Wat mag u als werkgever wel vragen aan zieke werknemers en wat zeker niet?

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Wat mag u als werkgever wel vragen aan zieke werknemers en wat zeker niet?

Het blijkt dat de meeste werkgevers niet precies weten wat ze aan zieke werknemers mogen/moeten vragen op het moment dat een werknemer zich ziek meldt.

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft dit in de beleidsregels “de zieke werknemer” vastgelegd. De AP bewaakt in dit geval de privacy van werknemers in Nederland. De AP is bevoegd om boetes op te leggen aan werkgevers die op kunnen lopen tot een geldbedrag van maximaal € 810.000 of 10% van de omzet. Voorkom dus dat een werknemer gaat klagen bij de AP!

Wat de werkgever wel mag:

  • Vragen naar de vermoedelijke duur van het verzuim;
  • Vragen naar (verpleeg)adres en telefoonnummer waar de werknemer bereikbaar is;
  • Vragen of de ziekte verband houdt met een arbeidsongeval;
  • Vragen of de ziekte verband houdt met een verkeersongeval (dit in verband met het mogelijk kunnen verhalen van schade op een derde);
  • Vragen of werknemer onder een vangnetbepaling van de Ziektewet valt (niet gevraagd mag worden naar welke vangnetbepaling);
  • Vragen of de werknemer lopende afspraken heeft en welke werkzaamheden overgedragen dienen te worden;
  • Gegevens vastleggen die zijn ontvangen van de arbodienst;
  • Gegevens vastleggen met betrekking tot de duur en  frequentie van het verzuim van de werknemer i.v.m. de loondoorbetalingsplicht en het op kunnen maken van verzuimstatistieken.

Wat niet mag:

  • Vragen naar de aard van de ziekte of klachten van de werknemer (een werknemer mag dit overigens uit vrije wil wel aan u als werkgever mededelen);
  • Vastleggen van welke medische term dan ook (dus geen aantekeningen in dossiers maken over de aard van de klachten, zelfs al gaat het alleen maar om een simpel griepje);
  • Vragen aan de werknemer wat hij eventueel nog wel zou kunnen c.q. vragen naar de mate van arbeidsongeschiktheid;
  • Vragen naar afspraken met artsen of therapeuten;
  • Vragen naar behandelingen door artsen of naar soorten therapieën;
  • Vragen naar problemen die in de privésfeer liggen.

De conclusie mag duidelijk zijn:

Als werkgever mag je niet veel meer vragen aan de werknemer wanneer hij/zij belt om zich ziek te melden.

Advies is dan ook om de werknemer z.s.m. naar de bedrijfsarts te sturen. De bedrijfsarts geeft een terugkoppeling van het bezoek van de werknemer en naar aanleiding daarvan kan gekeken gaan worden of een werknemer bijvoorbeeld deels zijn werk kan/mag gaan hervatten.

Heeft u nog vragen, neem dan contact met ons op (013-5340001).

Pensioen geen onderdeel (gebruikelijk) loon

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Een dga moet voor zijn werkzaamheden ten behoeve van zijn bv ten minste een gebruikelijk loon ontvangen. De vraag in een procedure was of bij het bepalen van de hoogte van het gebruikelijk loon rekening gehouden moet worden met een van de bv ontvangen pensioenuitkering.

Volgens de inspecteur omvat het gebruikelijk loon alleen het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking. Om die reden had de inspecteur het aangegeven loon uit dienstbetrekking van een dga in een reeks van jaren gecorrigeerd. De dga meende dat het begrip loon ook het loon uit vroegere dienstbetrekking omvat. Naast het loon uit tegenwoordige dienstbetrekking ontving de dga ook een pensioenuitkering van de bv. Rekening houdend met de ontvangen pensioenuitkeringen zou dat betekenen dat het genoten loon hoger was dan het door de inspecteur na correctie vastgestelde loon.

Hof Den Bosch is van oordeel dat uit de letterlijke tekst van de wet volgt dat dit artikel betrekking heeft op de werknemer die arbeid verricht. Dat leidt er volgens het hof toe dat het gebruikelijk loon moet worden bepaald zonder rekening te houden met loon uit vroegere dienstbetrekking, zoals een pensioenuitkering van dezelfde bv. Dat strookt ook met doel en strekking van het wetsartikel. Het gaat er namelijk om een zakelijk loon uit dienstbetrekking voor de dga te bepalen en ongewenste salarisconstructies tegen te gaan. Uit de memorie van toelichting volgt dat er een verband is tussen de omvang van de werkzaamheden en het loon uit deze dienstbetrekking.

Maatregelen uit regeerakkoord opgenomen in Belastingplan 2018

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De staatssecretaris van Financiën heeft een nota van wijziging op het Belastingplan 2018 ingediend. In de nota van wijziging is een aantal punten uit het regeerakkoord verwerkt. Het gaat om maatregelen die per 1 januari 2018 in werking moeten treden of op 1 januari 2018 vast moeten staan om op 1 januari 2019 in werking te kunnen treden.

Heffingskortingen
Heffingskortingen worden in de regel niet uitbetaald, maar alleen verrekend met de te betalen inkomstenbelasting. Er geldt een uitzondering voor de algemene heffingskorting, de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK). Deze worden uitbetaald op voorwaarde dat de fiscale partner voldoende inkomen heeft. De uitbetaling van de algemene heffingskorting wordt sinds een aantal jaren afgebouwd. Nu wordt voorgesteld dat met ingang van 1 januari 2019 ook te doen met de IACK en de arbeidskorting.

Daarnaast wordt voorgesteld de ouderenkorting per 1 januari 2019 met € 160 te verhogen en deze korting geleidelijk inkomensafhankelijk af te bouwen. Nu geldt nog dat bij het overschrijden van een zeker inkomensbedrag de hoge ouderenkorting vervalt en de (veel lagere) lage ouderenkorting van toepassing. De voorgestelde afbouwregeling zorgt voor een meer geleidelijke overgang. De afbouw start bij het bedrag van het verzamelinkomen waar nu het hoge bedrag van de ouderenkorting overgaat in het lage bedrag. De afbouw bedraagt 15% van het verzamelinkomen voor zover dat hoger is dan het verzamelinkomen waarbij het afbouwtraject start.

Aanpassing box 3
Het heffingvrije vermogen wordt verhoogd naar € 30.000. Het gezamenlijke heffingvrije vermogen voor fiscale partners wordt € 60.000. De verhoging van het heffingvrije vermogen heeft tot gevolg dat meer mensen recht krijgen op toeslagen.
Het forfaitaire rendement op sparen wordt gebaseerd op actuelere rendementen. Daardoor valt dit in 2018 lager uit. Dat heeft tot gevolg dat het forfaitaire rendement in de eerste vermogensschijf 0,63% lager uitkomt op 2,4%.

Tariefschijf vennootschapsbelasting en tarief innovatiebox
Op grond van het Belastingplan 2017 zou de eerste tariefschijf in de vennootschapsbelasting worden verlengd naar € 250.000 per 1 januari 2018. In deze nota van wijziging wordt die maatregel teruggedraaid. Ook de vervolgstappen in de verlenging van de tariefschijf gaan niet door. De in het regeerakkoord aangekondigde verhoging van het effectieve tarief van de innovatiebox van 5% naar 7% is ook opgenomen in de nota van wijziging. Ook deze aanpassing moet per 1 januari 2018 worden doorgevoerd. Het Vpb-tarief wordt vanaf 2019 stapsgewijs verlaagd naar 16% (eerste schijf) en 21% (tweede schijf) in 2021.

Verhogen tabaksaccijns
De accijnstarieven van alle tabaksproducten worden met ingang van 1 januari 2018 verhoogd. Ook in de komende jaren zal de accijns op tabak stijgen.

AOW-leeftijd gaat niet omhoog in 2023

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Sinds enige jaren stijgt de AOW-gerechtigde leeftijd. Aanvankelijk met in de wet vastgelegde stappen en vanaf 2022 afhankelijk van de ontwikkeling van de levensverwachting op 65-jarige leeftijd. De verhoging op basis van de resterende levensverwachting wordt vijf jaar van te voren bekend gemaakt. De AOW-gerechtigde leeftijd voor het jaar 2022 is vastgesteld op 67 jaar en drie maanden. Nu is bekend gemaakt dat in 2023 dezelfde AOW-leeftijd zal gelden.

De gemiddelde resterende levensverwachting voor een 65-jarige bedraagt volgens prognoses van het CBS in 2023 20,48 jaar en in 2029 21,15 jaar.

Spoedreparatie vennootschapsbelasting aangekondigd

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

In verband met de mogelijke negatieve gevolgen van een toekomstig arrest van het Hof van Justitie EU heeft het kabinet een spoedreparatie voorbereid van de Wet op de vennootschapsbelasting. De aanleiding hiervoor is de conclusie van de advocaat-generaal bij het Hof van Justitie EU over de toepassing van de Nederlandse renteaftrekbeperking. De Hoge Raad heeft in 2016 in twee zaken vragen voorgelegd aan het Hof van Justitie EU over de verhouding tussen het regime van de fiscale eenheid en het Europese recht op vrije vestiging.

Een van de zaken betreft de weigering van de aftrek van rente. Gezien de inhoud van de conclusie bestaat het risico dat het arrest negatieve gevolgen heeft omdat Nederland in bepaalde buitenlandse situaties de voordelen van de fiscale eenheid zal moeten toekennen waar dat volgens de Nederlandse wet niet aan de orde is. Dat zou kunnen leiden tot een jaarlijks verlies aan belastingopbrengsten van enkele honderden miljoenen euro’s. Voor nog niet opgelegde aanslagen over het verleden kan het verlies aan opbrengsten oplopen tot 400 miljoen euro. Dit verlies is bij een negatieve uitspraak niet te voorkomen. Wel kunnen de gevolgen voor de toekomst worden beperkt. Dat gebeurt door de spoedreparatiemaatregelen nu al aan te kondigen en, mochten zij nodig zijn, met terugwerkende kracht tot de datum van publicatie (25 oktober 2017 om 11.00 uur) in te voeren.

De spoedreparatiemaatregelen houden in dat de renteaftrekbeperking ter voorkoming van winstdrainage, de deelnemingsvrijstelling, de aftrekbeperking voor bovenmatige deelnemingsrente en de verliesverrekening bij wijziging van het belang zullen worden toegepast alsof er geen fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting bestaat. Daarmee wordt bereikt dat een fiscale eenheid in binnenlandse verhoudingen op dezelfde wijze wordt behandeld als een vergelijkbare EU-situatie. Voor de toepassing van de genoemde regelingen blijft de consolidatie, die normaal gesproken in een fiscale eenheid plaatsvindt, achterwege.

Kosten total bodyscan niet aftrekbaar

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De uitgaven voor geneeskundige hulp bij ziekte of invaliditeit zijn aftrekbaar in de inkomstenbelasting voor zover de uitgaven een zekere inkomensafhankelijke drempel overschrijden. Uitgaven ter voorkoming van ziekten vallen in de regel niet onder de aftrekbare kosten, met uitzondering van inentingskosten. Inentingskosten zijn volgens de Hoge Raad naar hun aard uitgaven voor geneeskundige hulp.

De uitgaven voor een zogenaamde total bodyscan, een preventief onderzoek, zijn echter niet aftrekbaar. Deze uitgaven worden niet gedaan in het kader van een medische behandeling en kunnen volgens Hof Amsterdam niet op één lijn worden gesteld met inentingen, waarbij geneesmiddelen worden toegediend en waarmee ziekten worden voorkomen. Het hof is van oordeel dat een preventief onderzoek geen behandeling wordt wanneer uit een dergelijk onderzoek blijkt dat de onderzochte persoon ziek is.

Schijfgrenzen en tarieven IB 2018

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Bij de Tweede Kamer is het Belastingplan 2018 in behandeling. De (voormalige) staatssecretaris van Financiën heeft de nota naar aanleiding van het verslag naar de Kamer gestuurd. In de nota worden vragen van de verschillende fracties beantwoord. Er zijn ook vragen gesteld die betrekking hebben op het regeerakkoord van het nieuwe kabinet. Die zijn niet beantwoord maar doorgeschoven.

De staatssecretaris heeft in deze nota onder meer een overzicht van heffingskortingen, schijven en tarieven in de loon- en inkomstenbelasting voor 2018 gegeven, waarin rekening is gehouden met de indexatie per 1 januari. Daaruit blijkt dat het maximum van de algemene heffingskorting voor mensen jonger dan de AOW-leeftijd stijgt van € 2.254 naar € 2.265. Voor mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt gaat het maximum van € 1.151 naar € 1.157. Het maximum van de arbeidskorting gaat van € 3.223 naar € 3.249.

Het maximum van de inkomensafhankelijke combinatiekorting gaat van € 2.778 naar € 2.801. De jonggehandicaptenkorting stijgt van € 722 naar € 728.  De ouderenkorting gaat voor lagere inkomens flink omhoog, omdat naast de indexatie een stijging is voorzien in het Belastingplan 2018. Daardoor gaat deze korting omhoog van € 1.292 naar € 1.418. Voor hogere inkomens wordt de ouderenkorting alleen geïndexeerd, waardoor deze van € 71 stijgt naar € 72. De alleenstaande ouderenkorting daalt ondanks de indexatie van € 438 naar € 423, vanwege een verlaging in het Belastingplan 2018.

Schijfgrenzen en tarieven
2017 Tarief 2017 2018 Tarief 2018
Einde eerste schijf  € 19.982  36,55%  € 20.142  36,55%
Einde tweede schijf  € 33.791  40,8%  € 33.994  40,85%
Einde derde schijf  € 67.072  40,8%  € 68.507  40,85%
Einde vierde schijf  –  52,00%  –  51,95%

 N.B. Voor mensen die geboren zijn vóór 1 januari 1946 eindigt de tweede schijf in 2017 bij een bedrag van € 34.130 en in 2018 bij een bedrag van € 34.404.

Verlies van digitale administratie, wat nu?

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Verlies van digitale administratie, wat nu ?

De rechter heeft onlangs nog eens bevestigd dat het verlies van digitale administratie, bijvoorbeeld door een computercrash of brand, voor uw rekening komt.

De meeste ondernemingen leggen tegenwoordig hun administratie geheel of gedeeltelijk digitaal vast. Dit zal in de toekomst alleen maar toenemen. Ondanks het gemak van digitaal werken, brengt dit ook een risico met zich mee. Wat als de computer waarop u uw administratie voert crasht? Deze vraag kwam aan de orde in een rechtszaak.

In deze zaak ging het om een onderneming die werkzaam was in de seksindustrie. De belastingdienst stelt een boekenonderzoek in voor de BTW en loonheffingen. Tijdens het boekenonderzoek worden tal van gegevens opgevraagd, zoals bankbescheiden, omzetdagstaten, afschrijvingsstaten en afsprakenboeken.

Volgens de ondernemer is de computer waarop hij de administratie voert, echter gecrasht. Hierdoor zijn de gevraagde gegevens definitief verloren gegaan. De belastingdienst stelt dat niet is voldaan aan de administratieplicht. De bewijslast wordt omgekeerd en de ondernemer ontvangt naheffingsaanslagen gebaseerd op een schatting van de gemaakte omzet. Volgens de ondernemer is er echter sprake van overmacht. Wat kan hij eraan doen dat de computer is gecrasht?

Volgens de rechter is het correct bewaren van de gegevens echter de verantwoordelijkheid van de ondernemer. Dat hij hiervan geen back-up heeft gemaakt, kan hem worden aangerekend. Er is dus geen sprake van overmacht.

Zorg ervoor dat zowel uw schriftelijke als uw digitale administratie goed bewaard blijft. Maak waar nodig kopieën en back-ups. Bewaar de back-ups buiten uw bedrijf, anders bent u bijvoorbeeld bij brand of een inbraak alsnog de klos. Een back-up in de cloud of bij uw boekhouder of accountant kan een oplossing zijn.

Heeft u nog vragen, neem dan contact met ons op (013-5340001).

Aanslag en boete opgelegd na ontbinding vof

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Door het opleggen van een belastingaanslag wordt een ontstane belastingschuld vastgesteld. Deze betekenis verliest een belastingaanslag niet door het overlijden van de persoon aan wie de aanslag is opgelegd of door het ophouden te bestaan van een niet-natuurlijke persoon. Dat betekent dat ook aan een ontbonden vennootschap onder firma (vof) een belastingaanslag kan worden opgelegd. De vraag is of dat ook geldt voor het opleggen van een boete.

In het strafrecht geldt dat vervolging van een vof niet meer kan worden ingesteld als voor derden kenbaar is dat de vennootschap ontbonden is. Het opleggen van een bestuurlijke boete aan een ontbonden vof is slechts mogelijk als de kennisgeving van het voornemen tot boeteoplegging of het opleggen van de boete zelf heeft plaatsgevonden voordat de ontbinding voor derden kenbaar was, bijvoorbeeld door publicatie in het Handelsregister. De inspecteur kan geen boete meer opleggen als hij weet dat de vennootschap ontbonden is. Het vervallen van de mogelijkheid tot beboeting van de vof verhindert overigens het opleggen van een bestuurlijke boete aan degene, die opdracht heeft gegeven voor een door de vennootschap begaan beboetbaar feit of daaraan feitelijk leiding heeft gegeven, niet.

Verliesverrekening

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

In box 1 van de inkomstenbelasting worden de inkomsten uit werk en woning progressief belast. De inkomsten uit werk en woning omvatten de winst uit onderneming, de inkomsten uit dienstbetrekking, het resultaat uit werkzaamheden en de inkomsten uit de eigen woning. Een negatief inkomen uit werk en woning wordt verrekend met positieve inkomens uit werk en woning van de drie voorgaande en de negen volgende jaren. Een negatief inkomen wordt aangemerkt als een verlies. Een verlies vermindert het positieve inkomen van een ander jaar niet verder dan tot nihil. Het wettelijke systeem van verliesverrekening betreft een verrekening van heffingsgrondslagen en niet van geheven belasting. Dat betekent dat verrekening ook mogelijk is met inkomens van jaren waarin feitelijk geen belasting is betaald. De verrekening van een verlies met het inkomen uit een jaar waarin geen belasting is betaald leidt niet tot een teruggaaf van belasting.