Wie kan opzettelijk een onjuiste aangifte doen?

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De Algemene wet inzake rijksbelastingen bevat een aantal strafbepalingen. Een daarvan betreft het opzettelijk doen van een onjuiste of onvolledige belastingaangifte. Als dat tot gevolg heeft dat te weinig belasting wordt geheven, staat daarop een gevangenisstraf van maximaal zes jaar of een geldboete.

Volgens de Hoge Raad kan alleen de persoon die aangifte moet doen pleger zijn van het onjuist of onvolledig doen van aangifte. De verplichting om aangifte te doen rust op iedereen die daartoe is uitgenodigd. Iemand, die namens een ander aangifte doet, kan niet worden aangemerkt als pleger van dit strafbare feit. De Hoge Raad heeft een andersluidende uitspraak van Hof Amsterdam vernietigd. Het hof had een eigenaar van een administratie- en advieskantoor, die voor klanten onjuiste aangiften had gedaan, aangemerkt als de pleger van het strafbare feit van het bewust doen van onjuiste aangiften. Hof Amsterdam moet zich nu nogmaals over deze zaak buigen.

Aanvullingen economisch steunpakket

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Subsidiepercentage TVL naar 100% in het tweede kwartaal

De Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) is een subsidie voor ondernemers die geraakt zijn door de coronacrisis. De hoogte van de subsidie is afhankelijk van het omzetverlies van een onderneming, het vastelastenpercentage van de sector waartoe de onderneming behoort en het geldende subsidiepercentage. Voor het tweede kwartaal van 2021 is aangekondigd dat het subsidiepercentage wordt verhoogd naar 100%. Volgens de minister van EZK kan de wijziging van de TVL worden verwerkt zonder gevolgen voor de openstelling van het aanvraagloket voor het tweede kwartaal.

De regeling moet worden voorgelegd aan de Europese Commissie ter goedkeuring in verband met de staatssteunregels. De verwachting is dat aanvragen vanaf de tweede helft van mei kunnen worden ingediend. De maximumvergoedingen gaan niet omhoog en blijven op het niveau zoals onlangs vastgesteld. De verhoging van het subsidiepercentage van de TVL geldt ook voor de land- en tuinbouwsector.

De ontvangen TVL-subsidie wordt aangemerkt als omzet voor de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW). Dit betekent dat de verhoging van de TVL zal leiden tot een verlaging van de NOW.

Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)

De TONK is bedoeld om huishoudens tegemoet te komen die door de coronacrisis een sterke terugval in inkomsten hebben en daardoor hun noodzakelijke (woon)lasten niet meer kunnen betalen. De TONK wordt uitgevoerd door de gemeenten. Het oorspronkelijk beschikbare bedrag van € 130 miljoen wordt door veel gemeenten als ontoereikend beschouwd. Het kabinet verdubbelt het beschikbare bedrag voor de TONK tot € 260 miljoen voor het eerste halfjaar van 2021. De TONK loopt vanaf 1 januari 2021, ongeacht de startdatum in een gemeente. Dat betekent dat uitkeringen met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 gedaan worden.

Uitstel van betaling belastingschulden

De opgebouwde schuld onder het tijdelijk versoepelde uitstelbeleid voor belastingen bedraagt op dit moment bijna € 16 miljard. Het uitstel van betaling van nieuwe betalingsverplichtingen loopt tot uiterlijk 1 juli 2021. Ondernemers moeten dus vanaf 1 juli 2021 de betaling van nieuwe  belastingverplichtingen hervatten. De aflossing van de opgebouwde belastingschuld begint op 1 oktober 2021. De komende tijd wordt bekeken of verdere versoepelingen van het uitstelbeleid nodig zijn. Mogelijke aanpassingen zijn het verlengen van de betalingstermijn, een latere startdatum voor aflossingen en verlenging van de periode met verlaagde invorderingsrente.

Verlenging uitstel van belastingbetaling

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Het tijdelijk versoepelde uitstelbeleid voor belastingen houdt in dat ondernemers op verzoek automatisch drie maanden uitstel van betaling krijgen voor belastingschulden. Langer uitstel van betaling is mogelijk als de ondernemer aan bepaalde voorwaarden voldoet. Het uitstel geldt ook voor nieuwe belastingschulden die in de uitstelperiode ontstaan. Deze regeling geldt tot 1 juli 2021. Tot die datum kunnen ondernemers uitstel of verlenging van verleend uitstel aanvragen. Zowel het uitstel als de verlenging lopen uiterlijk op 1 juli af. Gedurende de periode van uitstel van betaling moeten ondernemers wel op tijd aangiften doen.

De Belastingdienst stuurt ondernemers, van wie het bijzonder uitstel van betaling tot 1 juli loopt, vóór 1 oktober 2021 een brief met een voorstel voor een betalingsregeling. Deze geldt voor de gehele belastingschuld die is opgebouwd tijdens het bijzonder uitstel. De datum waarop ondernemers moeten starten met terugbetalen is verschoven van 1 juli 2021 naar 1 oktober 2021. De aflossing moet binnen 36 maanden gedaan worden.

Ondernemers, van wie het automatisch verleende uitstel van drie maanden afloopt voor 1 juli, wordt aangeraden om verlenging van het uitstel tot 1 juli te vragen. Doen zij dat niet, dan komen zij niet in aanmerking voor de betalingsregeling die de Belastingdienst na afloop van het uitstel aanbiedt. In dat geval moet de belastingschuld ineens worden afgelost.

Rechtbank draait berekening belastingrente terug

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Belastingrente wordt berekend bij het opleggen van een aanslag inkomstenbelasting over de periode die aanvangt zes maanden na afloop van het belastingjaar tot de dag waarop de aanslag invorderbaar is. Er wordt geen belastingrente berekend als de aanslag wordt opgelegd overeenkomstig de ingediende aangifte, mits de aangifte is ingediend voor 1 mei van het jaar volgend op het belastingjaar. De berekening van belastingrente wordt beperkt als niet is voldaan aan de voorwaarde dat de aangifte is ingediend voor 1 mei, maar de aanslag wel is vastgesteld overeenkomstig de ingediende aangifte. In dat geval eindigt de periode waarover belastingrente wordt berekend uiterlijk 19 weken na de datum van ontvangst van de aangifte.

De Hoge Raad heeft bepaald dat onder omstandigheden op grond van de beginselen van behoorlijk bestuur de berekening van belastingrente moet worden beperkt of achterwege gelaten.

De rechtbank heeft met toepassing van het evenredigheidsbeginsel geoordeeld dat geen belastingrente mag worden berekend in de volgende situatie. Nadat eerder naar aanleiding van een gezamenlijke aangifte van twee fiscale partners een aanslag werd opgelegd en betaald, dienden de partners gewijzigde aangiften in. Daardoor kreeg een van de partners € 18.091 aan betaalde belasting terug en moest de andere partner € 15.323 aan belasting betalen. Over het te betalen bedrag aan belasting werd belastingrente berekend. De Belastingdienst heeft over de gehele periode waarover belastingrente in rekening is gebracht de beschikking gehad over een hoger bedrag dan de uiteindelijk door beide partners gezamenlijk verschuldigde belasting. Volgens de rechtbank leidt een letterlijke toepassing van de wet in deze situatie tot een uitkomst die niet evenredig is met doel en strekking van de wet. De rechtbank heeft de beschikking belastingrente daarom vernietigd.

Non-concurrentiebeding ongeldig door functiewijziging

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

In een arbeidsovereenkomst kan een non-concurrentiebeding worden opgenomen. Een dergelijk beding beperkt de werknemer in zijn vrije arbeidskeuze. In verband met die beperkende werking moet een non-concurrentiebeding schriftelijk worden vastgelegd op straffe van nietigheid. Een non-concurrentiebeding, dat is opgenomen in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, hoeft niet nogmaals schriftelijk te worden vastgelegd wanneer de arbeidsovereenkomst op dezelfde of nagenoeg dezelfde arbeidsvoorwaarden wordt voortgezet. Een rechtsgeldig concurrentiebeding verliest geheel of gedeeltelijk zijn geldigheid als het door een ingrijpende functiewijziging van de werknemer zwaarder is gaan drukken. In die situatie moet het concurrentiebeding opnieuw schriftelijk worden overeengekomen om geldig te zijn.

Een op 1 mei 2005 ingegane arbeidsovereenkomst voor de duur van een jaar bevatte een non-concurrentiebeding. De arbeidsovereenkomst is na 1 mei 2006 stilzwijgend voorgezet. Het non-concurrentiebeding verloor daardoor zijn geldigheid niet. Per 1 juli 2018 trad de werknemer in dienst bij een andere werkgever, waarna de oude werkgever een beroep deed op het non-concurrentiebeding. Volgens de werknemer had het non-concurrentiebeding door een ingrijpende functiewijziging zijn geldigheid verloren. De kantonrechter was van oordeel dat het beding niet langer rechtsgeldig was, omdat in de loop der jaren de functie van de werknemer ingrijpend was gewijzigd. Van junior verkoper was zijn functie veranderd in verkoopmedewerker binnendienst en uiteindelijk accountmanager. Door de functiewijziging was het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder gaan drukken.

In hoger beroep heeft Hof Den Bosch de uitspraak van de kantonrechter bevestigd. De werkzaamheden van de werknemer in zijn laatste functie verschilden sterk van de werkzaamheden van junior verkoopmedewerker. In de loop der jaren was het salaris van de werknemer met ruim 45% gestegen. Ook dat duidde op een ingrijpende functiewijziging.

Verkoopopbrengst sportpaard niet belast

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Een voordeel kan slechts belastbaar inkomen in de zin van de Wet IB 2001 zijn als aan dat voordeel een bron van inkomen ten grondslag ligt. Volgens vaste jurisprudentie is een bron van inkomen aanwezig als is voldaan aan drie voorwaarden. Deze voorwaarden zijn deelname aan het economische verkeer, het subjectieve oogmerk om voordeel te behalen en de objectieve verwachting dat het voordeel redelijkerwijs kan worden behaald.

De Belastingdienst merkte de verkoopopbrengst van een springpaard aan als resultaat uit overige werkzaamheden. De eigenaar had het paard in 2007 voor € 12.500 gekocht als rijpaard voor zijn dochter. In 2014 verkocht hij het paard voor € 1.300.000. In de tussenliggende tijd heeft de dochter met het paard aan diverse wedstrijden meegedaan en regelmatig prijzen gewonnen. De rechtbank achtte niet aannemelijk gemaakt dat het behaalde voordeel ten tijde van de aankoop van het paard werd beoogd. De enkele omstandigheid dat het paard op enig moment met winst is verkocht, is hiervoor onvoldoende. De belanghebbende had, totdat hij het bod van de koper ontving, geen intentie om het paard te verkopen. Op aandringen van zijn dochter heeft vader het bod geaccepteerd en het paard verkocht. De rechtbank vond van belang dat de belanghebbende niet in paarden handelde. Omdat het voordeel niet beoogd werd, was geen sprake van een bron van inkomen en kon het voordeel niet belast worden als resultaat uit overige werkzaamheden.

De Wet IB 2001 verstaat onder belastbare winst uit onderneming het gezamenlijke bedrag van de winst die een ondernemer geniet uit een of meer ondernemingen, verminderd met de ondernemersaftrek en mkb-winstvrijstelling. Winst is het bedrag van de gezamenlijke voordelen die onder welke naam en in welke vorm ook worden verkregen uit de onderneming. Vader betaalde na de verkoop van het paard 10% van de verkoopopbrengst als commissie aan zijn dochter. De dochter was ten tijde van de verkoop zelfstandig ondernemer als ruiter en trainer van wedstrijdpaarden. Volgens de Belastingdienst vormde de ontvangen commissie van € 130.000 winst uit onderneming voor de dochter. De vraag was of de door de dochter ontvangen commissie winst uit onderneming vormde. In de jaren voorafgaand aan de verkoop werd het paard door de dochter getraind en bereden tijdens wedstrijden. De rechtbank oordeelde dat de commissie geen ondernemingsbate was, omdat de bate niet in de ondernemingssfeer is opgekomen. Van belang voor dit oordeel was dat het ging om een privépaard van haar vader, waarop de dochter al reed en meedeed aan wedstrijden voordat zij haar onderneming begon.

Goedkeuringen in het besluit noodmaatregelen coronacrisis toegevoegd/aangepast.

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Er zijn enkele goedkeuringen in het besluit noodmaatregelen coronacrisis toegevoegd/aangepast. Sommige daarvan zijn specifiek voor bepaalde sectoren, maar er zijn ook enkele maatregelen aangekondigd die voor veel ondernemers van belang kunnen zijn, zoals:

Verhoging vrije ruimte werkkostenregeling.
De vrije ruimte in de werkkostenregeling van de loonbelasting wordt voor 2021 toch weer vastgesteld op 3% (over een loonsom tot € 400.000). 

Verlaging gebruikelijk loon 2021 voor de aandeelhouder.
Als de omzet van uw onderneming in 2021 tenminste 30% lager is dan de omzet van 2019, wordt het gebruikelijk loon voor u naar rato verlaagd.
Uw salaris kan in dat geval ook zo dalen onder het voorgeschreven bedrag van € 47.000.
Voor 2020 gold een zelfde regeling, eveneens vergelijkend met de omzet van 2019 maar was het voorgeschreven bedrag nog € 46.000.

Urencriterium voor de ondernemers in de inkomstenbelasting.
Voor het eerste half jaar 2021 worden alle ondernemers geacht 24 uur per week aan hun onderneming te besteden.
Daarmee zijn 624 van de 1225 vereiste uren al “ingevuld” waarmee een ondernemer in aanmerking kan komen voor de zelfstandigenaftrek, de meewerk en de fiscale oudedagsreserve.

Belastingvrijstelling TVL.
De TVL, tegemoetkoming vaste lasten (formeel: de regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19) blijft ook in 2021 vrijgesteld van inkomsten en vennootschapsbelasting.

Voor nadere vragen kunt u terecht bij uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of de heer Eric van Erve. 

Introductie, Marc Wolfs, onze nieuwe salarisadministrateur.

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Hierbij willen wij u graag introduceren Marc Wolfs, onze nieuwe salarisadministrateur per 1 april a.s.

“Hierbij wil ik mezelf graag voorstellen. Mijn naam is Marc Wolfs en ik start 1 april a.s.  Ik ga cliënten ontzorgen op het gebied van personeel en salarissen. En dat is niet alleen het verzorgen van de salarisstroken maar onder andere ook het indienen van de loon- en pensioenaangifte, salarisgegevens aan verzekeringen doorgeven, vragen beantwoorden over arbeidscontracten en het adviseren over bijvoorbeeld de mogelijkheden van onbelaste vergoedingen en hoe optimaal gebruik kan worden gemaakt van automatisering om de verloning zo efficiënt mogelijk te laten verlopen en de kans op fouten te minimaliseren. Door mijn registratie als RPP (Register Payroll Professional) blijft ik continue op de hoogte van de ontwikkelingen op het gebied van salarissen.

In mijn vrije tijd rijd ik graag motor en sport ik geregeld. Het liefst ga ik tennissen of speel ik een potje padel met vrienden, maar ook hardlopen doe ik wekelijks. Verder ben ik regelmatig te vinden bij HTC De Ypelaer voor vrijwilligerswerk en waar ik voorzitter/penningmeester ben van de barcommissie, en als Bourgondiër sla ik ook een avondje gezellig uit eten of borrelen nooit af”.

Wij wensen Marc veel succes en heten hem van harte welkom!

Elektronisch factureren

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Ontvang en verstuur jij facturen als pdf-bestand? Dat kan een stuk sneller.

Wist je dat elektronisch factureren je een hoop tijd kan besparen? Dit geldt zowel voor de facturen die je verstuurt, als voor de inkoopfacturen die je ontvangt.

Je denkt misschien: tuurlijk, een pdf via e-mail versturen is sneller dan een papieren factuur over de post. Dat is ook zo, maar de rest van het proces kost net zoveel tijd. De ontvanger moet de e-mail openen, de factuur downloaden en vervolgens in het boekhoudprogramma verwerken.

Soms blijft een factuur nog een tijdje bij een collega in een inbox staan of komt de e-mail in de spam terecht. En een foutje bij het inboeken is zo gemaakt.

Hoe handig zou het zijn als dat allemaal automatisch ging?

Meer automatiseren met ‘echt’ elektronisch factureren

Door ‘echt’ elektronisch te factureren kun je veel meer van dit proces automatiseren. Dit gaat een stapje verder dan versturen per e-mail.

E-facturen maak en verstuur je via een boekhoudprogramma.

De e-factuur die je verstuurt met het boekhoudpakket bevat een pdf die voor mensen leesbaar is plus alle factuurgegevens in xml-code.

De xml-code wordt door boekhoudprogramma’s herkend en hierdoor komen alle factuurgegevens automatisch op de goede plek in het boekhoudprogramma van de ontvanger terecht. Zonder menselijke tussenkomst. De ontvanger hoeft niets meer in te lezen of handmatig over te typen.

Als iemand je een e-factuur stuurt, dan zit de pdf die je voorheen per e-mail ontving nu ingesloten in de e-factuur. Je kunt de factuur vanuit je boekhoudprogramma inzien. Alle gegevens zijn al ingeboekt en je kunt direct tot betaling overgaan.

E-factureren verplicht bij leveringen aan de overheid

Je bent verplicht om bij alle nieuwe inkoopovereenkomsten met de Rijksoverheid je factuur elektronisch in te dienen. 

Voorwaarden e-factureren

Handig, dat e-factureren, maar er zijn wel wat regels en voorwaarden aan verbonden:

  • Als je alleen maar e-facturen wilt sturen, moet je dit wel in je voorwaarden opnemen zodat de klant dit van te voren weet. De klant moet hiermee ook akkoord gaan.
  • De datum die is weergegeven op de factuur is leidend voor het uitreiken van de factuur. Let er daarom op dat de juiste datum op de factuur staat.
  • Voor een e-factuur gelden dezelfde wettelijke regels als voor een papieren factuur. De standaardfactuur in de meeste boekhoudpakketten voldoet aan alle wettelijke eisen.
  • Je moet de Belastingdienst kunnen bewijzen dat een factuur werkelijk door de afzender is gestuurd (de factuur is authentiek) en niet is veranderd (de factuur is integer). Voor kleine organisaties is het vaak voldoende om naast de factuur ook andere documenten te bewaren. Bijvoorbeeld de offerte, opdrachtbevestiging en het bewijs van betaling. Grotere organisaties kiezen vaak voor een technische oplossing. Bijvoorbeeld een geavanceerde elektronische handtekening. Wanneer je kiest om een (online) systeem aan te schaffen voor het maken en versturen van digitale facturen, zit daar vaak een waarborg ingebouwd die de authenticiteit en integriteit van jouw facturen garandeert.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-5340001.

Geen reden voor afwaardering vordering op dga

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De winst van een onderneming wordt bepaald met inachtneming van de beginselen van goed koopmansgebruik. Volgens goed koopmansgebruik worden vorderingen op de fiscale balans opgenomen tegen de waarde die zij op de balansdatum hebben. Opeisbare vorderingen op solvabele debiteuren worden gewaardeerd op hun nominale waarde. De waarde van vorderingen op niet solvabele debiteuren wordt geschat. Of een geldvordering een lagere waarde heeft dan de nominale waarde is afhankelijk van de vermogenspositie van de schuldenaar. De bewijslast voor de afwaardering ten laste van de fiscale winst van een vordering ligt bij de crediteur.

Een bv had vorderingen op haar dga tot een totaal van € 3,87 miljoen per ultimo 2013. De bv wilde deze vorderingen afwaarderen ten laste van haar resultaat over het jaar 2014. De Belastingdienst stond de afwaardering niet toe. In de procedure over het jaar 2014 maakte de bv volgens Hof Den Haag niet aannemelijk dat de inkomens- en vermogenspositie van de dga zodanig waren dat de vorderingen niet konden worden afgelost. De dga had een positief inkomen. De bv beschikte over voldoende winstreserves om dividend uit te keren waarmee de vorderingen, eventueel geleidelijk, konden worden afgelost. De stelling van de bv dat zij onvoldoende liquide middelen had om de dividendbelasting af te dragen wees het hof af. Het banksaldo van de bv was in de jaren vanaf 2013 toegenomen, terwijl in de jaren na 2014 deelnemingen waren verworven of uitgebreid tegen betaling in contanten. De over het dividend door de dga te betalen belasting was geen zorg voor de bv. De vorderingen van de bv op de dga waren daarom volwaardig. Goed koopmansgebruik stond niet toe dat de bv ter zake van haar vorderingen op de dga een verlies in aanmerking nam wegens oninbaarheid daarvan.