(Excessieve) leningen bij de eigen B.V.

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Wetsvoorstel.

De staatssecretaris is niet gediend van gelden die zonder belastingheffing de B.V. verlaten om bij de aandeelhouder te belanden.

Er is door hem dan ook aangekondigd dat een schuld aan de eigen B.V. aan een maximum gebonden gaat worden. Is uw schuld aan de eigen B.V. (niet de eigenwoninglening, die telt niet mee voor het maximum) hoger dan € 500.000, dan zal het meerdere als een dividenduitkering behandeld worden. U wordt hierover aangeslagen tegen een tarief van 26,9%. Om dat te bereiken is het “Wetsvoorstel excessief lenen door de DGA” ingediend dat volgens planning van het ministerie op 1 januari 2024 in werking zou moeten treden.

Bestaande praktijk.

Nu is dat sowieso een punt van aandacht en het is dan ook aan te bevelen om waar dat mogelijk is uw schulden aan uw B.V. af te lossen tot onder de grens van
€ 500.000 om die heffing tegen bijna 30% te voorkomen.

Echter, ook al geeft dit wetsvoorstel de belastingdienst een nieuw middel in handen, het is niet het enige middel in haar strijd tegen excessieve leningen bij de eigen B.V. Er zijn al enkele middelen die de belastingdienst daarvoor kan inzetten:

  • Zo is bekend dat de fiscus soms de stelling betrekt dat er sprake is van een te belasten dividend in situaties waar het voor de DGA onmogelijk is om de geleende gelden terug te betalen aan de B.V. De redenering daarachter is dat een bank of financieringsmaatschappij in die situatie immers geen lening verstrekt zou hebben aan de DGA. Het feit dat de B.V. dat wel heeft gedaan is een voordeel voor de DGA dat voortvloeit uit de bijzondere relatie tussen de B.V. enerzijds en haar DGA anderzijds. Voordelen die voortvloeien uit de aandeelhoudersrelatie, dat is dividend en dus belast tegen 26,9%.
  • Op 28 juni heeft de rechtbank Gelderland nog een ander middel van de fiscus bevestigd. In dat geval ging het om een DGA die recht had op pensioen uit zijn eigen B.V., maar dat slechts deels liet uitbetalen. Dit omdat de B.V. onvoldoende liquide middelen had om het hele pensioen uit te betalen.
    De belastingdienst is daar tegen opgekomen en stelde dat de DGA een schuld had aan de B.V. en dat dus verrekening van de pensioenuitkeringen met die schuld mogelijk was. De rechtbank vond dat een goed argument. Gevolg was dat ook het niet uitbetaalde deel van de pensioenuitkeringen belast werd bij de DGA (tegen het reguliere progressieve tarief dat nu 19,2 tot 49,5% bedraagt).
    De DGA wordt hier dus gedwongen om zijn schuld aan de B.V. af te lossen en de B.V. wordt gedwongen loonbelasting af te dragen over pensioenen die niet betaald maar verrekend worden.

Conclusie.

Het is prima mogelijk om geld te lenen van de eigen B.V., zelfs voor aanzienlijke bedragen en dat blijft ook zo onder de nieuwe regeling.

Echter, de problemen die er al bestaan voor die gevallen waar geleend wordt zonder dat wordt terugbetaald, blijven ook bestaan. De drempel van € 500.000 is geen garantie dat de belastingdienst daaronder niet heft.

Heeft u vragen over de schuldverhouding met uw B.V.? Contacteer uw relatiebeheerder of de schrijver dezes, wij zullen u graag te woord staan.