Aandachtspunten jaarafsluiting

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Controleer voor het afsluiten van het boekjaar onderstaande punten:

  • Loonkostenvoordeel (LKV) oudere werknemers.
  • LKV arbeidsbeperkte werknemers.
  • LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden.
  • Leningen verstrekt aan personeel.

Hebt u werknemers in dienst die ouder zijn dan 56 jaar? Of werknemers die (deels) arbeidsongeschikt of werkloos zijn? Dan hebt u mogelijk recht op een LKV.
 

Bijtelling privégebruik fiets

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Wanneer een werknemer een fiets ter beschikking heeft gekregen van zijn werkgever, dan moet voor het privégebruik van de fiets een bijtelling bij het loon plaatsvinden. Er geldt een forfaitaire bijtelling van 7% van de cataloguswaarde van de fiets op jaarbasis. De regeling geldt voor gewone fietsen, e-bikes en speedpedelecs, ongeacht of de werknemer de fiets privé gebruikt.

Als de werknemer voor de kilometers met de fiets van de zaak een kilometervergoeding ontvangt, is deze vergoeding belast. De werknemer is niet verplicht om met de fiets naar het werk te komen. Wanneer hij met het openbaar vervoer of de auto reist in plaats van met de fiets, kan de werkgever hem voor die dagen een onbelaste kilometervergoeding geven. Ook als de werknemer met de fiets van de zaak naar het station rijdt en dan met het openbaar vervoer verder reist, kan de werkgever de reiskosten voor het openbaar vervoer belastingvrij vergoeden.

In het geval van een elektrische fiets van de zaak kan de werkgever de kosten van het thuis opladen van de accu vergoeden aan de werknemer. Als de werknemer de kosten zelf betaalt komen deze niet in mindering op de bijtelling. 

Gerichte vrijstelling thuiswerkkosten

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Nieuw voor 2022 is een gerichte vrijstelling voor de vergoeding van kosten van thuiswerken. Het gaat om € 2 per thuisgewerkte dag of gedeelte daarvan. Voor een werkdag kan niet zowel de vrijstelling voor een thuiswerkvergoeding als de vrijstelling voor een vergoeding voor kosten van woon-werkverkeer worden toegepast. Wel kan op een thuiswerkdag een vergoeding voor een dienstreis worden toegekend. Op basis van de verhouding thuiswerkdagen en werkdagen op de vaste werkplek kan een combinatie van thuiswerk- en reiskostenvergoeding worden gegeven.

Verliesverrekening Vpb

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Het Belastingplan 2021 omvat onder andere een aanpassing van de verliesverrekening in de vennootschapsbelasting (Vpb). Verliezen kunnen worden verrekend met de belastbare winst van het voorgaande jaar, de zogenaamde achterwaartse verliesverrekening, en met belastbare winsten van volgende jaren: de voorwaartse verliesverrekening. De aanpassing houdt in dat de voorwaartse verliesverrekening in de tijd onbeperkt is. Verliezen tot € 1 miljoen zijn volledig verrekenbaar. Voor zover de verrekenbare verliezen meer bedragen dan € 1 miljoen worden deze verrekend tot een bedrag van 50% van de belastbare winst nadat die winst is verminderd met een bedrag van € 1 miljoen. De achterwaartse verliesverrekening is beperkt tot het voorgaande jaar. Ook voor de achterwaartse verliesverrekening geldt de beperking voor verliezen boven een bedrag van € 1 miljoen. De aanpassing van de verliesverrekening gaat in per 1 januari 2022. De wijzigingen gelden voor verliezen uit boekjaren, die zijn aangevangen op of na 1 januari 2013, voor zover deze verliezen worden verrekend met belastbare winsten van boekjaren, die aanvangen op of na 1 januari 2022.

Benut de mogelijkheden van de werkkostenregeling

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Uitgangspunt van de werkkostenregeling is dat alle vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers loon vormen, ook als het gaat om kosten die 100% zakelijk zijn. Er is een vrije ruimte waarbinnen vergoedingen en verstrekkingen belastingvrij gegeven kunnen worden. De vrije ruimte bedraagt 1,7% over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom en 1,18% over het meerdere.

Let op: In verband met de coronacrisis bedraagt de vrije ruimte in 2021 over de eerste € 400.000 van de loonsom 3% in plaats van de reguliere 1,7%. Maak van deze extra ruimte gebruik!

Is het totale bedrag aan vergoedingen en verstrekkingen aan uw werknemer hoger dan de vrije ruimte, dan moet u over het meerdere een zogenaamde eindheffing van 80% betalen.

Bonussen en andere eindejaarsuitkeringen zijn doorgaans bruto. Wellicht kunt u deze uitkeringen geheel of gedeeltelijk belastingvrij doen, bijvoorbeeld in de vorm van een vergoeding voor reiskosten. Mogelijk hebt u nog een deel van de vrije ruimte over om bonussen belastingvrij uit te betalen.

Voor bepaalde vergoedingen en verstrekkingen gelden aparte vrijstellingen, die niet ten laste komen van de vrije ruimte. Wanneer de vergoeding hoger is dan de daarvoor geldende norm, dan is het deel boven de norm belastbaar loon van de werknemer. Er zijn ook verstrekkingen die op nihil worden gewaardeerd. Daarvoor hoeft dus geen bedrag bij het loon geteld te worden.

Fiscale eenheid Vpb

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De Vpb kent twee tarieven. Het lage tarief is van toepassing over de eerste tariefschijf. Het hoge tarief is verschuldigd over de winst boven de eerste tariefschijf. Het hoge tarief bedraagt in 2021 25% en 25,8% in 2022. Het lage tarief bedraagt in beide jaren 15%. De eerste tariefschijf loopt in 2021 tot € 245.000 en in 2022 tot € 395.000.

Onder voorwaarden kan een groep van vennootschappen voor de Vpb een fiscale eenheid vormen. Voordelen daarvan zijn dat onderlinge transacties onbelast kunnen plaatsvinden en dat slechts één aangifte Vpb hoeft te worden gedaan. Nadelen zijn de hoofdelijke aansprakelijkheid van alle delen van de fiscale eenheid voor Vpb-schulden en het slechts eenmaal kunnen benutten van het tariefstapje. Gezien de verschillen tussen het hoge en het lage tarief kan het aantrekkelijk zijn om een bestaande fiscale eenheid te verbreken. Het verbreken van een fiscale eenheid kan leiden tot sanctieheffingen als gevolg van onderlinge transacties. Ook kan de verbreking gevolgen hebben voor de verliesverrekening. 

Wilt u per 1 januari 2022 één of meer vennootschappen uit een bestaande fiscale eenheid halen? Zorg er dan voor dat het verzoek tot ontvoeging uiterlijk op 31 december 2021 is ingediend. Verbreking van de fiscale eenheid per begin van het jaar kan ook wenselijk zijn als het de bedoeling is om een vennootschap in de loop van 2022 te verkopen.

AOW-leeftijd in 2027 67 jaar

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De staatssecretaris van SZW heeft in een brief aan de Tweede Kamer meegedeeld dat de AOW-leeftijd ook in het jaar 2027 67 jaar blijft. De AOW-leeftijd is gekoppeld aan de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd. Het CBS gaat uit van een gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd van 20,93 in 2027 en van 21,62 in 2033. Op grond van deze resterende levensverwachting wordt de AOW-leeftijd niet verhoogd. Dat geldt ook voor de aanvangsleeftijd van de AOW-verzekering. Deze blijft in 2027 17 jaar.

Besluit afscherming adresgegevens handelsregister

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Het besluit tot wijziging van het Handelsregisterbesluit, waarmee de woonadresgegevens van natuurlijke personen worden afgeschermd in het handelsregister, is in het Staatsblad geplaatst. Het besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. De aanleiding voor de beslissing om woonadresgegevens standaard af te schermen is de wens om burgers en ondernemers beter te beschermen tegen ongewenste telemarketing of misbruik door derden. Het besluit geeft invulling aan een met algemene stemmen door de Tweede Kamer aangenomen om de woonadressen van eigenaren van eenmanszaken, van maten in maatschappen en van vennoten in vof’s en cv’s standaard af te schermen.

Conclusie A-G over belastingheffing in box 3: systeem deugt niet

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Het systeem van belastingheffing in box 3 van de inkomstenbelasting ging in de jaren 2001 tot en met 2016 uit van een vast rendement over het vermogen van 4%. De wetgever meende dat dit rendement voor een vermogensbezitter haalbaar was. Met ingang van 2017 geldt een ander systeem, omdat inmiddels was gebleken dat het veronderstelde rendement van 4% niet zonder meer haalbaar is. In de nieuwe systematiek worden voor spaargeld en voor het overige vermogen jaarlijks gemiddelde rendementscijfer vastgesteld. Deze gemiddelde rendementen zijn gebaseerd op gegevens van voorgaande jaren. De wet veronderstelt een bepaalde verdeling van het vermogen over spaargeld en andere beleggingen. Deze verdeling is afhankelijk van de omvang van het totale vermogen in box 3. De wet kent drie verschillende vermogensmixen. Kleine vermogens worden verondersteld voor 2/3 te bestaan uit spaargeld en voor 1/3 uit overig vermogen. In de tweede vermogensschijf veronderstelt de wetgever dat het spaardeel 21% bedraagt en het overige vermogen 79%. Voor de derde vermogensschijf is de verdeling 100% overig vermogen en 0% spaargeld.

Over de belastingheffing in box 3 worden al jaren procedures gevoerd. Het aantal ingediende bezwaarschriften is jaarlijks dermate groot, dat de staatssecretaris van Financiën de bezwaren aanmerkt als massaal bezwaar. Over de rechtsvragen van de massaalbezwaarprocedure worden enkele procedures gevoerd. De uitkomsten daarvan gelden voor alle bezwaarschriften die onder het massaal bezwaar vallen. In een van deze procedures over het jaar 2017 heeft de Advocaat-generaal (A-G) bij de Hoge Raad conclusie genomen.

De A-G vindt dat de wettelijke vermogensmix in strijd is met het recht op ongestoord bezit van eigendom en met het gelijkheidsbeginsel. De wettelijke regeling houdt geen rekening met de eigen keuze van een belastingplichtige voor de belegging van zijn vermogen. Het verband tussen de heffingsgrondslag en het inkomen van de individuele belastingplichtige ontbreekt, aldus de A-G. Daarom volgt de heffing niet uit de grondslag van de belastingwet. De A-G is voorts van mening dat de vaststelling van de heffingsgrondslag voorzienbaar en onvermijdelijk discriminerend is. De doelmatigheidsvoordelen, die de staat geniet door de voorgeschreven vermogensmix, rechtvaardigen de ernstige schendingen van verdragsrechten van de burgers niet.

De A-G is van mening dat de rechter moet voorzien in het hierdoor ontstane rechtstekort. Dat kan door de wettelijke vermogensmix niet toe te passen. Voor het overige kan de regeling volgens de A-G wel worden toegepast. Het werkelijke aanwezige spaargeld en overige vermogen moet worden belast op basis van het in de wet voor beide soorten vermogen afzonderlijk vastgestelde rendement.

Aftrekbeperking IB ondernemers

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Het tarief, waartegen de aftrek van ondernemersfaciliteiten in de hoogste inkomensschijf (belastbaar inkomen in 2021 meer dan € 68.507) wordt verrekend in de inkomstenbelasting, bedraagt in 2021 43%. In 2022 gaat dit tarief naar 40%. Het voordeel van deze faciliteiten loopt daardoor terug.

Het gaat om de volgende faciliteiten:

  • De zelfstandigenaftrek.
  • De aftrek speur- en ontwikkelingswerk.
  • De meewerkaftrek.
  • De startersaftrek arbeidsongeschikten.
  • De stakingsaftrek.
  • De mkb-winstvrijstelling.