Berichten

Vakantiekrachten en seizoenswerkers

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De vakantietijd komt er weer aan.

Het inzetten van (jonge) vakantiewerkers of seizoenarbeiders is een goede oplossing om een tijdelijk tekort aan personeel of een piekdrukte in de zomermaanden op te vangen.

Bij het inzetten van vakantie- en/of seizoenwerkers komt toch meer kijken dan vaak in eerste instantie wordt gedacht. Daarom hierbij een paar aandachtspunten waarmee u rekening kunt houden bij het aannemen van dergelijk arbeidskrachten.

Arbeidsovereenkomst:       
het is vaak verleidelijk om geen arbeidsovereenkomst op te maken bij tijdelijke vakantiekrachten/seizoensmedewerkers. Mocht er echter een conflict ontstaan over bijvoorbeeld de duur van de overeenkomst of de arbeidsvoorwaarden dan is het raadzaam om de gemaakte afspraken toch op papier te hebben in de vorm van een overeenkomst.

Fiscale regelingen:
er zijn een paar fiscale regelingen welke het wellicht interessant maken om vakantiekrachten in dienst te nemen. Het gaat dan om de studenten- en scholierenregeling en de regeling ‘premievrijstelling bij marginale arbeid’. Vooral de laatste zou interessant kunnen zijn.

Arbeidstijdenwet:   
vaak worden minderjarige vakantiekrachten aangenomen in de zomermaanden. Houdt er rekening mee dat er ingevolge de arbeidstijdenwet beperkingen gelden voor jongere werknemers met betrekking tot de uit te voeren werkzaamheden en de duur van de arbeid.

Kinderbijslag/studiefinanc. 
bijverdiensten van vakantiekrachten/seizoenwerkers kunnen gevolgen hebben voor de kinderbijslag of de studiefinanciering. Houdt hiermee rekening zodat u achteraf niet met verrassingen wordt geconfronteerd.

Mocht u overwegen om de komende zomerperiode vakantiekrachten of seizoenmedewerkers in dienst te nemen, neemt u dan contact op met onze loonafdeling zij kunnen u op maat adviseren.

Giftenaftrek inkomstenbelasting

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Zijn de maandelijkse bijdragen aan bijv. de Postcode Loterij Aftrekbaar?

Als u een gift doet aan een goed doel, kunt u onder voorwaarden de giftenaftrek inkomstenbelasting claimen in uw aangifte. Zoals bij alle aftrekposten, stelt de wetgever daaraan een aantal belangrijke eisen. Bent u met uw giften bezig, houd dan deze voorwaarden er eens bij. Wellicht dat u door iets anders om te gaan met uw giften, meer fiscaal aftrek behaalt.

Giftenaftrek inkomstenbelasting

Een gift aan een van de volgende instellingen komt in aanmerking voor aftrek:

  • een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI status)
  • een culturele ANBI
  • steunstichting SBBI

De gift is alleen aftrekbaar als u geen tegenprestatie krijgt voor uw geld. Betaalt u bijvoorbeeld geld aan een stichting en ontvangt u retour een mooi boek, dan is er geen sprake van een gift. Dit is ook de reden waarom uw maandelijkse steun aan bijvoorbeeld de Postcode Loterij niet onder de aftrek van giften valt.

U moet voorts aan kunnen tonen dat u het geld daadwerkelijk in het jaar heeft betaald. Dit kan heel simpel door een bankafschrift over te leggen waarop de betaling staat. Verder moet het bedrag van de gift binnen bepaalde drempels vallen. U neemt uw verzamelinkomen voor de toepassing van de persoonsgebonden aftrek en daarvan berekent u 1 procent. Dit is het grensbedrag, pas het meerdere boven dit bedrag leidt tot aftrek in uw aangifte inkomstenbelasting.

Dezelfde berekening voert u uit voor het maximumbedrag, maar dan neemt u 10% van uw verzamelinkomen. Het meerdere boven dit bedrag leidt niet meer tot een aftrek.

Hoe weet u of u een gift aan een ANBI doet?

Op de site van de Belastingdienst (Check status ANBI) kunt u nagaan of uw goede doel voldoet aan de eisen om het bedrag in aftrek te mogen brengen. Verder kunt u op de site van de stichting ook vaak zien of een goed doel daaraan voldoet.

Gift aan een culturele ANBI

In 2012 en 2013 mag u een gift aan een culturele ANBI meenemen voor 1,25 het bedrag van uw gift. Schenkt u € 1.000, dan mag u € 1.250 in aftrek brengen als gift in uw giftenaftrek. Dit mag u tot maximaal € 5.000 doen. De maximale verhoging van uw giftenaftrek inkomstenbelasting is dus € 1.250 (€ 5.000 maal 25%).

Periodieke giften

Doet u periodiek een gift aan dezelfde instelling? Of komt u niet toe aan de giftenaftrek vanwege de drempels? Overweeg dan om de gift periodiek via een notariële akte te doen. U heeft dan niets meer te maken met drempelbedragen. De volledige gift aan de ANBI is aftrekbaar. Hikt u aan tegen de kosten van de notaris? In de praktijk vallen deze reuze mee, zeker omdat veel goede doelen afspraken hebben met notarissen om dit via een lager tarief te laten verlopen. Informeer eens bij uw goede doel naar de mogelijkheden.

Nieuwe regels voor de hypotheek bij uw B.V.

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Regels voor aftrek “hypotheekrente” eigen B.V. aangepast.

Voor een directeur-grootaandeelhouder (“DGA”) van een B.V. die ruim in haar liquiditeiten zit, is het voordelig om het geld voor de aankoop van de privéwoning te lenen van de eigen B.V.:

  • de B.V. haalt een hoger rendement dan op een spaarrekening,
  • het geld blijft in eigen hand,
  • de B.V. moet weliswaar zakelijk handelen met de DGA, maar toch zal meestal een aantrekkelijk rentepercentage gevonden kunnen worden,
  • betaalde rente en kosten zijn voor de DGA aftrekbaar in Box I.

Nieuwe administratievereisten.

Onderdeel van de zakelijkheid was sowieso dat de lening schriftelijk is vastgelegd, het is echter niet verplicht om een notariële akte op te laten stellen.

Recent heeft de wetgever echter besloten dat de eigen vastlegging niet meer volstaat. Wil een DGA de rente die hij/zij betaald op een lening van de eigen B.V. aftrekken als eigen-woningrente (“hypotheekrente”) dan moet die lening daarom tijdig aangemeld worden bij de belastingdienst. Ook latere aanpassingen van de lening moeten door de B.V. doorgegeven worden aan de fiscus.

Wat moet er gemeld worden?

  • datum aangaan overeenkomst
  • bedrag van de geldlening
  • het rentepercentage
  • de looptijd
  • de wijze van aflossing
  • de gegevens van de DGA:
    – naam / adres
    – burgerservicenummer
  • de gegevens van de B.V.
    – naam / adres
    – KvK-nummer

Wanneer moet er gemeld worden?

Een nieuwe lening moet door de B.V. gemeld worden uiterlijk bij het indienen van de aangifte vennootschapsbelasting of op 31 december van het jaar volgend op het jaar waarin de lening is verstrekt/gewijzigd als de aangifte dan nog niet ingediend is.

Wijzigingen daarentegen moeten binnen één maand na afloop van het kalenderjaar doorgegeven worden.

Hoe moet de melding gedaan worden?

De fiscus gaat hiervoor een elektronisch modelformulier opstellen.

Vragen? Uw relatiebeheerder van LDE Accountants zal u graag van dienst zijn.

Artikel 3.119a Wet op de inkomstenbelasting 2001 en artikel 17b Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001

Onderlinge draagplicht bij concernfinanciering

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Na een recentelijk faillissement wil ik u, bijpraten over de onderlinge draagplicht bij concernfinancieringen. Gaat u binnen uw concern met meerdere concernvennootschappen gezamenlijk een financieringsovereenkomst (wat vaak voorkomt) aan, dan kan de bank vaak ieder van de betrokken vennootschappen aanspreken tot betaling, ook al heeft deze vennootschap in de praktijk geen gebruik gemaakt van het geld van de financiering.

Heeft u intern geen afspraken gemaakt over de onderlinge draagplicht binnen uw concern en de voorwaarden waaronder uw vennootschappen meetekenen voor een financiering, dan kan dit ongewenste financiële gevolgen voor uw vennootschappen hebben.

Externe draagplicht
Sluit één van uw vennootschappen een financiering af bij de bank, dan eist de bank vaak dat uw andere vennootschappen mede aansprakelijk zijn voor deze financiering. Mocht de vennootschap die de financiering feitelijk is aangegaan niet aan haar betalingsverplichtingen jegens de bank kunnen voldoen, dan kan de bank ook uw andere vennootschappen tot betaling van het verschuldigde bedrag aanspreken. Dit is de externe draagplicht.

Interne draagplicht
Omdat de vennootschap die de betaling aan de bank heeft verricht, niet altijd de vennootschap is die feitelijk de financiering van de bank heeft gebruikt, kunt u de aan de bank verrichte betaling vervolgens onderling tussen de vennootschappen verrekenen. Dit is de interne draagplicht. Maar wie moet nu welk deel betalen?

Zijn er binnen een concern geen afspraken gemaakt over de onderlinge draagplicht, dan wordt deze draagplicht bepaald door vast te stellen wie de schuld met de bank is aangegaan. Hierbij moet erop worden gelet wie het geld van de financiering heeft gebruikt of wie de beschikking over het geld heeft (gehad).

Indien geen van de concernvennootschappen aantoonbaar zelf het geld heeft gebruikt of daarover beschikking heeft (gehad), er geen nadere afspraken over de onderlinge draagplicht zijn gemaakt en ook redelijkheid en billijkheid geen andere verdeling vereisen, zijn de concernvennootschappen voor gelijke delen aansprakelijk.

Voorkom discussie, maak vooraf afspraken
Om discussie achteraf te voorkomen, is het verstandig om vooraf, bij het aangaan van de financiering, binnen uw concern afspraken te maken over de onderlinge draagplicht en bijvoorbeeld vast te leggen dat de feitelijke gebruiker verplicht is om tussentijds betalingen te verrichten aan de andere concernvennootschappen en zekerheden te verstrekken, op het moment dat de andere concernvennootschappen dit nodig achten. Zo kunt u voorkomen dat in geval van bijvoorbeeld verkoop of faillissement van een vennootschap de betalende vennootschap met lege handen komt te staan.

Waarderingsmethoden, de Adjusted Present Value methode

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Voor de waardering van een onderneming bestaan verschillende waarderingsmethoden. In de eerste blog omtrent waarderingsmethoden is ingegaan op de Discounted Cash Flow (DCF) methode (Discounted Cash Flow Methode). Onderstaand wordt ingegaan op de Adjusted Present Value methode.

Adjusted Present Value
De Adjusted Present Value methode (APV) is een alternatief voor de DCF methode. De opzet om tot de kasstromen te komen, is hetzelfde als bij de DCF methode. De berekening van de waarde, volgens de APV, bestaat echter uit twee onderdelen. Eerst wordt de waarde van de operationele activiteiten berekend. Daarna wordt de waarde van het belastingvoordeel, verbonden met de financiering met rentedragende schulden, berekend. Dit is de zogenaamde taxshield. Als er geen sprake is van een constante vermogensverhouding (de verhouding vreemd vermogen ten opzichte van het totaal vermogen), hetgeen in het MKB doorgaans het geval is, dan is de APV een zeer geschikte waarderingsmethode.

Bij de waardering van de operationele activiteiten wordt uitgegaan van een 100% eigen vermogen financiering (dus geen vreemd vermogen). De geldstromen, die op een zelfde wijze verkregen worden als bij de DCF methode, worden gedisconteerd tegen de kostenvoet eigen vermogen unlevered (100% EV). De waardering van de taxshield bestaat voor het grootste deel uit het belastingvoordeel op rentebetalingen. Betaalde rente is namelijk fiscaal aftrekbaar. Door de aftrekbaarheid van de rente wordt de waarde van de onderneming verhoogd. Andere onderdelen van de taxshield zijn:

–          De kosten voor het uitgeven van nieuwe aandelen, die betaald moeten worden bij de emissie en daardoor waarde verlagend werken;
–          De kosten van financial distress, aangezien een hoger niveau vreemd vermogen meer druk legt op nakoming van de financieringsverplichtingen. De kans op faillissement stijgt daardoor. Deze kosten hebben een waarde verlagende werking;
–          Betere condities op de financiering met vreemd vermogen, doordat vreemd vermogen aangetrokken kan worden tegen een lagere rentevoet dan de marktrente. Dit heeft een waarde verhogende werking.

Afhankelijk van het risicoprofiel wordt de disconteringsvoet voor de taxshield bepaald. De disconteringsvoet zit doorgaans tussen de kosten van vreemd vermogen en de kosten van 100% eigen vermogen. Door gebruikmaking van de APV is beter inzicht te verkrijgen waar de waarde van de onderneming vandaan komt.

Eveneens een goed argument om de APV te gebruiken, is de situatie waarin sprake is van compensabel verliezen in het geheel. Door de opzet van de APV is eenvoudiger rekening te houden met deze compensabele verliezen, dan in de DCF methode. Bij de DCF methode dient de WACC steeds gecorrigeerd te worden voor het belastingtarief, hetgeen een lastige exercitie is.

Met de APV kan duidelijk inzichtelijk gemaakt worden wat de effecten zijn van belastingvoordelen van het meefinancieren met vreemd vermogen. De effecten van een veranderende financieringsstructuur kunnen beter meegenomen worden.

Tenslotte
Het vervaardigen van een waardering op basis van APV vereist een deugdelijke voorbereiding. Daarbij dienen de te maken aannames goed overdacht te worden, aangezien kleine wijzigingen grote invloed op de waarde kunnen hebben.

Voor vragen kunt u te allen tijde contact met Bart de Volder opnemen.

Samen op koers

Waarderingsmethoden, de Discounted Cash Flow methode

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Voor de waardering van een onderneming bestaan verschillende waarderingsmethoden. Onderstaand wordt ingegaan op de Discounted Cash Flow methode.

Discounted Cash Flow
Bij de Discounted Cash Flow methode (DCF) wordt uitgegaan van het going concern principe (de onderneming wordt voortgezet), waarbij de toekomstig te verwachten kasstromen leidend zijn. Voor een aantal jaren (de planperiode) worden de onzekere toekomstige vrije kasstromen bepaald. Dit geschiedt op basis van een prognose.

De kasstromen zijn de winsten uit de bedrijfsexploitatie (EBIT) vermeerderd met de afschrijvingen en de mutatie voorzieningen, verminderd met de netto investeringen in werkkapitaal en vaste activa. Na deze planperiode wordt een zogenaamde eindwaarde berekend. Dit is een eeuwigdurende kasstroom.

Na vaststelling van de kasstromen, worden deze gedisconteerd tegen een nader te bepalen kostenvoet. Zodoende wordt rekening gehouden met de tijdswaarde van geld. Uit de discontering volgt de contante waarde van de kasstromen.

De stappen, die genomen moeten worden in het waarderingsproces bij de DCF methode, kunnen als volgt beschreven worden:

  • Bepaal voor een aantal jaar de toekomstige kasstromen, die voortvloeien uit exploitatie van activa, exclusief financieringskosten;
  • Bereken de economische waarde van de onzekere kasstromen door deze contant te maken tegen een disconteringsvoet.

De gedisconteerde kasstromen worden gesommeerd met de eindwaarde en geven de bedrijfswaarde.  Door de marktwaarde van de niet aan de exploitatie gebonden bezittingen op te tellen bij de bedrijfswaarde en de rentedragende vreemd vermogensbestanddelen, alsmede pensioen- en/of lijfrentevoorzieningen, van de bedrijfswaarde afhalen, wordt de aandeelhouderswaarde verkregen.

In de prognose wordt rekening gehouden met activiteiten en gebeurtenissen, die in de toekomst plaats vinden. Effecten van verandering van de vermogensstructuur, vermogenskosten of de aanwezigheid van synergie kunnen meegenomen worden. De DCF is dynamisch, waardoor de te gebruiken variabelen makkelijk aan te passen zijn. daarnaast wordt rekening gehouden met de factoren tijd, geld, onzekerheid en risico. De DCF methode wordt (theoretisch) daarom als de meest juiste methode voor de bepaling van economische waarde gezien.

Tenslotte
Het vervaardigen van een waardering op basis van DCF vereist een deugdelijke voorbereiding. Daarbij dienen de te maken aannames goed overdacht te worden, aangezien kleine wijzigingen grote invloed op de waarde kunnen hebben.

Voor vragen kunt u te allen tijde contact met Bart de Volder opnemen.

Samen op koers

Kwaliteitstoetsing NOvAA

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

LDE Accountants heeft de kwaliteitstoetsing van de NOvAA doorstaan en kan vol vertrouwen door.

Samen op koers!

Subsidies die u niet kunt laten liggen

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Elke onderneming die werkt aan verbetering van zijn producten kan kans maken op ruime fiscale voordelen. Toch merk ik dat veel ondernemers aarzelen om gebruik te maken van de beschikbare regelingen. Vaak worden ondernemers ook door hun adviseurs er niet op gewezen. “Onbekend maakt onbemind. Maar intussen loopt u geld mis.”

Het hart van de onderneming ligt natuurlijk bij zijn producten en zijn markten. Daar bent u voortdurend mee bezig en dat doet u ook het liefst. Logisch en begrijpelijk. Uw focus ligt helemaal niet op de vraag hoe u gebruik kan maken van overheidsregelingen. Daarnaast bent u huiverig voor de administratieve lasten. Die zijn er natuurlijk ook. U kunt niet in aanmerking komen voor deze regelingen zonder serieus werk te maken van de aanvragen.

Is deze terughoudendheid terecht?

Nee. Het is plat gezegd zonde van het geld. Veel meer ondernemingen dan je zou denken komen voor een of meer regelingen in aanmerking en ook de opbrengsten ervan zijn groter dan men veronderstelt. Daar wil ik ondernemers graag op wijzen. Inderdaad, het aanvragen kost tijd en moeite, maar ik kan na een eerste inventarisatie met de ondernemer veelal goed bepalen of de belastingvoordelen die in het verschiet liggen, opwegen tegen de investering.

In veel gevallen is dat zo.

Drie subsidies op een rij:

WBSO, Afdrachtvermindering loonheffingen voor speur- en ontwikkelingswerk RDA, de Research & Development Aftrek Innovatiebox
Korting op af te dragen loonbelasting voor loonkosten die betrekking hebben op onderzoek en ontwikkeling binnen de eigen onderneming Aanvullende aftrekpost van 40% van bepaalde kosten en investeringen die direct verband houden met de WBSO Winsten uit innovatie worden belast tegen effectief slechts 5% vpb

 

Tegenprestatie noodzaak voor aftrek betaling

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

U kunt alleen aftrek van een betaling claimen als daar een tegenprestatie tegenover staat. Als u echter kunt aantonen dat de betaling op een of andere manier in het belang is van uw onderneming, is de betaling in principe aftrekbaar.

Hof Arnhem moest laatst haar oordeel geven over of een bv bepaalde uitgaven als kosten ten laste van haar resultaat mocht brengen. Het ging hierbij om een adviesbureau in de bouwwereld. Op een gegeven moment maakte het adviesbureau een aantal bedragen over naar de bankrekening van bv x als vergoeding voor inlenen personeel. De inspecteur was het daar niet mee eens, want niets wees erop dat de advies-bv daadwerkelijk personeel had ingehuurd. Bv x bleek ook geen personeel in dienst te hebben.

Het adviesbureau kreeg de kans om te bewijzen of de uitgaven ten goede waren gekomen aan de onderneming. Maar nu het adviesbureau daar volgens de rechter niet in was geslaagd, konden de betalingen niet worden afgetrokken.

Wat hoort er allemaal bij uw administratie?

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Alle gegevens over uw onderneming die u vastlegt op papier of in elektronische vorm, horen bij uw administratie. Voorbeelden hiervan zijn:

–          kasadministratie (ook kladaantekeningen) en kassabonnen
–          financiële aantekeningen, zoals het inkoop- en verkoopboek
–          tussentijds gemaakte controleberekeningen
–          ontvangen facturen en kopieën van verzonden facturen
–          bankafschriften
–          contracten, overeenkomsten en andere afspraken
–          agenda’s en afsprakenboeken
–          correspondentie
–          software en databestanden

Veel van de gegevens, die nodig zijn voor het voeren van een bedrijf, worden allereerst elektronisch vastgelegd. Het gaat hierbij niet alleen om de bestanden van de financiële administratie. Denk bijvoorbeeld ook aan de zakelijke agenda die u bijhoudt met uw mobiele telefoon of Persoonlijke Digitale Assistent (PDA). Of aan de verkoopgegevens die u registreert met een afrekensysteem, een eenvoudige kassa of Point of Sale systeem.

Veel afrekensystemen voldoen niet aan onze eisen. Laat u daarom bij de aanschaf van een afrekensysteem goed adviseren. Lees de brochure ‘Uw bedrijf en het afrekensysteem’ voor meer informatie. U kunt deze brochure downloaden. Steeds meer administratie, maar ook delen van het bedrijfsproces (zoals verkoop via een webwinkel) gaat via internet. Ook deze gegevens behoren bij uw administratie!

Ook als u gegevens, direct of later, op papier afdrukt moet u de gegevens elektronisch blijven bewaren.

Tip!
Houd een urenadministratie bij van hoeveel uren u en eventueel uw fiscale partner aan de onderneming besteden. Sommige aftrekposten voor de inkomstenbelasting (de zelfstandigenaftrek en de meewerkaftrek) zijn namelijk afhankelijk van het aantal uren dat u aan de onderneming besteedt. U vindt meer informatie over het urencriterium, de zelfstandigenaftrek en de meewerkaftrek bij Aangifte doen, belastingen en premies betalen.

U kunt uw administratie inrichten en bijhouden op een manier die past bij uw onderneming. Daarbij moet u er wel rekening mee houden dat uw administratie de basis is voor uw aangiften. Als uw administratie niet volledig is en niet binnen een redelijke termijn te controleren is of als u uw administratie niet lang genoeg bewaart, dan kan dat vervelende gevolgen hebben. Wij kunnen dan uw omzet en winst vaststellen en de belasting berekenen. Het bedrijfsproces moet volledig en redelijk gedetailleerd worden vastgelegd. Als u de gegevens elektronisch vastlegt, dan moet u deze ook elektronisch bewaren. En wel voor de geldende bewaartermijn van 7 jaar. U mag de gegevens alleen op papier bewaren als u een zeer kleine administratie hebt die binnen een redelijke termijn is te controleren.

Bron: www.belastingdienst.nl