Berichten

Wat er bij ondernemen komt kijken

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Wat er bij ondernemen komt kijken

Young Entrepreneurs Expert-uurtje met François Hendrikx

Voor de vijfde bijeenkomst van de Young Entrepreneurs – powered by OBGB stond een bezoekje aan de Oude Jongensschool op het programma. De jonge ondernemers streken daar al eerder neer, maar ditmaal was het voor een vragenuurtje van François Hendrikx van LDE Accountants. Hij kon de prangende vragen beantwoorden op administratief, fiscaal, juridisch en accounting-gebied.

Personeel

In 1997 ging François met een agrarische achtergrond bij de Rabobank werken, alvorens hij in 2010 instapte bij LDE Accountants als vennoot en commercieel directeur. Hij vertelt wat over wat zijn bedrijf doet, en hoe ze door de overname van een administratiekantoor klanten hebben van ZZP’ers tot bedrijven met meer dan 100 man personeel. Vorige week donderdag stond bij de Young Entrepreneurs de ZZP-kant centraal, met relevante informatie van François en vragen van de ondernemers zelf.

Het is voor de Young Entrepreneurs natuurlijk goed om iemand te horen die ervaring heeft met zaken waar zij zelf nog niet mee te maken hebben gehad, maar wel kunnen krijgen: waar je bijvoorbeeld allemaal aan moet denken als je iemand aan wilt nemen. “Je eerste personeelslid aannemen is het moeilijkste wat er is”, zegt François. “Je moet bijvoorbeeld zeker weten dat je hem kunt betalen. Hoe vaak mag je een tijdelijk contract aanbieden? Heb je al een loonheffingsnummer, een loonbelastingverklaring, en een personeelsdossier?” Aan de reacties uit de zaal te zien waren dit interessante vragen.

Subsidie

Ook het onderwerp subsidies wierp hoge ogen. “Ieder jaar blijft zo’n € 100 miljoen aan subsidies liggen omdat ondernemers er niet vanaf weten”, vertelt François. “Met name de WBSO-subsidie voor innovaties kan soms verrassend snel aangevraagd worden, en vermindert hoeveel loonbelasting je af moet dragen.” François benadrukt de kracht van samenwerking; veel ondernemers hadden nooit van WSBO gehoord, ware het niet voor François.

Hij is ook een voorstander van automatisering. “Kantoorautomatisering gaat tegenwoordig heel ver”, zegt hij. “Je kunt automatisch kilometers registreren met je telefoon, bijvoorbeeld. Automatisering levert kostenbesparing op, en zorgt dat je je tijd beter kunt besteden, en dat het werk foutloos gebeurt omdat het automatisch gaat. Andere onderwerpen die ter sprake komen, vanuit de mond van François of als vraag uit de zaal, zijn onder andere de keuze ZZP of BV, de vervangen VAR-verklaring, en Prinsjesdag.

Tips

Francois sluit af met tips die hij uit de praktijk heeft geleerd of gezien. “Automatiseer zo veel mogelijk”, haakt hij in op zijn eerdere verhaal. “Denk anders, zoek altijd naar alternatieven. Probeer je klanten dat ook altijd te bieden! Praat met elkaar, ook met concurrenten. Ben niet bang voor ze; concurrenten laten jou juist je eigen kracht zien.”

 

img_3281

 

 

 

 

 

Inrichting administratie tbv werkkostenregeling

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De kostensoorten die bij de toepassing van de werkkostenregeling relevant zijn, komen zowel in de salaris- als in de financiële administratie voor. Declaraties van werknemers vinden in de loonadministratie plaats, maar ook in de financiële administratie, terwijl de fiscale consequenties daarvan in de salarisadministratie zichtbaar moeten worden. Op basis daarvan wordt er immers loonaangifte gedaan.

Het is daarom noodzakelijk om in beide administraties kostensoorten op dezelfde wijze te labelen. Splitsing is noodzakelijk in de volgende hoofdcategorieën:

–         vrije ruimte ( 1,2% van de fiscale loonsom)
–         gerichte vrijstellingen
–         nihil waardering
–         intermediaire kosten
–         onbelast loon op basis van andere regelingen (grootboekrekening blijft hetzelfde)
–         belast loon (grootboekrekeningnummer blijft hetzelfde)

Omdat de werkkosten regeling uitgaat van kosten INCLUSIEF btw, is het nodig om het grootboekrekening schema uit te breiden. Zodat de btw afhankelijk van de keuze erbij geteld kan worden.

Pensioen voor 2015

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

1. Inleiding.
In dit blog een korte historie van de problemen met de pensioenen, de wijzigingen op pensioenvlak voor 2015 en de relatie tussen beide.

2. Problemen.
Pensioenen hebben momenteel de aandacht. Zo wordt in het nieuws regelmatig aandacht besteedt aan de oplopende premies, het vervallen van indexatie en het korten op lopende uitkeringen en ook aan de aanleiding daarvoor zoals de toenemende levensduur, de tekortschietende beleggingsrendementen en –specifiek voor de AOW– de scheefgroei tussen pensioenontvangers en premiebetalers.

De scheefgroei in verhouding tussen enerzijds het aantal premiebetalers en anderzijds het aantal gerechtigden tot een AOW-uitkering leidt tot problemen.

De AOW hanteert een omslagsysteem: de inleg van degenen die actief zijn, wordt gebruikt om de lopende uitkeringen te voldoen. Er wordt dus niet gespaard. De achilleshiel van een omslagsysteem is echter dat het alleen goed werkt zolang de premieopbrengst voor de overheid “automatisch” meestijgt met de uitgaven aan AOW-uitkeringen. Als er echter een daling is van het aantal premiebetalers, moet de premie omhoog. Hetzelfde geldt als de salarissen dalen, omdat ook daardoor de premiegrondslag afneemt.

De negatieve economische effecten van vergrijzing en werkloosheid leiden nu dan ook tot een stijging van de AOW-premie. Om die premiestijging voor de werkenden deels te voorkomen, worden de AOW-uitkeringen sinds 2001 mede uit de algemene middelen gefinancierd. Uit de belastingopbrengsten dus. AOW-ers betalen daarom via de belasting zelf mee aan hun uitkering en actieven betalen dubbel: premie en belasting.

Het gat tussen premie-inkomsten en AOW-uitkeringen is inmiddels echter zo groot dat er ingrijpende maatregelen genomen werden: de ingangsdatum van de AOW uitkeringen is verschoven van 65 jaar naar 67 jaar.

Hier zijn het de tegenvallende beleggingsrendementen van de pensioenfondsen die zorgen voor stijgende premies in combinatie met dalende uitkeringen.

3. Wijzigingen 2015.
Per 1 januari 2015 zijn de volgende wijzigingen aangekondigd in de pensioenwetgeving:

  • Het pensioengevend salaris wordt gemaximeerd op € 100.000.
  • De hoogte van de AOW franchise wordt aangepast:
    – van 100/70 naar 700/75 voor middelloonregelingen (voordelig)
    – van 100/70 naar 100/66,28 voor eindloonregelingen (nadelig).
  • De opbouwpercentages gaan omlaag:
    – van 2,150% naar 1,875% per jaar voor middelloonpensioenen
    – van 1,900% naar 1,657% voor eindloonpensioenen
    (voor een pensioen van 70% van het eindloon dient voortaan dus 42 jaar gereserveerd te worden, 7 jaar langer dan tot en met 2013 nodig was).

4. Conclusie.
De aanpassingen in de pensioenwetgeving hebben niets te maken met de problemen die er op pensioengebied bestaan. Het doel is het genereren van belastingopbrengst door het beperken van de mogelijkheden van premieaftrek.

Sterker nog, het beperken van de grondslag voor fiscaal gefacilieerde ouderdags-voorzieningen tot maximaal € 100.000 kon in de toekomst wel eens extra problemen opleveren. Zij het voor een beperkte groep werknemers/ondernemers.

5. Doen!
De aanpassing van de opbouwpercentages, van de AOW-franchise en de invoering van een maximumgrondslag maakt het nodig de pensioenbrieven –alweer– aan te passen.

Voor 1 januari 2015 moeten uw pensioentoezeggingen op orde zijn.

Bent u directeur-grootaandeelhouder van uw eigen B.V., dan is het aanpassen een formaliteit. Wel een formaliteit waaraan tijdig voldaan moet worden overigens.

Heeft u personeel waarvoor pensioenopbouw plaatsheeft, dan is de vereiste pensioenaanpassing tevens een wijziging van de arbeidsvoorwaarden. Overleg met uw medewerkers is daarom nodig en mogelijk is zelfs hun toestemming vereist.

Gezien de fiscale boete die kan volgen als dit op 1 januari niet geregeld is, alle reden dus om op korte termijn met uw medewerkers in overleg te treden.

Mocht u naar aanleiding hiervan nog vragen hebben of nadere informatie wensen, dan zullen wij u graag van dienst zijn.

LDE Accountants
Mr. E.P. van Erve
fiscalist

Premiekorting jongere werknemers

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Indien u tussen 1 januari 2014 en 31 december 2015 werknemers in dienst hebt genomen/neemt die direct voorafgaand aan de indiensttreding een WW- of bijstandsuitkering ontvingen en toen tussen de 18 en 27 jaar oud waren, kunt u vanaf 1 juli 2014 een premiekorting voor jongere werknemers toepassen.

Voor werknemers die tussen 1 januari 2014 en 1 juli 2014 in dienst zijn gekomen, mag de korting vanaf 1 juli 2014 worden toegepast.

Voor werknemers die vanaf 1 juli 2014 tot en met 31 december 2015 in dienst treden mag u de premiekorting vanaf datum van indiensttreding toepassen.

De hoogte van de premiekorting is maximaal € 3.500 per werknemer per jaar en de korting mag maximaal 2 jaar worden toegepast. De regeling eindigt dus op uiterlijk 31 december 2017.

Enkele voorwaarden om de premiekorting toe te mogen passen zijn:

  • Er moet met de werknemer een schriftelijke arbeidsovereenkomst zijn gesloten voor een minimale duur van 6 maanden en voor minimaal 32 uur per week;
  • Er moet een kopie van een doelgroepverklaring van de gemeente of van het UWV in de administratie aanwezig zijn. Hieruit moet blijken dat de werknemer een uitkering ontving direct voorafgaand aan de indiensttreding;
  • Er mag voor dezelfde werknemer niet de premiekorting voor arbeidsgehandicapte werknemers worden toegepast.

Mocht u reeds een of meerdere werknemers hebben aangenomen die aan de voorwaarden voldoen om voor de premiekorting in aanmerking te komen, dan vernemen wij dat graag zo spoedig mogelijk van u zodat wij de korting direct in uw administratie kunnen verwerken.

Ook als u in de toekomst nieuwe werknemers in dienst neemt die aan de voorwaarden voldoen, ontvangen wij graag zo spoedig mogelijk alle relevante gegevens.

Mocht u nog vragen/opmerkingen hebben, neemt u dan contact op met onze loonafdeling zij kunnen u persoonlijk verder adviseren.

Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS)

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

In de nieuwe Wet Aanpak Schijnconstructies (WAS) worden een aantal maatregelen opgenomen die er toe moeten leiden dat een aantal ongewenste constructies op het gebied van loonbetalingen aan werknemers straks niet meer mogelijk zijn. Het doel van de WAS is dat werknemers een eerlijk loon ontvangen en dat er eerlijke concurrentie tussen werkgevers onderling zal zijn. De bedoeling is dat deze wet vanaf 1 januari 2015 wordt ingevoerd.

De belangrijkste onderdelen van de WAS zijn:

Minimumloon

  • Werknemers dienen minimaal het netto minimumloon te ontvangen op hun bank- of girorekening. Het meerdere zou nog contant uitbetaald mogen worden.
  • Het netto salaris mag dus niet meer in zijn volledigheid contant worden uitbetaald.
  • Er mogen geen kosten meer verrekend worden met het minimumloon (denk bijvoorbeeld aan huisvestingskosten en premies ziektekostenverzekering)

Eisen aan salarisstrook

  • Salarisstroken moeten voldoende gespecificeerd opgemaakt worden zodat er een deugdelijke controle mogelijk is. De salarisstroken moeten bij een controle beschikbaar zijn.
  • Onkostenvergoedingen moeten worden gespecificeerd naar aard van de vergoeding.

Inspectie en naleving CAO

  • De inspectie SZW krijgt ruimere mogelijkheden om de schijnconstructies aan te passen.
  • De inspectie SZW kan informatie aan CAO-partijen doorgeven in het kader van het onderzoek op naleving van de CAO
  • Bevindingen van de inspectie kunnen openbaar worden gemaakt. De openbaarmaking zorgt voor betere naleving van regelgeving c.q. CAO en zorgt bovendien voor een preventieve werking.

Ketenaansprakelijkheid voor loon

  • Er komt een uitbreiding van de ketenaansprakelijkheid voor betaling van het loon. Dit kan het wettelijk minimumloon zijn, het CAO-loon of het loon volgens de individuele arbeidsovereenkomst.
  • De werknemer dient eerst zijn werkgever aan te spreken. Indien deze bijvoorbeeld onvindbaar is of ineens is verdwenen, dan zal de aansprakelijkheid worden verschoven naar de partij die de werknemer heeft ingehuurd.

Tip: Betaal uw personeelsleden in ieder geval niet meer contant en zorg er voor dat zij het juiste (CAO-)loon ontvangen!

Indien u vragen heeft, schroom niet om contact op te nemen met onze loonafdeling zij kunnen u verder informeren: lonen@ldeaccountants.nl of 013-5340001.

Verhuur van garageboxen valt niet onder btw-vrijstelling

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft geoordeeld dat de verhuur van garageboxen verhuur van parkeerruimte voor voertuigen in de zin van artikel 11, eerste lid, letter b, van de Wet OB is, en dus niet meedeelt in de vrijstelling van omzetbelasting voor verhuur van onroerende zaken.

De omstandigheid dat garageboxen in toenemende mate worden aangewend voor andere doeleinden dan voor stalling van motorvoertuigen maakt nog niet dat de garageboxen als ‘multifunctionele ruimten’ kwalificeren, aldus de rechtbank.

Motor van de Zaak?

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

1. Inleiding.
Door de fiscale maatregelen van de laatste jaren is in het Nederlandse –zakelijke– autobezit een verschuiving naar zuiniger modellen opgetreden. De keuze om fiscale maatregelen in te zetten om een vergroening te bereiken heeft dus gewerkt. Zelfs zo goed dat de opbrengsten voor de fiscus in het gedrang lijken te komen, zoals afgeleid kan worden aan het verder opschroeven van de grenswaarden die gelden voor de lagere bijtellingscategoriën in de loon- en inkomstenbelasting naast het grotendeels afschaffen van de vrijstelling in de motorrijtuigenbelasting.

In dit blog kijken we of de motor van de zaak een alternatief zou kunnen zijn.

2. Bijtelling in loon- en inkomstenbelasting?
Voor een auto van de zaak wordt de bijtelling bepaald aan de hand van de cataloguswaarde en de CO2 uitstoot. Bovendien geldt dat u de volledige bijtelling in rekening gebracht krijgt zodra er meer dan 500 kilometers privé gereden zijn. Het maakt daarbij niet uit of u 550 of 55.000 privékilometers rijdt.

Wilt u als ondernemer de bijtelling vermijden, dan moet u bewijzen dat u ten hoogste 500 privékilometers per jaar gereden hebt. Hiervoor dient u een sluitende kilometeradministratie te voeren (een uitgebreide registratie van alle gereden kilometers, zakelijk en privé). Kunt u dat niet -of accepteert de fiscus de kilometeradministratie niet- dan volgt alsnog de bijtelling.

Ook een motor van de zaak kent een bijtelling in de loon- en inkomstenbelasting. Deze wijkt echter op alle punten af van de autokostenbijtelling:

–       De motorbijtelling is gebaseerd op de daadwerkelijke kosten van de motor (afschrijving, onderhoud, verbruik, verzekering e.d.) van het jaar.
–       De motorbijtelling wordt alleen berekend voor de daadwerkelijke gereden privékilometers.
–       Er is geen uitgebreide boekhouding nodig, een opgaaf van die privékilometers volstaat.

Waar de praktijk leert dat menige automobilist stopt met het bijhouden van een kilometeradministratie (omdat het zo belastend is), en degenen die het wel volhouden geconfronteerd worden met een achterdochtige fiscus, zal de administratie voor een motor van de zaak dus geen probleem zijn. In geval van twijfel is het bovendien aan de belastingdienst om te bewijzen dat het privégebruik hoger is dan opgegeven.

Ook de hoogte van de bijtelling zal, gezien de veelal lage kilometerkosten van motorfietsen, eerder laag uitvallen.

3. BTW.
De BTW die rust op de aanschaf, onderhoud en verbruik, van een zakelijke motor is aftrekbaar. Dit geldt echter niet voor het deel van de BTW dat samenhangt met het privégebruik van de motor. Aan het einde van ieder jaar wordt dus een correctie op de afgetrokken BTW doorgevoerd naar rato van de verhouding privégebruik/totaalgebruik.

Bijzonder is wel dat de BTW correctie vanaf het zesde jaar van eigendom niet meer geldt voor de aanschaf-BTW en dan dus beperkt blijft tot het evenredig deel van de BTW op de gebruikskosten van de motor (en dat is anders bij de correctie voor het privégebruik van een auto).

4. Conclusie.
Vanuit fiscaal oogpunt is een motor van de zaak voordelig en eenvoudig.

Dat betekent niet dat een motor van de zaak voor iedereen -of zelfs in veel gevallen- een goed alternatief voor de auto van de zaak is. Maar naar mijn mening zou dit wel vaker als een alternatief of als een aanvulling overwogen kunnen worden.

Mocht u naar aanleiding hiervan nog vragen hebben of nadere informatie wensen, dan zullen wij u graag van dienst zijn.

LDE Accountants
Mr. E.P. van Erve
fiscalist
eric@ldeaccountants.nl

De VAR wordt strenger

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Het huidige systeem van de VAR werkt niet meer. Voor zzp-ers en opdrachtgevers is het nu vaak onduidelijk of de afgegeven verklaring wel correct is. En de overheid kan met de huidige regeling de schijnzelfstandigheid niet adequaat aanpakken.

Financiën wil daarom de VAR strenger gaan regelen met ingang van 1 januari 2015. Voornemen is dat de opdrachtgever en opdrachtnemer samen vooraf de arbeidsrelatie beoordelen via een webmodule. De opdrachtgever wordt daarbij medeverantwoordelijk voor de juistheid van de VAR-aanvraag.

 Voor vragen kunt u contact opnemen met ons kantoor, 013-5340001 of info@ldeaccountants.nl.

DGA en Waadi (uitlenen personeel)

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Bent u DGA en leent u uzelf vanuit uw BV uit om werkzaamheden voor derden te verrichten? Dan moet uw BV als uitzendbureau geregistreerd staan bij de KvK.

Bovenstaande geld ook als u uzelf uitleent aan een “eigen” werkmaatschappij.

Het niet naleven van de Waadi-verplichting kan een forse boete opleveren voor de “inlener” en de “uitlener”. Bij de eerste overtreding bedraagt die boete al € 12.000,- per werknemer.

Er is echter goed nieuws voor de DGA’s. De Waadi is nl. voor deze doelgroep onlangs versoepeld.

Als de BV niet correct Waadi-geregistreerd is, blijft een boete achterwege indien de DGA bestuurder van de BV is, ten minste 90% van de aandelen in de BV houdt, én de DGA de enige is die als arbeidskracht vanuit de BV ter beschikking wordt gesteld.

Wet Werk en Zekerheid (wijzigingen met ingang van 1 juli 2014)

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

De Wet Werk en Zekerheid zal gefaseerd in worden ingevoerd. De eerste wijzigingen zullen met ingang van 1 juli 2014 worden geëffectueerd.

Het gaat dan om de volgende wijzigingen:

Proeftijdbeding:
Er mag geen proeftijdbeding meer worden opgenomen in arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd welke voor 6 maanden of korter worden overeengekomen. Dit beding treedt in werking voor alle arbeidsovereenkomsten welke voor de eerste keer worden afgesloten op 1 juli 2014 of later!

Concurrentie- en relatiebeding:
Bij arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd mag er in principe geen concurrentie- en/of relatiebeding meer worden opgenomen, tenzij er een zwaarwegend bedrijfs- en/of dienstbelang is. Enkel dan mag er nog een schriftelijk gemotiveerd concurrentie- en/of relatie beding worden overeengekomen.

Aanzegtermijn:
Bij arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd welke 6 maanden of langer duren, moet vanaf 1 juli 2014 een aanzegtermijn van minimaal 1 maand in acht worden genomen!

Bijvoorbeeld: als je met een werknemer een jaarcontract bent overeengekomen, zul je minimaal 1 maand voor het einde van deze overeenkomst, schriftelijk aan de werknemer kenbaar moeten maken of de overeenkomst wordt verlengd en onder welke voorwaarden, of dat de overeenkomst niet wordt verlengd!

Indien er niet of niet tijdig, schriftelijk aan de werknemer kenbaar wordt gemaakt wat er met de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gaat gebeuren, riskeert de werkgever een boete.

Deze boete bestaat uit een langere doorbetaling aan de werknemer welke gelijk is aan het salaris dat de werknemer heeft ontvangen over de tijd dat de werkgever te laat was met melden! Met een maximum van 1 maandsalaris. De werknemer moet deze extra vergoeding binnen 2 maanden na het einde van het dienstverband zelf claimen bij de werkgever, anders vervalt het recht op deze extra vergoeding.

Voor de duidelijkheid; de overeenkomst eindigt nog steeds op de overeengekomen einddatum!

NB: Deze aanzegtermijn is niet van toepassing op overeenkomsten afgesloten voor een bepaald werk of uitzendovereenkomsten.

Loondoorbetalingsplicht bij 0-uren/oproepcontracten:
De nu bestaande hoofdregel, geen arbeid, geen loon, verdwijnt. De nu bestaande uitzondering wordt hoofdregel. Door deze wijziging komt de bewijslast inzake het niet hoeven doorbetalen van loon bij de werkgever te liggen.

Alleen bij CAO’s afgesloten na 1 juli 2014 kan hiervan nog worden afgeweken! Dit geldt dan alleen voor werkzaamheden die incidenteel van aard zijn en geen vaste omvang hebben. Houdt u daarom de CAO-ontwikkelingen nauwlettend in de gaten.

Ook zijn er wijzigingen op komst ten aanzien van payrollwerknemers en uitzendkrachten, het is momenteel echter niet duidelijk hoe en per wanneer deze wijzigingen in zullen gaan.

Ook per 1 juli 2015 staat er een groot aantal wijzigingen op het programma, wij zullen u daarover te zijner tijd verder informeren.

Indien u vragen heeft, schroom niet om contact op te nemen met onze loonafdeling. Zij kunnen u verder informeren. lonen@ldeaccountants.nl