» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!
Op vrijdag 28 augustus hebben de Ministers van Financiën,
Economische Zaken en Sociale Zaken een derde steunpakket aangekondigd. Dit
pakket bevat een voortzetting van de bekende steunmaatregelen NOW, Tozo en TVL,
maar ook een herstelpakket dat meer gericht is op de lange(re) termijn. Ook
zijn extra ondersteunende maatregelen aangekondigd voor specifieke sectoren die
veel hinder ervaren en blijven ervaren van de anderhalvemetersamenleving.
Graag brengen wij u op de hoogte van de maatregelen, aangezien ze
gisteren zijn goedgekeurd door de Tweede Kamer.
NOW 3.0
De precieze voorwaarden zijn nog niet bekend maar het kabinet heeft
in de op 28 augustus 2020 verschenen brief over het steun- en herstelpakket al
wel de hoofdlijnen bekend gemaakt. Hieruit blijkt dat de NOW 3.0 erg op de NOW
2.0 zal lijken. Puntsgewijs zijn de belangrijkste verschillen:
- De NOW 3.0 bestaat uit drie tijdvakken van drie
maanden. Het eerste tijdvak loopt van 1 oktober 2020 t/m 31 december 2020,
het tweede tijdvak van 1 januari 2021 t/m 31 maart 2021 en het derde
tijdvak van 1 april 2021 t/m 30 juni 2021.
- In het tweede tijdvak en in het derde tijdvak komen
alleen bedrijven met een omzetdaling van minimaal 30% in aanmerking voor
de subsidie. In het eerste tijdvak komen net als in de NOW-1 en in de
NOW-2 bedrijven met een omzetdaling van minimaal 20% in aanmerking voor de
subsidie.
Op verzoek van de Kamer wordt deze afbouw nader bekeken en eventueel
aangepast. - In het eerste tijdvak wordt 80% van de loonsom vergoed,
in het tweede tijdvak 70% en in het derde tijdvak 60%.
De financiële ruimte die hiermee wordt vrijgemaakt, zal worden gestoken in
een pakket gericht op (om-)scholing van werknemers. Hoe dit zal worden
vormgegeven, is nog onduidelijk.
Ook deze afbouw wordt op verzoek van de Kamer nader bekeken en eventueel
aangepast. - Belangrijk verschil is dat voor de NOW 3.0 de loonsom
met een bepaald percentage kan dalen zonder dat dit ten koste gaat van de
subsidie. U kunt dus met werknemers een lager loon overeenkomen zonder dat
bij de vaststelling achteraf de subsidie wordt verminderd.
In het eerste tijdvak is het vrijstellingspercentage 10%, in het tweede
tijdvak 15% en in het derde tijdvak 20%. - De strafkorting die in de voorgaande versies van de NOW
werd toegepast op het moment dat er sprake is van bedrijfseconomisch
ontslag (dat bij het UWV aangevraagd dient te worden) wordt losgelaten.
- Het maximaal te vergoeden loon per werknemer is in het
eerste en tweede tijdvak net als in de NOW 1.0 en NOW 2.0 maximaal twee
keer het dagloon. In het derde tijdvak wordt het verlaagd naar maximaal
één keer het dagloon.
U kunt voor ieder tijdvak apart een aanvraag indienen. Ook als u
geen aanspraak heeft gemaakt op de NOW 1.0 en de NOW 2.0. Aanvragen moeten weer
digitaal worden ingediend bij het UWV. Het UWV doet haar best om ervoor te
zorgen dat werkgevers vanaf 16 november 2020 een aanvraag kunnen indienen.
Gezien de track-record die het UWV heeft opgebouwd, hebben wij er vertrouwen in
dat die datum gehaald zal worden. De vaststelling van de derde tranche
NOW-subsidie vindt na afloop van de drie tijdvakken plaats, dus vanaf de zomer
van 2021.
TVL
Het kabinet heeft aangekondigd dat de TVL drie keer met drie
maanden verlengd zal worden, de tijdvakken zijn gelijk aan die in de NOW 3.0.
Ook heeft het kabinet aangekondigd dat het maximale bedrag per
bedrijf per drie maanden verhoogd wordt naar € 90.000 (was: € 50.000). De
overige voorwaarden voor de TVL veranderen niet per 1 oktober 2020.
Per 1 januari 2021 worden de voorwaarden voor de TVL echter
aangescherpt want voor de periode 1 januari 2021 t/m 31 maart 2021 wordt de
omzetdervingsgrens verhoogd naar 40% en voor de periode 1 april 2021 t/m 30
juni 2021 wordt die grens op 45% gesteld. De overige voorwaarden voor de TVL
blijven ongewijzigd.
Tozo
Ook deze maatregel wordt met drie tijdvakken van drie maanden
verlengd. Op hoofdlijnen zal de Tozo 3.0 er als volgt uitzien.
- Per 1 oktober 2020 komt er, naast alle toetsen die in
Tozo 2.0 staan, een toets op beschikbare geldmiddelen. De toets op
beschikbare geldmiddelen wordt zodanig vormgegeven dat zelfstandigen niet
worden gedwongen onderdelen van hun bedrijf of zelfstandig beroep te
liquideren. De toets houdt in dat ondernemers met meer dan € 46.520 aan
direct beschikbare geldmiddelen (zoals contant geld, bank- en spaarsaldo
en aandelen, obligaties en opties e.d.) niet in aanmerking komen voor de
Tozo 3.0. Ander vermogen, waaronder dat uit de eigen woning, afgeschermd
pensioen, bedrijfspand, machines, zakelijke apparatuur en voorraden, wordt
buiten beschouwing gelaten.
- Vanaf 1 januari 2021 ondersteunt het kabinet
zelfstandig ondernemers waar nodig om zich voor te bereiden op een nieuwe
toekomst, hetzij als zelfstandig ondernemer, hetzij als werknemer in
loondienst. Gemeenten zullen samen met zelfstandig ondernemers
inventariseren of en welke ondersteuning van de zelfstandig ondernemer
nodig is. Dit kan bijvoorbeeld gaan om coaching, advies, bij- of
omscholing en heroriëntatie. De Participatiewet biedt gemeenten de
mogelijkheden om dit maatwerk te bieden.
- Net als in Tozo 1.0 en Tozo 2.0 zal de kostendelersnorm
en levensvatbaarheidstoets niet worden toegepast bij de bepaling van de
bijstand voor levensonderhoud.
- De voorwaarden voor de verstrekking van
bedrijfskapitaal zijn hetzelfde als in Tozo 2.0.
De einddatum voor de Tozo is 30 juni 2021, waardoor in principe vanaf 1 juli 2021 het reguliere Bbz (weer) van toepassing zal zijn.
Uitstel van betaling van belastingschulden
Het kabinet heeft besloten dat de periode om uitstel van belasting
aan te vragen of te verlengen eindigt op 1 januari 2021. Het versoepelde
uitstelbeleid voor alle ondernemers eindigt op 1 juli 2021 afloopt. Dat
betekent dat uiterlijk vanaf 1 juli 2021 de opgebouwde belastingschuld
afbetaald dient te worden. De Belastingdienst biedt daarvoor een passende
betalingsregeling aan, die er op hoofdlijnen als volgt uit zal zien.
Deze passende betalingsregeling houdt in dat ondernemers aan wie
uitstel van betaling is verleend een betalingsregeling krijgen aangeboden van
de Belastingdienst en dat de ondernemer vanaf 1 juli 2021 de opgebouwde
belastingschuld moet aflossen in maximaal 36 gelijke maandelijkse termijnen.
Als de periode van drie jaar te kort is, dan zal de Belastingdienst samen met
de ondernemer kijken of er een maatwerkoplossing mogelijk is. Uiteraard is het
ook mogelijk om eerder af te lossen. Als de betalingsregeling loopt, verrekent
de Belastingdienst geen belastingteruggaven met de belastingschuld. Ook wordt
er in die periode geen zekerheid gevraagd voor de schuld.
Voor de duur van de betalingsregeling geldt het verlaagde
percentage invorderingsrente van 0,01%.
Aanvullende sectorale steun
Onder meer voor de volgende sectoren is aanvullende steun dan wel
verscherpte aandacht, dus bovenop het bovenstaande pakket, aangekondigd.
- Voor de cultuursector wordt het eerdere pakket verruimd en verlengd met in totaal € 264 miljoen gericht op ondernemers en € 150 miljoen gericht op herstel c.q. behoud van de lokale culturele infrastructuur.
- In de evenementenbranche wordt gesproken over nieuwe verzekeringsinstrumenten, waarmee activiteiten mogelijk weer hervat kunnen worden. Mocht blijken dat een rol voor de overheid daarin aantoonbaar doelmatig en wenselijk is, dan zal het kabinet zich daarop beraden.
- Voor de reisbranche is aangekondigd dat garantiefondsen als het SGR aanvullend ondersteund kunnen worden. Dit zodat zij consumenten schadeloos kunnen blijven stellen bij faillissementen van aangesloten reisorganisaties. Bovendien onderzoekt het kabinet de haalbaarheid van een kredietfaciliteit voor bestaande vouchers.
Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-5340001.