Berichten

Belastingplan 2022: de belangrijkste wijzigingen

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

In het Belastingplan 2022 staan dit jaar voornamelijk kleine(re) wijzigingen waarmee het belastingstelsel wordt aangepast. Dit in verband met de demissionaire status van het kabinet. Onderstaand zetten wij de belangrijkste wijzigingen voor u op een rij.

Thuiswerken

Ook na corona zullen er werknemers en werkgevers zijn die afspraken willen maken om deels thuis te blijven werken. Daarom komt er per 1 januari 2022 de mogelijkheid om een onbelaste thuiswerkkostenvergoeding te geven van maximaal € 2 per dag. Dit is gebaseerd op een berekening van het Nibud van de gemiddelde extra kosten per thuisgewerkte dag. Deze vergoeding kan samengaan met een onbelaste reiskostenvergoeding van maximaal

€ 0,19 per kilometer voor de dagen dat de werknemer wel naar kantoor gaat. De vergoeding hoeft ook niet te worden aangepast als incidenteel op een thuiswerkdag toch op kantoor wordt gewerkt, of andersom.

Wonen

De eigenwoningregeling wordt op 3 onderdelen aangepast. Onbedoelde effecten van de wet worden weggenomen, die er bijvoorbeeld waren bij mensen die samen met een partner een woning kopen en daarvoor zelf ook al een koopwoning hadden. Of bij mensen die een koopwoning hebben met een partner die komt te overlijden. Neemt u contact met ons op als u behoefte heeft aan advies over deze bewerkelijke aanpassingen in uw concrete situatie.

Sinds 1 januari 2021 betalen kopers onder de 35 jaar onder voorwaarden geen overdrachtsbelasting (ovb) bij aankoop van hun eerste woning. Kopers vanaf 35 jaar die de woning zelf gaan bewonen betalen 2%, kopers die er niet zelf gaan wonen betalen 8%. Dit is nu zodanig aangepast dat kopers die door onvoorziene omstandigheden moeten afzien van de koop, na het tekenen van het koopcontract maar vóór de overdracht niet automatisch het 8%-tarief betalen.

Klimaat

De in het Klimaatakkoord afgesproken korting op de bijtelling tot en met 2025 blijft behouden. Wel wordt de zogenoemde ‘cap’ in de bijtelling – de maximumwaarde van de auto waarvoor de bijtellingskorting geldt – eerder verlaagd dan in het Klimaatakkoord is afgesproken. Dit betekent dat de vanaf 1 januari 2022 geldende korting van 6 procent op de bijtelling wordt toegepast op een cap van 35.000 euro en vanaf 2023 op een cap van 30.000 euro. Voor het resterende bedrag boven de cap geldt het normale bijtellingspercentage van 22 procent.

Bedrijven worden extra gestimuleerd om te investeren in innovatieve milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen door de steunpercentages van de Milieu-investeringsaftrek (MIA) te verhogen. Bedrijven kunnen hierdoor meer kosten van hun fiscale winst aftrekken. De percentages worden vanaf 1 januari 2022 verhoogd van 13,5%, 27% en 36% naar respectievelijk 27%, 36% en 45%.

Verandering verrekening vennootschapsbelasting

Ongeveer 20.000 Nederlandse bedrijven kunnen vanaf 1 januari 2022 vooraf betaalde dividendbelasting en kansspelbelasting (voorheffingen) alleen nog verrekenen met te betalen vennootschapsbelasting (vpb). Is er in een jaar geen vpb verschuldigd, dan vindt er in dat jaar geen teruggaaf door de Belastingdienst meer plaats. Het bedrijf kan de voorheffingen in een later jaar verrekenen met te betalen vpb. Dit hoeft niet meteen in het eerstvolgende jaar, de niet verrekende voorheffingen kunnen onbeperkt worden doorgeschoven naar latere jaren.

Verlaging maximumbedrag inkomensafhankelijke combinatiekorting

Verder wordt voorgesteld het maximumbedrag van de IACK per 2022 te verlagen. Deze maatregel dient ter gedeeltelijke dekking van de uitgaven die voortvloeien uit het wetsvoorstel Wet betaald ouderschapsverlof dat op 20 april 2021 is aangenomen door de Tweede Kamer. Zowel het betaald ouderschapsverlof als de IACK richt zich op werkende ouders waardoor intensivering en ombuiging bij elkaar aansluiten. Per saldo wordt in 2022 het maximumbedrag van de IACK verlaagd met € 318.

Door de demissionaire status van het kabinet is het dit jaar extra spannend of de beloofde wijzigingen doorgaan en of er nog nadere aanpassingen bijkomen. Uiteraard houden wij u daarvan op de hoogte. Als u in de tussentijd vragen heeft, zijn wij u uiteraard graag behulpzaam.

Voor nadere vragen kunt u terecht bij uw relatiebeheerder, de heer Rob Gerlings of de heer Eric van Erve.

De fiscale impact van het Belastingplan 2019

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De fiscale impact van het Belastingplan 2019

Afgelopen dinsdag was het Prinsjesdag. Traditiegetrouw presenteert het kabinet dan zijn plannen voor het volgende jaar. Wij hebben de meest in het oog springende fiscale maatregelen voor u op een rij gezet.

Inkomstenbelasting

In 2019 wordt het toptarief in de inkomstenbelasting 51,75%. Het toptarief geldt vanaf een inkomen van
€ 68.507. De tweede en derde schijf worden gelijk getrokken naar 38,10%. In de eerste schijf wordt het tarief 36,65%. In de komende jaren wordt stapsgewijs toegewerkt naar twee schijven (37,05% en 49,5%) per 2021.

Vanaf  2020 wordt het tarief waartegen aftrekbare kosten met betrekking tot een eigen woning in aanmerking wordt genomen versneld afgebouwd. De afbouw bedraagt vanaf 2020 3%-punt per jaar (2,95%-punt voor 2023). Het eigenwoningforfait wordt vanaf 2020 verlaagd om deze pijn wat te verzachten.

Het aanmerkelijk belangtarief in box 2 wordt verhoogd van 25% naar 26,25% in 2020 en naar 26,9% per 2021. Daarnaast zijn verliezen in box 2 nog maar zes jaar verrekenbaar in plaats van negen jaar per 1 januari 2019.

Vergroeningsmaatregelen

Ook in de jaren 2019 tot en met 2014 kan gebruik worden gemaakt van de energie-investeringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen. Het aftrekpercentage van de EIA wordt wel verlaagd van 54,5% tot 45%.

Vanaf 1 januari 2020 wordt ook de waarde van het privévoordeel van de fiets van de zaak belast. Uitgangspunt is een bijtelling van 7% van de oorspronkelijke nieuwwaarde.

Vennootschapsbelasting

De tarieven in de vennootschapsbelasting worden verlaagd. Deze worden als volgt:

Eerste schijf (t/m € 200.000)        2018: 20%, 2019: 19%, 2020: 17,5%, 2021: 16%

Tweede schijf (> € 200.000)          2018: 25%, 2019: 24,3%, 2020: 23,9%, 2021: 22,25%

Tegenover deze tariefsverlaging staan echter een aantal aftrekbeperkingen. Zo mag u vanaf 2019 niet meer afschrijven op bedrijfsgebouwen in uw B.V.

Ook wordt de renteaftrek beperkt als er meer dan € 1 miljoen aan rente wordt betaald. In dat geval mag vanaf 1 januari 2020 maximaal 30% van de fiscale winst in dat jaar in aftrek worden gebracht. Teveel betaalde rente mag onbeperkt worden vooruitgeschoven. Deze rente gaat dus niet verloren, maar kan in een later jaar worden verrekend.

Ook wordt de verliesverrekening beperkt. Verliezen geleden vanaf 2019 zijn nog zes jaar verrekenbaar in plaats van negen jaar. Voor verliezen van 2018 en eerder komt er overgangsrecht.

En, last but not least: per 1 januari 2020 wordt de dividendbelasting afgeschaft. Deze stap wordt gezet om Nederland aantrekkelijk te houden als vestigingsplaats voor hoofdkantoren van multinationals. De angst is dat buitenlandse aandeelhouders deze multinationals zullen dwingen om te vertrekken uit Nederland, omdat een aantal van deze aandeelhouders de Nederlandse dividendbelasting niet kan verrekenen. Ook moet de afschaffing van de dividendbelasting de administratieve lasten verlagen.

In Nederlandse situaties verandert er helemaal niets. Aandeelhouders worden bij ons namelijk in box 2 of box 3 belast. De betaalde dividendbelasting mag met die heffing op het eind van het jaar verrekend worden. Omdat die verrekening niet meer plaats kan vinden, vanwege de afschaffing van de dividendbelasting, wordt voor u dus per saldo alleen de fiscale rekening op het eind van het jaar hoger.

Belangrijk praktische gevolg is daarnaast dat de B.V. de dividendbelasting niet meer voor zijn rekening kan nemen: de fiscale rekening is dus geheel voor u. En aangezien het tarief in box 2 in 2020 omhoog gaat, is het aan te raden dividenduitkeringen nog dit jaar of volgend jaar te doen.

 

Let op! Deze maatregelen moeten nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd. Het kan zijn dat ze nog aangepast worden.

Heeft u nog vragen, neem dan contact met ons op (013-5340001).

Eindejaartips 2013

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

  1. Dividenduitkering uitstellen naar 2014 bespaart 3% belasting. aanmerkelijkbelang-tarief per 1 januari met 3% omlaag van 25% naar 22%. Verlaging geld uitsluitend voor 2014 en tot een maximum bedrag van € 250.000,-
  2. Tot 1 januari 2015 hoge vrijstelling schenkingen tot € 100.000,-. De enige voorwaarde is dat de schenking gebruikt moet worden voor een eigen woning.
  3. Belastingvrije bonus onder de werkkostenregeling (WKR). Als u de belastingvrije ruimte van 1,5% van de WKR nog niet geheel heeft benut kunt u belastingvrije bonussen uitkeren tot het maximum van deze belastingvrije ruimte.
  4. Als de gouden handdruk nog voor 15 november 2013 is gestort, kunt u gebruik maken van de voordelige regeling in 2014 met 20% korting. In 2014 kunnen ontslagvergoedingen die ondergebracht zijn in een stamrecht-BV ineens uitgekeerd worden. De uitkeringen worden dan voor slechts 80% in de belastingheffing betrokken en de heffing van revisierente blijft achterwege.
  5. 6% BTW op onderhoud woningen verlengd tot 31-12-2014. Het BTW-tarief op arbeidskosten bij renovatie, herstel en onderhoud woningen is tijdelijk verlaagd naar 6%. Deze verlaging loopt nu nog door tot eind 2014.
  6. Loon 2013 hoger dan € 150.000 dan weer éénmalige crisisheffing van 16%. Voor de afdracht die u hierover in 2014 moet doen kunt u in 2013 al een voorziening treffen.
  7. Milieuvriendelijke auto nog aanschaffen voor 31-12-2013. Met ingang van 2014 vervalt nl. de investeringsaftrek en de bijtelling gaat omhoog.
  8. Vraag om een voorlopige verliesverrekening. Als u het boekjaar 2013 verwacht af te sluiten met een verlies kunt u een verzoek indienen voor een voorlopige verliesverrekening. U kunt dan alvast 80% van het verlies benutten voor carry-back.