Vooruit factureren in 2018, 6 of 9% BTW?

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Vooruit factureren in 2018, 6 of 9% BTW?

Van 6 naar 9% BTW.
Zoals bekend, wordt het lage BTW-tarief per 1 januari 2019 verhoogd van 6 naar 9%. Voor diensten en leveringen die verricht zijn na 31 december 2018, geldt het tarief van 9%. De Belastingdienst heeft echter toegezegd dat u toch 6% BTW mag factureren als u in 2018 al een vooruitbetaling heeft ontvangen. Denk aan servicecontracten, concertkaartjes, e.d. Maar hoe zit het als u in 2018 een factuur wilt uitreiken en u nog niet weet of uw afnemer in 2018 of in 2019 vooruit zal betalen ?

Vooruit factureren in 2018.
Deze vraag is onlangs beantwoord bij een toelichting op het wetsvoorstel. Er geldt namelijk een bijzondere regel als het gaat om een vooruitbetaling voor leveringen en diensten aan andere ondernemers of rechtspersonen. U moet dan een factuur uitreiken voor het tijdstip van de opeisbaarheid van de vooruitbetaling, met daarop het BTW-tarief zoals dat geldt op het factureringstijdstip. U mag dus bij de facturering in 2018 voor diensten en leveringen in 2019, 6% BTW berekenen als de vooruitbetaling is afgesproken. Het moment waarop u de betaling daadwerkelijk ontvangt, is dan niet van belang. De overgangsregeling kan schematisch als volgt worden weergegeven.

Verhoging Laag BTW-tarief 1 januari 2019 – Overgangsregeling
 

Factuur in

 

 

Dienst / levering in

 

Betaling in

 

Welk btw-tarief afdragen ?

 

Niet van belang 2018

 

Niet van belang 6%
2018 2019 2018 6%
2018

(aan ondernemer / rechtspersoon)

2019 2019 6%
2018

(aan consument)

2019 2019 9% (ook als er 6% op factuur stond)
2019 2019 2019 9%

Let op: Kunstmatige constructies zullen door de fiscus worden bestreden.

Heeft u nog vragen, neem dan contact met ons op (013-5340001).

 

Werkt u samen in een BV structuur? Denk aan een goede aandeelhoudersovereenkomst.

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Werkt u samen in een BV structuur? Denk aan een goede aandeelhoudersovereenkomst

De statuten zijn verplicht bij een BV. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om een aandeelhoudersovereenkomst op te stellen. Dat is een contract tussen de aandeelhouders van de BV, waarin afspraken worden gemaakt over hun onderlinge samenwerking in de vennootschap. Vaak zijn de statuten niet toereikend genoeg en biedt een aandeelhoudersovereenkomst een belangrijke en zelfs noodzakelijke aanvulling daarop.

Statuten niet voldoende
Statuten alleen zijn vaak onvoldoende bij een BV-structuur met meerdere aandeelhouders omdat daar geen afspraken worden gemaakt over tal van onderwerpen die wel van belang zijn voor de continuïteit en toekomst van het bedrijf.

Denk bijvoorbeeld aan situaties van arbeidsongeschiktheid, disfunctioneren of wanprestatie van een aandeelhouder of een bestuurder. Het kan dan tot gevolg hebben dat er geen beslissingen genomen kunnen worden in de onderneming of bijvoorbeeld discussie ontstaat over de doorbetaling van een managementvergoeding van een directeur.

Bovendien is het vaak verstandig heldere afspraken te maken over hoe de besluitvorming in het bestuur en de algemene vergadering plaatsvindt, hoe het dividendbeleid en financieringsbeleid in de onderneming eruit ziet, of bepaalde exit-regelingen waarbij een verplichte bijzondere aanbieding van aandelen moet plaatsvinden (bad en good leaverbepalingen) etc. En vergeet u niet om afspraken te maken over non-concurrentie, geheimhouding of een meeverkooprecht of meeverkoopplicht voor het geval een derde partij de aandelen wil kopen of participeren. Regeren is immers vooruitzien, ook bij mogelijke groeiscenario’s.

Statuten voorzien vaak niet in situaties waarin er een conflict of patstelling ontstaat tussen aandeelhouders. De onderneming kan daardoor zelfs in een moeilijke situatie terecht komen omdat besluitvorming wordt geblokkeerd. Door middel van goede afspraken in een aandeelhoudersovereenkomst kan dit voorkomen worden.

Kortom; tal van redenen om te zorgen voor een goede aandeelhoudersovereenkomst waarin de onderlinge verhoudingen tussen de aandeelhouders helder worden vastgelegd.

Nieuwe flexibele mogelijkheden
Bovendien gelden er nieuwe (flexibele) mogelijkheden voor de statuten van een BV sinds de nieuwe Flex-BV wetgeving. Afspraken die voorheen alleen in een  aandeelhouders-overeenkomst konden worden vastgelegd kunnen nu eventueel in de statuten worden opgenomen, wat juridisch een belangrijk verschil kan vormen. In de praktijk is het meestal het beste om een combinatie te doen van afspraken in de statuten enerzijds en een aandeelhoudersovereenkomst anderzijds. Die laatste soms in combinatie met een directiereglement waarin de afspraken over de taakverdeling en bevoegdheden van de directeuren van de onderneming worden vastgelegd in het geval er meerdere directeuren zijn.

Tip
: Veel statuten zijn nog steeds niet aangepast aan de nieuwste wetgeving en het kan verstandig zijn deze te screenen en aan te passen aan de nieuwe mogelijkheden van de Flex BV regelgeving.

Maatwerk
Het opstellen van een goede aandeelhoudersovereenkomst vergt maatwerk voor de samenwerkende aandeelhouders (en bestuurders). Het kost in eerste instantie natuurlijk tijd en geld om de afspraken goed te regelen, maar daarbij dient bedacht te worden dat de kosten bij een mogelijk toekomstig conflict tussen aandeelhouders of een patstelling in het bedrijf, vele malen hoger kunnen uitvallen. Laat u dus op tijd adviseren over de mogelijkheden in uw situatie.

Mocht u bestaande aandeelhoudersovereenkomsten willen screenen op actualiteit of advies willen over mogelijke afspraken binnen een BV structuur, dan kunt u contact met ons opnemen (013-5340001).

 

Samenwerking LDE Accountants B.V. en K & D Accountants & Adviseurs

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Wat begin dit jaar begon met het drinken van een kop koffie, heeft uiteindelijk geleid tot een samenwerking per 1 januari 2019 tussen LDE Accountants B.V. en K & D Accountants & Adviseurs.

De directie van beide accountantskantoren toosten en zijn verheugd om het nu kenbaar te maken.

LDE Accountants B.V. zal per 1 januari a.s. ook haar intrede doen in het pand van K & D Accountants aan de Charles Stulemeijerweg 7 te Tilburg.

Door de samenwerking kunnen we de klanten van beide kantoren een nog hogere kwaliteit en diversiteit bieden.

Meer informatie zal spoedig volgen.

Tarief box 2 van 25% naar 26,90% in 2021

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Tarief box 2 van 25% naar 26,90% in 2021

Het tarief in box 2 wordt verhoogd. Deze maatregel geldt alleen voor mensen die een belang hebben van minimaal 5% in een vennootschap. Dat staat in het Belastingplan 2019.

Het belastingtarief op winst uit aandelen gaat van 25% naar 26,25% in 2020. In 2021 gaat het tarief naar 26,90%. Het kabinet compenseert met deze maatregel de lagere winstbelasting voor ondernemers (vennootschapsbelasting). Hij geldt voor belastingplichtigen met inkomsten uit aanmerkelijk belang. Daar is sprake van als iemand meer dan 5% van de aandelen van een vennootschap bezit. Aanmerkelijk belang wordt belast in box 2 van de inkomstenbelasting.

Om het midden- en kleinbedrijf tegemoet te komen is de oorspronkelijke correctie uit het regeerakkoord van 28,5% verlaagd.

Let op !

Er komt geen overgangsregeling voor winsten die voor 2020 zijn behaald, maar pas in 2020 of later worden uitgekeerd aan de dga! Overweeg daarom om al in 2019 dividend uit te keren.

Heeft u nog vragen, neem dan contact met ons op (013-5340001).

 

Rekening-courantmaatregel in 2022

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Rekening-courantmaatregel in 2022

Een dag na Prinsjesdag werd de zogenaamde oplegbrief gepresenteerd. Daarin vat het kabinet de Miljoenennota samen. Dit jaar wordt in die brief echter een maatregel aangekondigd die fiscaal Nederland sindsdien nogal bezig houdt. Het kabinet is van plan om in het voorjaar van 2019 een wetsvoorstel in te dienen met een zogenoemde rekening-courantmaatregel. Deze maatregel ontmoedigt het lenen boven een bedrag van € 500.000 van de eigen vennootschap. Uit onderzoek blijkt dat veel aanmerkelijkbelanghouders (ab-houders) grote bedragen lenen van hun eigen vennootschappen.

Het kabinet heeft de maatregel nog niet uitgewerkt, maar de contouren zijn als volgt:

  • Als de totale som van schulden van de ab-houder aan zijn eigen vennootschap meer dan € 500.000 bedraagt, wordt dat meerdere als dividend belast.
  • Voor bestaande eigenwoningschulden aan de eigen vennootschap wordt een overgangsmaatregel getroffen.

Het is de bedoeling dat de rekening-courantmaatregel op 1 januari 2022 in werking treedt. De ab-houder heeft dus ruim drie jaar de gelegenheid om de schuld aan zijn vennootschap terug te brengen tot maximaal € 500.000. Bovendien bestaat in 2019 de mogelijkheid om tegen het huidige box 2-tarief van 25% een dividenduitkering te doen die vervolgens kan worden gebruikt voor de aflossing van de schuld aan de vennootschap, aldus de Staatssecretaris van Financiën.

Als het conceptwetsvoorstel af is, komt er een internetconsultatie zodat het bedrijfsleven en de adviespraktijk daarop kunnen reageren. Vervolgens moeten de Eerste en Tweede Kamer nog instemmen met het wetsvoorstel. In de tussentijd kan het goed zijn alvast in kaart te brengen hoe deze maatregel voor u zal uitwerken. Voorkomen is immers beter dan genezen.

Heeft u nog vragen, neem dan contact met ons op (013-5340001).

De fiscale impact van het Belastingplan 2019

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De fiscale impact van het Belastingplan 2019

Afgelopen dinsdag was het Prinsjesdag. Traditiegetrouw presenteert het kabinet dan zijn plannen voor het volgende jaar. Wij hebben de meest in het oog springende fiscale maatregelen voor u op een rij gezet.

Inkomstenbelasting

In 2019 wordt het toptarief in de inkomstenbelasting 51,75%. Het toptarief geldt vanaf een inkomen van
€ 68.507. De tweede en derde schijf worden gelijk getrokken naar 38,10%. In de eerste schijf wordt het tarief 36,65%. In de komende jaren wordt stapsgewijs toegewerkt naar twee schijven (37,05% en 49,5%) per 2021.

Vanaf  2020 wordt het tarief waartegen aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning in aanmerking wordt genomen versneld afgebouwd. De afbouw bedraagt vanaf 2020 3%-punt per jaar (2,95%-punt voor 2023). Het eigenwoningforfait wordt vanaf 2020 verlaagd om deze pijn wat te verzachten.

Het aanmerkelijk belangtarief in box 2 wordt verhoogd van 25% naar 26,25% in 2020 en naar 26,9% per 2021. Daarnaast zijn verliezen in box 2 nog maar zes jaar verrekenbaar in plaats van negen jaar per 1 januari 2019.

Vergroeningsmaatregelen

Ook in de jaren 2019 tot en met 2014 kan gebruik worden gemaakt van de energie-investeringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen. Het aftrekpercentage van de EIA wordt wel verlaagd van 54,5% tot 45%.

Vanaf 1 januari 2020 wordt ook de waarde van het privévoordeel van de fiets van de zaak belast. Uitgangspunt is een bijtelling van 7% van de oorspronkelijke nieuwwaarde.

Vennootschapsbelasting

De tarieven in de vennootschapsbelasting worden verlaagd. Deze worden als volgt:

Eerste schijf (t/m € 200.000)        2018: 20%, 2019: 19%, 2020: 17,5%, 2021: 16%

Tweede schijf (> € 200.000)          2018: 25%, 2019: 24,3%, 2020: 23,9%, 2021: 22,25%

Tegenover deze tariefsverlaging staan echter een aantal aftrekbeperkingen. Zo mag u vanaf 2019 niet meer afschrijven op bedrijfsgebouwen in uw B.V.

Ook wordt de renteaftrek beperkt als er meer dan € 1 miljoen aan rente wordt betaald. In dat geval mag vanaf 1 januari 2020 maximaal 30% van de fiscale winst in dat jaar in aftrek worden gebracht. Teveel betaalde rente mag onbeperkt worden vooruitgeschoven. Deze rente gaat dus niet verloren, maar kan in een later jaar worden verrekend.

Ook wordt de verliesverrekening beperkt. Verliezen geleden vanaf 2019 zijn nog zes jaar verrekenbaar in plaats van negen jaar. Voor verliezen van 2018 en eerder komt er overgangsrecht.

En, last but not least: per 1 januari 2020 wordt de dividendbelasting afgeschaft. Deze stap wordt gezet om Nederland aantrekkelijk te houden als vestigingsplaats voor hoofdkantoren van multinationals. De angst is dat buitenlandse aandeelhouders deze multinationals zullen dwingen om te vertrekken uit Nederland, omdat een aantal van deze aandeelhouders de Nederlandse dividendbelasting niet kan verrekenen. Ook moet de afschaffing van de dividendbelasting de administratieve lasten verlagen.

In Nederlandse situaties verandert er helemaal niets. Aandeelhouders worden bij ons namelijk in box 2 of box 3 belast. De betaalde dividendbelasting mag met die heffing op het eind van het jaar verrekend worden. Omdat die verrekening niet meer plaats kan vinden, vanwege de afschaffing van de dividendbelasting, wordt voor u dus per saldo alleen de fiscale rekening op het eind van het jaar hoger.

Belangrijk praktische gevolg is daarnaast dat de B.V. de dividendbelasting niet meer voor zijn rekening kan nemen: de fiscale rekening is dus geheel voor u. En aangezien het tarief in box 2 in 2020 omhoog gaat, is het aan te raden dividenduitkeringen nog dit jaar of volgend jaar te doen.

 

Let op! Deze maatregelen moeten nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd. Het kan zijn dat ze nog aangepast worden.

Heeft u nog vragen, neem dan contact met ons op (013-5340001).

Hoe om te gaan met cryptovaluta?

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Hoe om te gaan met cryptovaluta?

Cryptovaluta zijn al langere tijd “hot”. Het kopen en bezitten hiervan heeft uiteraard ook fiscale gevolgen. Staatssecretaris Snel van Financiën heeft onlangs enkele vragen hierover beantwoord. Wat kunt u hiervan opsteken?

Populair
De koers van cryptovaluta, zoals de bitcoin, ethereum en litecoin is de laatste tijd dusdanig gestegen dat steeds meer particulieren en ondernemers hierin investeren, ondanks het feit dat het risico zeer fors is. De koers heeft al een aantal keren een flinke val gemaakt. Door de toegenomen populariteit is de vraag hoe hier fiscaal mee moet worden omgegaan. De staatssecretaris heeft onlangs een aantal vragen beantwoord.

Privebezitting

Box3
Als u privé cryptovaluta bezit, dan vallen deze in beginsel onder de heffing in box 3. U betaalt dan vermogensrendementsheffing over de waarden van de munten per 1 januari van het onderhavige jaar. Let op: alleen als u een onderneming op dit gebied drijft, zoals een mining company of als zeer actieve handelaar met vakkennis, kan dit bezit in box 1 vallen, dit zal voor u als belegger niet spelen.

Waarde op 1 januari
De vervolgvraag is dan voor welke waarde u deze munten in uw belastingaangifte moet opnemen. Uitgangspunt hierbij is de waarde in het economisch verkeer. Verschillende platforms hanteren echter verschillende wisselkoersen. Welke is dan de juiste? De staatssecretaris heeft hierop geantwoord dat u uit mag gaan van de wisselkoers per 1 januari die geldt voor het door u gebruikte omwisselplatform.

Omzet voor de BV

Betalen met bitcoins
Ook uw BV kan te maken krijgen met cryptovaluta. Bijvoorbeeld als een klant zijn rekening in bitcoins wil afrekenen. Hoe moet u daar dan mee omgaan?

Valutaresultaat
Bij de BV moeten de ontvangen bitcoins zowel voor de winstbepaling (omzet) als de btw-berekening worden omgerekend naar euro’s. Hierdoor kan er een valutaresultaat ontstaan doordat de koers van de bitcoins is gewijzigd tussen het moment van factureren en het moment van betalen.

Bezitting voor uw BV

Aankoop door de BV
Daarnaast kunt u uw cryptovaluta natuurlijk ook via uw BV hebben aangekocht. Het bezit hiervan moet worden opgenomen op de balans. Deze valuta vallen onder de vlottende activa. De waardering moet plaatsvinden op basis van de historische kostprijs (wat de BV er ook voor betaald heeft) of de lagere marktwaarde.

Geen directe winstneming
Dit betekent dat als de cryptovaluta in waarde stijgen, u niet direct deze winst in aanmerking hoeft te nemen. Pas als de BV de cryptovaluta verkoopt, ontstaat er daadwerkelijk een fiscale winst. Hierover moet de BV vennootschapsbelasting betalen.

Keuze

Wat is wijsheid
Als DGA heeft u natuurlijk de keuze. Koopt u cryptovaluta aan via uw BV of privé? Deze keuze wordt met name beïnvloed door het verwachte rendement. Als u denkt dat de koers flink gaat stijgen, dan is een privéaankoop aan te raden. De gerealiseerde koerswinst blijft namelijk in box 3 onbelast. Bij de BV zou de koerswinst wel worden belast. De keerzijde hiervan is echter dat een eventueel verlies ook aftrekbaar is. Dit laatste kan een reden zijn om cryptovaluta toch in uw BV onder te brengen.

 

Heeft u nog vragen, neem dan contact met ons op (013-5340001).

Met de auto van de zaak naar de zon

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Als u met de auto van de zaak op vakantie naar het buitenland gaat, hoe zit het dan met de in het buitenland gemaakt kosten? Wat moet u vooral niet vergeten?

Autovakantie:
De vakantie staat weer voor de deur en dus trekken we er weer massaal op uit. Daarbij wordt vaak de auto gebruikt om op de vakantiebestemming te komen. Gebruikt u hiervoor de auto van de zaak, denk er dan aan dat ook de in het buitenland gemaakte kosten zakelijk zijn en dus voor uw BV aftrekbaar.

Brandstof, tolkosten, reparaties:
Onderweg tankt u natuurlijk een aantal keer en als het tegenzit, moet u wellicht ook de garage nog opzoeken. Deze kosten zijn, omdat het een auto van de zaak betreft, zakelijk en dus aftrekbaar. Ook al maakt u die kosten tijdens uw vakantie. Als “tegenprestatie” voor uw privégebruik moet u immers al belasting betalen via de bekende bijtelling en daarmee is in beginsel de kous af.
Alle kosten die u onderweg maakt, zijn dus in principe aftrekbaar en dat geldt ook als de kosten in het buitenland gemaakt zijn. Het is natuurlijk wel van belang om voor bewijs te zorgen. Bewaar dus benzinebonnen, facturen van reparaties, toltickets, e.d..

Extra bijtelling privégebruik:
Houd er wel rekening mee da de bijtelling voor privégebruik in beginsel het wettelijke vastgestelde percentage is, maar da de inspecteur hiervan mag afwijken bij relatief veel privégebruik. Hij zal dit dan wel aannemelijk moeten maken. Maar als u even heel kort door de bocht genomen, vier keer per jaar met de auto op vakantie naar Italië gaat, is dit natuurlijk een koud kunstje. Overdrijf het dus ook weer niet.

Wat met de buitenlandse btw:
Ook de btw op de kosten van uw auto van de zaak is voor uw BV aftrekbaar, zelfs als het facturen tijdens een buitenlandse vakantie betreft. Dit vergt wel de nodige administratieve inspanningen. Bovendien gelden er aanvullende eisen, zoals een minimumbedrag van € 50,– als grens voordat de btw geclaimd kan worden. Het terugvragen van de in het buitenland betaalde btw verloopt digitaal via Nederlandse Belastingdienst. Bij het terugvragen moet u de betaalde btw per land specificeren. Soms moet u de factuur meesturen.

 

BV of IB Onderneming?

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

BV of IB Onderneming?

Denkt u erover een eigen zaak te beginnen? Eer u begint, dient u zich te bezinnen over de rechtsvorm die u wilt hanteren. De keuze voor een rechtsvorm, ook wel een ondernemingsvorm of juridische vorm genoemd, is afhankelijk van uw persoonlijke voorkeuren en uw specifieke situatie. De gekozen rechtsvorm heeft bijvoorbeeld te maken met hoe u de aansprakelijkheid binnen uw organisatie wilt regelen en welke fiscale voordelen u heeft. Wanneer u uw bedrijf inschrijft bij de Kamer van Koophandel (KvK), dan dient u de rechtsvorm te kiezen.

Rechtsvormen zonder beperkte aansprakelijkheid
Volgens de wet worden er twee groepen rechtsvormen gehanteerd, namelijk rechtsvormen zonder beperkte aansprakelijkheid en rechtsvormen met beperkte aansprakelijkheid. Rechtsvormen zonder beperkte aansprakelijkheid zijn een eenmanszaak, maatschap, vennootschap onder firma (VOF) en commanditaire vennootschap (CV). Heeft u een rechtsvorm zonder beperkte aansprakelijkheid, dan kunnen schuldeisers van de onderneming (onder voorwaarden die verschillen per rechtsvorm) hun schuld ook verhalen op uw privévermogen. Als ondernemer neemt u met deze rechtsvormen meer persoonlijke risico’s.

Rechtsvormen met beperkte aansprakelijkheid
Groeit uw organisatie, dan is het wellicht verstandig om uw eigen risico’s te beperken en een andere rechtsvorm te kiezen: een rechtsvorm met beperkte aansprakelijkheid. Hierbij kunnen schuldeisers hun schuld niet op uw privévermogen verhalen. Voorbeelden van rechtsvormen met beperkte aansprakelijkheid zijn besloten de vennootschap (BV) en de naamloze vennootschap (NV). Als ondernemer zal u de directeurgrootaandeelhouder (DGA) van de BV worden. In sommige gevallen, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van onbehoorlijk bestuur, kan de bestuurder echter alsnog privé-aansprakelijk zijn voor schulden van de BV.

Fiscale voordelen
In de meeste gevallen start een ondernemer als zelfstandige met een eenmanszaak, maar gaat in de loop der tijd over op een BV. Waarom? Een BV biedt veelal een beperkte aansprakelijkheid én deze kan ook fiscale voordelen bieden. De fiscale voordelen gelden met name wanneer u boven een bepaald winstniveau uitkomt. Ook afhankelijk van de hoogte van het salaris dat u zal moeten opnemen uit de BV.

Onderscheid BV en IB-onderneming
Daarnaast wordt er ook vaak onderscheid gemaakt tussen een BV en een IB-onderneming. Kiest u voor een vennootschap onder firma, een commanditaire vennootschap of neemt u deel in een maatschap? Deze drie rechtsvormen worden ook wel een IB-onderneming genoemd, want deze vallen onder de regels van de Inkomstenbelasting. Deze belasting wordt gerekend tot de inkomsten in box 1. Een BV of NV valt onder de vennootschapsbelasting: deze belasting wordt geheven op de winsten die een BV of NV in een boekjaar realiseert. De belasting wordt geheven over het bedrijfsresultaat, nog vóór de dividenden en winstuitkeringen aan de aandeelhouders. De aandeelhouders betalen op hun beurt weer inkomstenbelasting over de ontvangen dividenden en winstuitkeringen.

Heeft u nog vragen, neem dan contact met ons op (013-5340001).

Fiscale voordelen elektrische auto

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Fiscale voordelen elektrische auto

Bijtelling

Het standaardbijtellingspercentage voor de auto van de zaak is op dit moment 22% van de cataloguswaarde. Voor een volledig elektrische auto wordt er een korting verleend, waardoor het bijtellingpercentage effectief maar 4% bedraagt. Vanaf 2019 geldt een gecombineerd bijtellingspercentage. De korting blijft van kracht tot een cataloguswaarde van € 50.000, maar vervalt daarboven, waardoor er over het meerdere 22% bijtelling moet worden betaald.
Ondanks de verhoging vanaf 2019 is het bijtellingspercentage van een volledig elektrische auto nog steeds erg gunstig ten opzichte van overige auto’s.

Milieu-investeringsaftrek

Op de investering in een elektrische auto kunt u milieu-investeringsaftrek (MIA) claimen. Deze MIA is van toepassing als de investering voorkomt op de milieulijst van het RVO. Volledig elektrische personenauto’s zijn onder de code 3110 opgenomen op de milieulijst van het RVO. Over de investering in een volledig elektrische personenauto kunt u tot een bedrag van € 50.000 36% MIA claimen. Dit betekent dat in het jaar van aanschaf de extra aftrek kan oplopen tot € 18.000!

De MIA kan ook worden geclaimd op plugin-hybride personenauto’s met een CO2-uitstoot van 1 tot en met 30 gram per kilometer. Deze auto’s staan genoemd onder de code 3111 op de milieulijst van het RVO. Het maximale investeringsbedrag waarover de MIA kan worden geclaimd, bedraagt
€ 35.000. Het percentage van de MIA is voor plugin-hybride personenauto’s vastgesteld op 27%.

Om MIA te claimen, moet u binnen drie maanden na de investering een melding doen bij RVO.

Bpm

Bij de aanschaf of het importeren van een auto in Nederland moet u bpm betalen. Het tarief van de bpm is afhankelijk van de C02-emissie. Voor volledig elektrische auto’s hoeft er geen bpm te worden betaald. Er geldt een nihiltarief.

Motorrijtuigenbelasting

Ook voor de motorrijtuigenbelasting geldt een nihiltarief voor volledig elektrische auto’s.

Al met al zijn er vele fiscale voordelen die gelden voor volledig elektrische auto’s. De wetgever beoogt hiermee het elektrisch rijden te stimuleren.

Heeft u nog vragen, neem dan contact met ons op (013-5340001).