid
    • ambitieus
    • leergierig
    • creatief

    Je hebt een passende opleiding en je functioneert op HBO niveau.

    Wij bieden

    Herken je jezelf in bovenstaand profiel dan willen wij graag kennis met je maken. Wij bieden een marktconform salaris, afhankelijk van je opleiding en ervaring. Tevens zijn er mogelijkheden om door te groeien.

    Graag ontvangen we je CV en een korte motivatie. Voor meer informatie of vragen kan je uiteraard ook even contact opnemen:

    Peter Leemans
    013-5340001
    info@ldeaccountants.nl