Barbecue en gevolgen voor de loonheffing

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Veel bedrijven organiseren net voor de zomervakantie een barbecue voor het personeel. Maar wat zijn de consequenties voor de loonheffing en zijn er mogelijkheden om dit fiscaal zo gunstig mogelijk te organiseren?

Er is een onderscheid tussen barbecue georganiseerd op de werkplek en barbecue op een externe locatie.

  • Externe locatie: Bij een barbecue op een externe locatie behoren de kosten voor de barbecue bij het loon. Stel de kosten per persoon zijn € 55, dan moet er € 55 bij het loon opgeteld worden. Mogen de partners van de werknemer ook deelnemen aan de barbecue dan moet er bij de werknemer twee keer € 55 bij het loon opgeteld worden. De werkgever kan er ook voor kiezen om de kosten van de barbecue aan te wijzen als eindheffingsloon en onder de vrije ruimte onder te brengen. Bij overschrijding betaald de werkgever 80% eindheffing.
  • Op werkplek: Bij een barbecue op de werkplek geldt er een nihilwaardering voor de consumpties. Dus het eten en de drank zijn niet belast. Wel moet er een normbedrag per werknemer aangegeven worden voor een verstrekte maaltijd, en dat bedrag is € 3,35 per maaltijd. Stel dat de kosten ook € 55 per persoon bedragen dan valt de € 55 onder de nihilwaardering en hoeft er slechts € 3,35 per werknemer bij het loon worden opgeteld. Als partner van de werknemer ook deelneemt dan moet er bij de werknemer twee keer € 3,35 bij het loon van de werknemer worden opgeteld. De werkgever kan er ook voor kiezen het normbedrag als eindheffingsloon aan te wijzen en onder de vrije ruimte onder te brengen. Bij overschrijding betaald de werkgever 80% eindheffing.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-5340001.

De Werkkostenregeling biedt kansen in 2020!

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De Werkkostenregeling biedt kansen in 2020!

In de Wet Loonbelasting worden alle vergoedingen en verstrekkingen aan uw personeel tot het loon gerekend. De werkkostenregeling bepaalt echter dat bepaalde aangewezen vergoedingen en verstrekkingen belastingvrij zijn. Daarnaast mag u tot een bepaald percentage van de totale loonsom (vrije ruimte) vergoedingen en verstrekkingen als onbelast aanwijzen. U dient één en ander echter wel goed bij te houden om hier een beroep op te kunnen doen.

De ‘vrije ruimte’

U mag belastingvrij bedragen aan uw werknemers vergoeden of zaken ter beschikking stellen tot maximaal 1,7% over de eerste € 400.000 van de totale fiscale loonsom binnen uw onderneming, vermeerderd met 1,2% over de loonsom boven € 400.000.

Voor het jaar 2020 is het percentage van 1,7% eenmalig verhoogd naar 3%, wat maakt dat u bij een loonsom van € 400.000 over € 5.200  extra vrije ruimte beschikt.

Het maakt in beginsel niet uit welke werknemer welk bedrag krijgt. Wel geldt er een zogenaamde gebruikelijkheidstoets. Omdat die toets tot veel discussie leidt, heeft de Belastingdienst toegezegd bedragen tot € 2.400 per werknemer per jaar in ieder geval als gebruikelijk te beschouwen.

Binnen de vrije ruimte vallen bijvoorbeeld: een kerstpakket, een fiets, kantinemaaltijden en een personeelsuitje.

Als u meer uitkeert dan het bedrag van uw vrije ruimte, dan moet u over het meerdere 80% loonbelasting afdragen. Premies voor de werknemers- en volksverzekeringen en de bijdrage voor de Zorgverzekeringswet zijn echter niet verschuldigd. U mag deze belasting niet inhouden op het loon van de werknemer. De belasting is dus geheel voor rekening van de werkgever, maar is vaak alsnog voordeliger dan de tarieven die gelden wanneer u normaliter een nettoloon toezegt.

Coronavirus en thuiswerken

Door het coronavirus zijn veel werknemers verplicht om vanuit huis te werken. Het is belangrijk dat een werknemer ook vanuit huis goed zijn werkzaamheden kan verrichten. De thuiswerkplek kan onbelast worden ingericht door gebruik te maken van enerzijds de noodzakelijke hulpmiddelen en anderzijds de arbovoorzieningen. Voor arbovoorzieningen is het wel van belang dat de voorzieningen zijn gebaseerd op de arbeidsomstandighedenwet en dat u een arboplan heeft. Daarnaast mag van de werknemer geen eigen bijdrage worden gevraagd. 

Benut uw vrije ruimte optimaal

Als u per jaar meer uitkeert dan de berekende vrije ruimte, dan kost u dit 80% loonbelasting over het bedrag van de overschrijding. Dit wordt na afloop van het kalenderjaar afgerekend. U dient dit uiterlijk aan te geven in de tweede aangifte Loonheffing van het opvolgende kalenderjaar. Om te voorkomen dat u onaangenaam wordt verrast, is het zinvol om in de loop van het jaar bij te houden of de vergoedingen in de vrije ruimte belast dreigen te gaan worden. U kunt dan nog maatregelen nemen.

Bovendien kunt u, als u het gebruik van de vrije ruimte gedurende het jaar goed in beeld hebt, uw werknemers eventueel belastingvrije extra’s geven. In de huidige moeilijke tijden kan hier zeker behoefte aan bestaan. Niet voor niks is de ruimte voor dit jaar verhoogd.

U kunt in de loop van het jaar dus bijsturen door de kostenvergoedingen anders in te richten, of door afgesproken kostenvergoedingen te veranderen. Echter, u kunt de arbeidsvoorwaarden niet eenzijdig, ten nadele van de werknemer aanpassen. Daarvoor is overeenstemming met de werknemer, vakbond of ondernemingsraad noodzakelijk.

Uiteraard dient uw administratie zodanig te zijn ingericht dat een effectieve controle van de gebruikte vrije ruimte mogelijk is. Wij adviseren u graag over de mogelijkheden die u heeft om dit efficiënt uit te voeren.

Met vakantiekrachten aan de slag

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Met vakantiekrachten aan de slag

Veel werkgevers schakelen in de vakantieperiode scholieren en studenten in.
Wist u dat u het deze jongeren fiscaal wat makkelijker kunt maken? Hoe dan?

Bijbaantje in de vakantieperiode. Jaarlijks zijn er vele honderdduizenden scholieren en studenten in de vakantietijd op zoek naar een bijbaantje. Maak dan gebruik van de speciaal voor dit soort werk bedoelde regeling. U bespaart hen daarmee een hoop onnodig gedoe en het levert ze nog wat op ook. Om welke regeling gaat het?

Studenten- en scholierenregeling. Als u de studenten- en scholierenregeling gebruikt, kunt u bij het berekenen van de in te houden loonheffing uitgaan van een periode van een kwartaal in plaats van het werkelijke loontijdvak. Dit betekent dat u veel minder of helemaal geen loonheffing in hoeft te houden. Dat is voor de student of scholier voordelig, want hij houdt dan netto veel meer over. Ook hoeft hij niet tot na afloop van het jaar te wachten om de ingehouden loonheffing terug te vragen.

Aanvraag indienen. U kunt de regeling alleen toepassen als de student of scholier hierom verzoekt. Houd er rekening mee dat de meeste scholieren en studenten hiervan niet het geringste benul hebben. Let op.  Uw vakantiekracht moet het ingevulde formulier bij u inleveren voordat hij begint met werken. Er wordt daarbij ook gevraagd of hij bij nog meer werkgevers werkt. Zo ja, dan kan er namelijk maar bij één werkgever gebruik worden gemaakt van de heffingskorting.

Wat scheelt dat nu? Voor lagere inkomens tot € 20.384 bruto bedraagt de algemene heffingskorting in 2019 € 2.477. Scholieren en studenten die een laag inkomen hebben, betalen daardoor dus geen belasting. Op de te betalen belasting komt immers € 2.477 in mindering, nog afgezien van de arbeidskorting. Zonder toepassing van de regeling moet u op een brutoloon van bijv. € 800 per maand ca. € 73 aan loonheffing inhouden, afgezien van de bedrijfstakinhoudingen. Voor de scholier of student die twee maanden tegen dit loon vakantiewerk bij u verricht, scheelt dit dus per saldo € 146. Voor die doelgroep is dat zeker de moeite waard.

TIP: Door de studenten- en scholierenregeling kunt u uw vakantiekrachten vaak netto uitbetalen. Het aanvraagformulier moet vooraf bij u worden ingeleverd.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-5340001.

De vernieuwde Arbowet

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De vernieuwde Arbowet

 De vernieuwde Arbowet is al ingegaan op 1 juli 2017 maar werkgevers en arbodienstverleners hebben tot 1 juli 2018 de tijd gekregen om de bestaande contracten aan te passen aan de nieuwe eisen.

Wat zijn nu de belangrijkste wijzigingen in deze vernieuwde Arbowet?

  • Allereerst is er sprake van invoering van een basiscontract. Het basiscontract moet voldoen aan minimale eisen. In dit basiscontract worden rechten en plichten van werkgever, werknemers en arbodienstverleners vastgesteld. Het basiscontract is vanzelfsprekend uit te breiden naar gelang de wensen van de werkgever.
  • Er moet sprake zijn van een open spreekuur. Dit houdt in dat iedere werknemer het recht heeft om de bedrijfsarts te bezoeken ook als de werknemer nog niet ziek is. Dit zou bijvoorbeeld kunnen als de werknemer vragen heeft over zijn gezondheid in relatie tot zijn werk c.q. arbeidsomstandigheden.
  • In de vernieuwde Arbowet is geregeld dat de bedrijfsarts altijd vrije toegang moet krijgen tot iedere werkplek. De bedrijfsarts krijgt op deze wijze een beter inzicht in de arbeidsomstandigheden.
  • De werknemer heeft het recht op een second opinion. Twijfelt de werknemer aan het oordeel van de bedrijfsarts, dan heeft de werknemer zonder toestemming van de werkgever het recht om een andere bedrijfsarts te bezoeken. Deze second opinion is voor rekening van de werkgever.
  • De bedrijfsarts krijgt ook een adviserende rol op het gebied van verzuimbeheersing en het toepassen van preventieve maatregelen.
  • Beroepsziekten dienen voortaan door de bedrijfsarts gemeld te worden aan het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten.
  • De bedrijfsarts moet een klachtenprocedure hebben.
  • Er komt een belangrijkere rol voor de preventiemedewerker. Iedere onderneming dient een preventiemedewerker aan te wijzen. De preventiemedewerker biedt onder andere ondersteuning aan de overige medewerkers op het gebied van bijvoorbeeld gevaarlijke stoffen of gevaarlijke machines.
  • Bij het niet naleven van het basiscontract kan de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid een boete opleggen.

Het is dus zaak om na te gaan of het contract wat u hebt afgesloten voldoet aan de vernieuwde Arbowet!

Heeft u nog vragen, neem dan contact met ons op (013-5340001).

 

Werkkostenregeling

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Werkkostenregeling

Concernregeling werkkostenregeling

Het is mogelijk om de vrije ruimte te benutten van alle vennootschappen waar u directeur groot aandeelhouder van bent als u minimaal 95% van de aandelen in uw bezit heeft van de dochterondernemingen.U kunt dus bijvoorbeeld alle kerstpakketten via één onderneming bestellen en hoeft dit dus niet door te factureren naar de andere ondernemingen of apart te bestellen bij de crediteur.

De actuele  informatie over de vrije ruimte van alle ondernemingen kunt u vinden in NMBRS, onder de loonrun van de laatste maand.

U kunt dan zien hoeveel vrije ruimte er in het jaar 2018 nog over is voor o.a. kerstpakketten, personeelsuitjes, verjaardag cadeaus.

 

Toelichting werkkostenregeling t.b.v. administratie

Als er op het eind van het jaar nog vrije ruimte over is dan is het ook mogelijk om eventuele bonussen of niet aanwijsbare onkostenvergoedingen uit te keren aan personeel of aan u zelf als DGA.

Dit kan dan vrij van belasting, er is dan dus geen loonbelasting verschuldigd.

Het is dus belangrijk dat u de kosten die vallen onder de werkkostenregeling goed administreert zodat u in december 2018 weet hoeveel vrije ruimte er nog over is.

De bedragen moet u inclusief BTW meenemen voor de werkkostenregeling.

Zorg ervoor dat u onder de grens van de werkkostenregeling blijft want anders krijgt u een naheffing voor de loonbelasting van 80% boven het maximale bedrag in de vrije ruimte.

Heeft u nog vragen, neem dan contact met ons op (013-5340001).

 

Een Exitgesprek helpt bij ontwikkeling van uw organisatie

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Een Exitgesprek helpt bij ontwikkeling van uw organisatie

Het is niet altijd leuk als een werknemer uit dienst treedt, maar de werkgever kan zijn/haar vertrek aangrijpen voor een exitgesprek. Als zo’n gesprek goed wordt uitgevoerd, levert dat waardevolle informatie op over de verbeterpunten van een team, afdeling of zelfs bij kleinere bedrijven de hele organisatie.

De leidinggevende doet er goed aan om met vertrekkende werknemers een exitgesprek te houden. De toekomstige ex-werknemer neemt met zijn vertrek de nodige kennis en ervaring mee en kan de werkgever daarom interessante informatie geven. Tijdens een exit gesprek kunnen verschillende onderwerpen aan bod komen, zoals:

1) De arbeidsinhoud: hoe heeft de werknemer de functiezwaarte ervaren?
2) De arbeidsbelasting: ervoer de werknemer in de functie psychische of lichamelijke belasting?
3) De arbeidsomstandigheden: voelde de werknemer zich veilig tijdens zijn werk? Was er ruimte voor diversiteit?
4) De arbeidsvoorwaarden: was de werknemer tevreden over zijn arbeidsvoorwaardenpakket? Waren er voldoende opleidingsmogelijkheden?
5) De arbeidsverhoudingen; hoe was de relatie met de leidinggevende en collega’s? Wat vond de werknemer van de werksfeer?

Door de informatie uit het exitgesprek vast te leggen in een verslag staat er zwart op wit wat mogelijke verbeterpunten zijn voor de organisatie op de korte of lange termijn. Dit is met name nuttig als er binnen de organisatie een hoog verloop van personeel is.

Alternatief: het post-exitgesprek

Een valkuil is dat de leidinggevende het exitgesprek te vroeg inplant. Als de vertrekkende werknemer na het gesprek nog een paar weken op de afdeling werkt, zal hij niet snel het achterste van zijn tong laten zien en durven aangeven dat bijvoorbeeld de leidinggevende de grootste reden van zijn vertrek is. Het exitgesprek moet daarom zo laat mogelijk worden ingepland. Om deze reden voeren veel organisaties ook post-exitgesprekken: ze vragen de werknemer of ze hem/haar één tot twee maanden na zijn/haar vertrek mogen bellen.

Indien u nog vragen heeft verzoeken wij u contact op te nemen (013-5340001).

Verhoging wettelijk minimumloon.

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Verhoging wettelijk minimumloon.

De overheid heeft besloten het wettelijk minimumloon in 2 stappen aan te passen. Momenteel ontvangen werknemers van 23 jaar en ouder het volledige wettelijk minimumloon (€ 1.551,60 fulltime per maand). Jongere werknemers krijgen een vast percentage van dit wettelijk minimumloon.

STAP 1:

Met ingang van 1 juli 2017 gaat het vaste percentage voor 18-, 19-, 20-, en 21-jarigen omhoog. Voor 22-jarigen gaat dit naar 100%.

STAP 2:

Met ingang van 1 juli 2019 stijgt het percentage voor 18-, 19-, en 20-jarigen verder, 21-jarigen ontvangen vanaf dat moment ook 100%, dus het volledige wettelijk minimumloon.

STAPPENPLAN

Leeftijd                                  Nu               Vanaf 1-7-2017          Vanaf 1-7-2019

23 jaar en ouder                     100%           100%                               100%

22 jarigen                                85%              100%                               100%

21 jarigen                                72,5%           85%                                 100%

20-jarigen                               61,5%           70%                                 80%

19-jarigen                               52,5%           55%                                 60%

18-jarigen                               45,5%           47,5%                              50%

17-jarigen                               39,5%           39,5%                              39,5%

16-jarigen                               34,5%           34,5%                              34,5%

15-jarigen                               30%              30%                                 30%

Deze maatregelen leiden voor werkgevers tot hogere loonkosten, wat vervolgens weer van invloed kan zijn op de werkgelegenheid van jongeren. Daarom heeft de overheid een aantal maatregelen genomen om dit zoveel mogelijk te voorkomen.

Werkgevers moeten 21- en 22-jarigen het volledige minimumloon gaan betalen. Voor werknemers die meer dan 1248 uur per kalenderjaar werken kunnen zij een deel van de loonkostenstijging terugkrijgen. Dit gaat via een compensatieregeling, Lage-inkomensvoordeel (LIV). Vanaf stap 1 geldt deze regeling alleen nog voor 22-jarigen. Vanaf stap 2 geldt dit ook voor 21-jarigen.

Werkgevers moeten 18- tot en met 21-jarigen meer minimumloon gaan betalen. Zij kunnen een deel van hun loonkostenstijging terugkrijgen via de compensatieregeling. Tegemoetkoming verhoging minimumjeugdloon. Vanaf stap 2 geldt deze regeling niet meer voor 21-jarigen. Voor hen kunnen werkgevers dan gebruikmaken van het Lage-inkomensvoordeel (LIV).

Werkgevers die leerwerkplekken aanbieden hoeven het verhoogde minimumjeugdloon niet te betalen aan 18-, 19- en 20-jarigen. Ze moeten dit wel betalen aan 21- en 22-jarigen. Maar hiervoor kunnen zij dan weer gebruikmaken van de compensatieregeling, Lage-inkomensvoordeel (LIV). En zo een deel van hun loonkostenstijging terugkrijgen.

Ondanks de compensatieregelingen zal deze maatregel leiden tot hogere loonkosten!

Mocht u naar aanleiding van deze informatie vragen hebben over deze wijziging, neemt u dan contact op met onze loonafdeling, zij staan u graag te woord (013-5340001).

 

Bijverdienen?

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Let op bijverdiengrens

De zomer komt er weer aan!
Naast hopelijk mooi weer betekent dit ook dat uw werknemers met zomervakantie gaan. Veel bedrijven vangen dit op met studenten. Deze vakantiekrachten werken voor een korte periode of in de zomer meer dan gebruikelijk voor uw bedrijf.

Grensbijverdiensten.
Het is verstandig deze (tijdelijke) medewerkers te wijzen op de zogeheten “bijverdiengrens”. Afhankelijk van hun type studiefinanciering is het mogelijk dat er een grens is gesteld aan hun maximale bijverdiensten. Verdient de student in heel 2017 meer van € 14.215,75 dan moet hij mogelijk een deel van zijn studiefinanciering terugbetalen.

Verschil stelstel.
Dit geldt alleen voor studenten die onder het oude stelsel van studiefinanciering (vóór 1 september 2015) vallen.

Tip.
Studenten die onder het nieuwe leenstelsel vallen, hoeven geen rekening te houden met een bijverdiengrens.

Voor vragen of advies neem contact met ons op (013-5340001).

Bent u alvast kerstpakketten aan het uitzoeken voor uw personeel? Dan dient u rekening te houden met de werkkostenregeling.

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

KERSTPAKKETTEN

Bent u alvast kerstpakketten aan het uitzoeken voor uw personeel? Dan dient u rekening te houden met de werkkostenregeling.

Veel ondernemers beginnen in deze tijd van het jaar al met het uitzoeken van kerstpakketten voor hun personeel. Daarbij verdienen de fiscale regels in de werkkostenregeling bijzondere aandacht. Deze regels vervangen sinds 1 januari 2015 de oude regelingen voor vergoedingen en verstrekkingen.

Door de werkkostenregeling hoeft u zich niet meer te verdiepen in allerlei verschillende regelingen. Zo gelden voor het kerstpakket nu dezelfde regels als voor bijvoorbeeld een fiets die wordt aangeschaft voor de werknemers. Waar moet u op letten bij de werkkostenregeling?

Kerstpakketten in de werkkostenregeling

Voor een fiscaal vriendelijk kerstpakket moet u dus de vrije ruimte goed in het oog houden.

Kerstpakketten aan ingeleend personeel

Voor verstrekte kerstpakketten / -geschenken aan ingeleend personeel geldt een aangepaste regeling. Bij dergelijke verstrekking bent u een eindheffing verschuldigd van 45% voor zover de waarde in het economisch verkeer van de verstrekking maximaal € 136,– bedraagt! Voor verstrekkingen met een hogere waarde in het economisch verkeer is een eindheffing van 75% verschuldigd!

Let op

Raadpleeg altijd even uw relatiebeheerder of onze loonafdeling om te checken hoe de regels uitwerken in uw situatie. Dan ziet u niets over het hoofd!

kerst-lde-2kerst-man-lde

Lager gebruikelijk loon voor startups

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Oprichters van startups zijn vanaf 2017 niet langer verplicht om zichzelf een gebruikelijk loon toe te kennen van € 44.000,–. Gedurende de eerste drie jaar mogen zij zichzelf een salaris uitbetalen dat minimaal het minimumloon bedraagt. Dit hebben minister Kamp van Economische zaken en staatssecretaris  Wiebes van Financiën bekend gemaakt.

Het kabinet heeft € 50 miljoen beschikbaar gesteld om startups en doorgroeiende bedrijven een extra boost te geven. De regering gebruikt een deel van het geld om te investeren in startups in het midden- en kleinbedrijf. Met het resterende geld wil het kabinet de gebruikelijkloonregeling versoepelen. Zo blijft er voor startups meer geld over om te investeren in vernieuwingen en kunnen ze makkelijker doorgroeien.

Meest vergelijkbare dienstbetrekking

Een directeur-grootaandeelhouder (dga) moet zich volgens de gebruikelijkloonregeling in 2016 minimaal € 44.000,– uitbetalen. Hij mag afwijken van dit bedrag, maar dan moet hij wel aannemelijk maken dat een lager loon bij een meest vergelijkbare dienstbetrekking van een werknemer, die gaan dga is, gebruikelijk is.

Gebruikelijk loon minimaal stellen op de hoogte minimumloon

In de wereld van startups is het echter zeer ongebruikelijk dat een oprichter zichzelf een salaris toekent van € 44.000,–. Vanaf 2017 wordt daarom de gebruikelijkloonregeling voor startups versoepeld. Gedurende de eerste drie jaar van de startup mogen oprichters zichzelf een salaris uitbetalen dat minimaal het minimumloon bedraagt. Het is nu al mogelijk om in overleg met de belastingdienst het gebruikelijk loon te verlagen, maar vanaf volgend jaar wordt dit dus wettelijk vastgelegd.