Berichten

Bespaar belasting via de herinvesteringsreserve (HIR)

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Als u bijv. een machine verkoopt met boekwinst, betaalt u hierover belasting. Maar door gebruik te maken van de herinvesteringsreserve kunt u de betaling ervan spreiden en gebruikmaken van een tariefsvoordeel. Hoe werkt dat dan?

Eerst even vooraf …
Als u een bedrijfsmiddel aanschaft van € 450,– of meer, bent u verplicht om erop af te schrijven. De kosten spreidt u op deze manier over de periode waarin u het bedrijfsmiddel gebruikt. De kostprijs minus de afschrijvingen levert de boekwaarde van het bedrijfsmiddel op. Verkoopt u het bedrijfsmiddel boven de boekwaarde, dan is het meerdere belast als boekwinst. Door echter gebruik te maken van de herinvesteringsreserve (HIR) kunt u voorkomen dat u direct over de boekwinst moet afrekenen. De HIR levert u dus een rente- en liquiditeitsvoordeel op, omdat u pas op een later tijdstip belasting betaalt. Bovendien geniet u tijdelijk ook van een tariefsvoordeel.

Hoe werkt de HIR?
Als u de HIR gebruikt, mag u de boekwinst van het verkochte bedrijfsmiddel afboeken op een nieuw bedrijfsmiddel dat u terugkoopt. Hierdoor worden de afschrijvingen daarop lager.


Voorbeeld.
U verkoopt een vrachtauto met een boekwinst van € 50.000. Hiervoor vormt u een HIR. U koopt een nieuwe vrachtauto terug van € 200.000. De HIR van € 50.000 boekt u af op de prijs van de nieuwe vrachtauto. U schrijft de vrachtauto af in vijf jaar. De restwaarde is € 20.000.

Jaarlijkse afschrijving zonder HIR
€ 200.000 -/- € 20.000 / 5 = € 36.000
Jaarlijkse afschrijving met HIR
€ 200.000 -/- € 20.000 -/- € 50.000 /5 = € 26.000

Wat scheelt dat nu? 
In het hiervoor genoemde voorbeeld hoeft u bij verkoop van de oude vrachtauto geen belasting te betalen over de boekwinst van € 50.000. U kunt over de nieuwe vrachtauto daardoor wel vijf jaar lang € 10.000 = € 50.000 minder afschrijven. Bij een gelijkblijvend belastingtarief geniet u alleen een rente- en liquiditeitsvoordeel. 

Tip.   Gaan de belastingtarieven echter dalen, dan geniet u een extra tariefsvoordeel.

Tariefsvoordeel voor BV en niet-BV 
Jazeker, als de plannen (Prinsjesdag) doorgaan, daalt in 2021 zowel het tarief van de eerste schijf in box 1 in de inkomstenbelasting als dat van de eerste schijf in de vennootschapsbelasting. Of het tarief in de tweede schijf van de vennootschapsbelasting ook daalt, is weliswaar twijfelachtig geworden. Toch betekenen de plannen dat ondernemers hierdoor over de boekwinst minder belasting betalen, in de inkomstenbelasting 0,25% en in de vennootschapsbelasting 1,5%. Toch mooi meegenomen.

HIR maximaal drie jaar. 
Van belang is verder dat u de HIR in beginsel drie jaar mag reserveren. Daarna moet u de HIR afboeken op een nieuw bedrijfsmiddel. Let op.  Koopt u dat niet, dan wordt de HIR opgeheven en toegevoegd aan de winst. U betaalt dan alsnog belasting, maar geniet ook dan nog steeds van het rente-, liquiditeits- en tariefsvoordeel.

Vervangingsvoornemen is een harde eis.

Voor het vormen van een HIR is wel vereist dat u aannemelijk maakt dat u een voornemen heeft tot herinvesteren. Dat u achteraf gezien toch maar van dit voornemen afziet, bijv. vanwege de coronacrisis, is niet van belang. 

Let op.  Op het moment van reserveren, moet het voornemen bestaan en zodra het niet meer bestaat, valt de HIR in de winst. Dat u van plan bent te herinvesteren kan bijv. blijken uit het opvragen van offertes en uit besprekingen met leveranciers.

De herinvesteringsreserve biedt vanwege de dalende tarieven een tariefsvoordeel, naast een rente- en liquiditeitsvoordeel. Vorm dus een HIR als u een vervangingsvoornemen heeft. Zorg er wel voor dat u dit voornemen aannemelijk kunt maken.

Indien u nog vragen heeft kunt u contact opnemen, 013-5340001.

De fiscale impact van het Belastingplan 2019

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De fiscale impact van het Belastingplan 2019

Afgelopen dinsdag was het Prinsjesdag. Traditiegetrouw presenteert het kabinet dan zijn plannen voor het volgende jaar. Wij hebben de meest in het oog springende fiscale maatregelen voor u op een rij gezet.

Inkomstenbelasting

In 2019 wordt het toptarief in de inkomstenbelasting 51,75%. Het toptarief geldt vanaf een inkomen van
€ 68.507. De tweede en derde schijf worden gelijk getrokken naar 38,10%. In de eerste schijf wordt het tarief 36,65%. In de komende jaren wordt stapsgewijs toegewerkt naar twee schijven (37,05% en 49,5%) per 2021.

Vanaf  2020 wordt het tarief waartegen aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning in aanmerking wordt genomen versneld afgebouwd. De afbouw bedraagt vanaf 2020 3%-punt per jaar (2,95%-punt voor 2023). Het eigenwoningforfait wordt vanaf 2020 verlaagd om deze pijn wat te verzachten.

Het aanmerkelijk belangtarief in box 2 wordt verhoogd van 25% naar 26,25% in 2020 en naar 26,9% per 2021. Daarnaast zijn verliezen in box 2 nog maar zes jaar verrekenbaar in plaats van negen jaar per 1 januari 2019.

Vergroeningsmaatregelen

Ook in de jaren 2019 tot en met 2014 kan gebruik worden gemaakt van de energie-investeringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen. Het aftrekpercentage van de EIA wordt wel verlaagd van 54,5% tot 45%.

Vanaf 1 januari 2020 wordt ook de waarde van het privévoordeel van de fiets van de zaak belast. Uitgangspunt is een bijtelling van 7% van de oorspronkelijke nieuwwaarde.

Vennootschapsbelasting

De tarieven in de vennootschapsbelasting worden verlaagd. Deze worden als volgt:

Eerste schijf (t/m € 200.000)        2018: 20%, 2019: 19%, 2020: 17,5%, 2021: 16%

Tweede schijf (> € 200.000)          2018: 25%, 2019: 24,3%, 2020: 23,9%, 2021: 22,25%

Tegenover deze tariefsverlaging staan echter een aantal aftrekbeperkingen. Zo mag u vanaf 2019 niet meer afschrijven op bedrijfsgebouwen in uw B.V.

Ook wordt de renteaftrek beperkt als er meer dan € 1 miljoen aan rente wordt betaald. In dat geval mag vanaf 1 januari 2020 maximaal 30% van de fiscale winst in dat jaar in aftrek worden gebracht. Teveel betaalde rente mag onbeperkt worden vooruitgeschoven. Deze rente gaat dus niet verloren, maar kan in een later jaar worden verrekend.

Ook wordt de verliesverrekening beperkt. Verliezen geleden vanaf 2019 zijn nog zes jaar verrekenbaar in plaats van negen jaar. Voor verliezen van 2018 en eerder komt er overgangsrecht.

En, last but not least: per 1 januari 2020 wordt de dividendbelasting afgeschaft. Deze stap wordt gezet om Nederland aantrekkelijk te houden als vestigingsplaats voor hoofdkantoren van multinationals. De angst is dat buitenlandse aandeelhouders deze multinationals zullen dwingen om te vertrekken uit Nederland, omdat een aantal van deze aandeelhouders de Nederlandse dividendbelasting niet kan verrekenen. Ook moet de afschaffing van de dividendbelasting de administratieve lasten verlagen.

In Nederlandse situaties verandert er helemaal niets. Aandeelhouders worden bij ons namelijk in box 2 of box 3 belast. De betaalde dividendbelasting mag met die heffing op het eind van het jaar verrekend worden. Omdat die verrekening niet meer plaats kan vinden, vanwege de afschaffing van de dividendbelasting, wordt voor u dus per saldo alleen de fiscale rekening op het eind van het jaar hoger.

Belangrijk praktische gevolg is daarnaast dat de B.V. de dividendbelasting niet meer voor zijn rekening kan nemen: de fiscale rekening is dus geheel voor u. En aangezien het tarief in box 2 in 2020 omhoog gaat, is het aan te raden dividenduitkeringen nog dit jaar of volgend jaar te doen.

 

Let op! Deze maatregelen moeten nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd. Het kan zijn dat ze nog aangepast worden.

Heeft u nog vragen, neem dan contact met ons op (013-5340001).

Opstart administratie 2014

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Als ondernemer bent u weer volop bezig om de administratie van 2013 af te ronden en de administratie van 2014 op te starten.

Hieronder treft u een overzicht van zaken, waar u rekening mee moet houden;

  • Zorg voor nieuwe mappen (digitaal en/of hardcopy) waar de facturen en bankafschriften in opgeborgen kunnen worden. Indien u hardcopy mappen gebruikt, heeft het de voorkeur dat per jaar een andere kleur gebruikt wordt. Op deze manier kunt u makkelijk zaken raadplegen;
  • De papieren administratie van 2013 kunt u opbergen in het archief. Deze moet 7 jaar bewaard worden in verband met (een mogelijke) belastingcontrole;
  • Bekijk de openstaande postenlijst debiteuren en crediteuren per 31-12-2013, zodat u kunt beoordelen of bepaalde facturen open zijn blijven staan of dat er met het boeken iets fout is gegaan. Stuur debiteuren, waarvan de betalingstermijn is verstreken, een aanmaning/herinnering;
  • Zet de factuurnummering goed, als u een jaarcyclus bij de factuurnummering gebruikt, bijv. 2014001;
  • Bij de boekhoudpakketten snelstart en imuis online moet een jaarovergang/afsluiting uitgevoerd worden, zodat de beginsaldi van de bank en kas worden overgenomen naar 2014. Dit voert u op de volgende wijze uit:

Imuis online

U gaat naar financieel en dan vervolgens naar jaaraansluiting

Snelstart

U gaat naar  extra en dan vervolgens naar boekjaar afsluiten. U kiest vervolgens voor het overnemen van de beginbalans voor alle balansrekeningen. Nu kunt u kiezen voor jaar 2013 afsluiten.

Als u nog tips en/of vragen hebt over de afsluiting van 2013 en de opstart van 2014 kunt u altijd contact opnemen met ons kantoor.