Berichten

Pensioenwijziging 2017 (het verhaal gaat verder).

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Op verzoek van de staatssecretaris van Financiën is in december, op het allerlaatste moment, de stemming in de Eerste Kamer uitgesteld over het wetsvoorstel Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen.

Voor dit uitstel heeft hij gekozen vanwege signalen in de krant over niet bedoelde aftrekposten die aan die Wet verbonden zouden zijn en dus voor de fiscus een onverwachte kostenpost zouden vormen. 

De staatssecretaris heeft toen toegezegd met een novelle te komen: een wijziging van de nog niet ingevoerde wet. Nu is het behandelschema van deze novelle bekend geworden, en de staatssecretaris zet er (gelukkig) redelijke spoed achter.

Volgende week maandag 23e januari wordt ze ingediend en uiterlijk donderdag 9 februari zou duidelijk moeten zijn of de novelle ook aangenomen is.

Voor al onze klanten die we op dit moment vanwege het intrekken van het oorspronkelijke wetsvoorstel niet konden adviseren, binnenkort kunnen we weer verder en kunnen we weer gaan werken aan de voor u meest passende oplossing voor uw pensioen in eigen beheer.

Mocht u naar aanleiding van dit blog al vragen hebben of nadere informatie wensen, dan zullen wij u graag van dienst zijn.

 

Wijzigingen in het pensioen voor de DGA per 2017

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Pensioenpunten voor 2017

Inleiding

Van alle financiële plannen op Prinsjesdag 2017, hebben de aangekondigde wijzigingen voor het pensioen van de Directeur Groot Aandeelhouder voor de betrokkenen waarschijnlijk het grootste effect.

Bent u Directeur Groot Aandeelhouder (“DGA”) en bouwt u in de B.V. aan een pensioen voor uzelf, dan zou de “Wet uitfasering Pensioen in eigen beheer” voor u cruciaal kunnen zijn.

 

Wat is het probleem?

De omvang van de pensioenvoorziening op uw fiscale balans sluit niet aan bij het werkelijk benodigde pensioenkapitaal.
Om te voorkomen dat de aftrekpost voor ondernemers te hoog zou worden, heeft de wetgever gedurende vijfentwintig jaar steeds opnieuw beperkingen opgelegd aan het pensioen en aan de wijze waarop de pensioenvoorziening berekend moet worden. Resultaat is dat de fiscale voorzieningen op dit moment meestal maar een derde tot de helft zijn van het bedrag dat een verzekeraar voor dezelfde pensioenaanspraak zou reserveren.

Op zich al een groot probleem, werd het echter nog erger toen onze hoogste rechter bepaalde dat een B.V. geen dividend mag uitkeren voor zover er sprake is van zo’n verschil tussen fiscale en reële omvang van de pensioenvoorziening.

Vergelijkbare problemen zijn er voor ondernemers die hun pensioen willen veiligstellen door dat over te dragen aan een afzonderlijke pensioen-B.V.

Hoewel bedoeld ter bescherming van de oudedag van de DGA, was het gevolg van deze uitspraak wel dat dividenduitkeringen geblokkeerd werden door een fiscaal niet bestaand deel van de pensioenvoorziening en dat het de veiligstelling van pensioenen in een eigen B.V. praktisch onmogelijk maakte.

 

Wat biedt de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer vanaf 2017 niet?

De wet biedt helaas geen oplossing voor de te lage waarde van fiscale pensioenvoorziening. Een reparatie op dit punt betekend dat de fiscus geconfronteerd zou worden met een aftrekpost van epische proporties en de minister van Financiën met een bijpassend gat in zijn begroting.

Onze wetgever gaat hier dus aan voorbij. Sterker nog, verdere groei van uw pensioen in eigen beheer wordt vrijwel onmogelijk gemaakt (dus de toekomstige belastingopbrengst gemaximeerd).
 

Wat biedt de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer vanaf 2017 wel?

De wet biedt drie opties:

  1. Niets doen.
    De hoogte van uw toekomstige pensioenuitkering wordt dan bevroren op de tot en met 31 december 2016 opgebouwde aanspraak: uw pensioen wordt verplicht premievrij gemaakt. Voor het overige blijven de huidige regels onverkort van kracht.

    Deze optie is het meest interessant voor degenen die in de uitkeringsfase van hun pensioen nog aanzienlijke kosten ten laste van de winst van de B.V. willen brengen.
    Deze optie is verplicht voor degenen die geen toestemming kunnen krijgen van hun (ex-)partners voor opties 2 of 3!

  2. Uw pensioen afwaarderen en omzetten in een Oudedagsverplichting of “ODV”.
    Door het afwaarderen van uw pensioen verdwijnt het verschil tussen de fiscale en de reële waarde.
    Door de omzetting een in Oudedagsverplichting veranderd de aard van de oudedagsvoorziening. De hoogte van uw oudedagsuitkering wordt afhankelijk van de berekende omvang van de voorziening en van de rentestand in plaats van dienstjaren en salaris.

    Als u kiest voor deze optie, zal deze Oudedagsverplichting vervolgens tot aan uw pensioendatum groeien met een nader voor te schrijven rente. Op pensioendatum wordt de aldus opgebouwde Oudedagsverplichting door de B.V. omgezet in een uitkering gedurende 20 jaar.

    Externe zekerstelling is overigens ook mogelijk. Dit doordat de waarde van de Oudedagsverplichting ook gebruikt mag worden voor aankoop van een lijfrente bij een verzekeraar. Terzake van deze afwaardering en omzetting is overigens geen belasting verschuldigd. Niet door uzelf en niet door de B.V. Wij denken dat deze optie interessant kan zijn omdat het pensioen van de DGA dan niet langer het doen van dividenduitkeringen door de B.V. blokkeert en ook omdat uw ‘pensioen’ voortaan in de pas loopt met het bedrag dat daarvoor gereserveerd is. Een nadeel is dat u inlevert op de hoogte van de uitkering.

  1. Uw pensioen afwaarderen en vervolgens afkopen.
    Er is ook een tijdelijke afkoopoptie opgenomen in de regeling. Omdat dit alleen mogelijk is in combinatie met de afwaardering van uw pensioenvoorziening, gaat het bij de afkoop dus om de fiscale waarde van uw pensioen (en meer precies om de fiscale waarde op 31 december 2015). Deze korting bouwt in de loop van drie jaren af. Van 34,5% korting in 2017, via 25% in 2018 naar 19,5% in 2019. Vanaf 2020 is afkoop niet meer mogelijk.

    Wij zien deze optie als interessant voor diegenen die de fiscale waarde van de pensioenvoorziening eerder –en tegen een gunstig tarief- uit de B.V. naar privé zouden willen halen en voor degenen die niet langer behoefte hebben aan een pensioenvoorziening in eigen beheer.
    Nadeel is dat over het aldus ontstane spaarsaldo, in principe inkomstenbelasting (in Box III) verschuldigd zal zijn.

Conclusie

De regeling biedt oplossingen voor enkele grote problemen van de huidige regelingen voor pensioen in eigen beheer, maar eist wel dat er in 2017 een keuze gemaakt wordt uit de drie hiervoor geschetste opties.

De grote belangen en complexe wetgeving maken dat daarbij moeilijk een algemene richtlijn gegeven kan worden. Uw keuze dient individuele bepaald te worden en wij zullen u daar dan graag bij helpen.

 

Heeft u nu al vragen over uw pensioen, neem gerust contact op met uw relatiebeheerder of met Eric van rve telefoonnummer 013-5340001.

 

foto-blog-eric

 

 

Eindelijk een eigen pensioenpot voor de DGA?

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Eigen pensioenpotten?

Een persoonlijk pensioenvermogen en een leeftijdsafhankelijk beleggingsbeleid zijn noodzakelijke bouwstenen om te komen tot een duurzaam stelsel. Dit voorkomt discussie tussen generaties over wie recht heeft op welk deel van het pensioenvermogen en vermijdt het doorschuiven van tekorten naar toekomstige generaties. Het verkleint bovendien de kans op kortingen voor ouderen en geeft jongeren uitzicht op een hoger verwacht pensioen.”

Dit is de stelling waarmee De Nederlandse Bank zich vandaag (21 juni 2016) mengt in de pensioendiscussie. Dit DNBulletin ziet op pensioenfondsen en niet op het pensioen in eigen beheer van de directeur grootaandeelhouder, maar het sluit op hoofdlijnen wel aan bij de oplossing die de staatssecretaris ziet voor de oplossing van diens pensioenproblematiek.

Dat zou toeval kunnen zijn, maar lijkt meer blijk te geven van een wijziging in het denken over pensioenen. Vanaf de invoering van de AOW nu zestig jaar geleden, zit de communiteitsgedachte verweven in het pensioenstelsel: pensioenen doe je samen, niet alleen. En nu lijkt men daarvan afscheid te willen nemen. Zeer voorzichtig voor werknemers (want het arbeidsongeschiktheids-pensioen, het nabestaandenpensioen en de pensioenuitvoering zouden nog steeds via het pensioenfonds geregeld moeten worden). Maar sneller voor de directeur groot aandeelhouder, want zonder die beperkingen.

Voor de directeur groot aandeelhouder zou dit nieuwe denken een prima oplossing kunnen bieden voor de bestaande problemen in de pensioenregelingen (voornamelijk de immer complexere regelgeving en de verschillende waarderingsmethoden voor de fiscale en de commerciële balans) en in ieder geval meer vrijheid om zelf te beslissen over zijn oudedag.

Hoe de pensioenwetgeving voor de directeur grootaandeelhouder er uiteindelijk zal uitzien is nog lang niet zeker. Maar de gedachte aan pensioen als een individueel element past zeker in deze tijd en wordt door ons dan ook van harte verwelkomd.

Vragen over uw pensioen, neem contact op met Eric van Erve (T 013-5340001).

 

Pensioen

Pensioen voor 2015

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

1. Inleiding.
In dit blog een korte historie van de problemen met de pensioenen, de wijzigingen op pensioenvlak voor 2015 en de relatie tussen beide.

2. Problemen.
Pensioenen hebben momenteel de aandacht. Zo wordt in het nieuws regelmatig aandacht besteedt aan de oplopende premies, het vervallen van indexatie en het korten op lopende uitkeringen en ook aan de aanleiding daarvoor zoals de toenemende levensduur, de tekortschietende beleggingsrendementen en –specifiek voor de AOW– de scheefgroei tussen pensioenontvangers en premiebetalers.

De scheefgroei in verhouding tussen enerzijds het aantal premiebetalers en anderzijds het aantal gerechtigden tot een AOW-uitkering leidt tot problemen.

De AOW hanteert een omslagsysteem: de inleg van degenen die actief zijn, wordt gebruikt om de lopende uitkeringen te voldoen. Er wordt dus niet gespaard. De achilleshiel van een omslagsysteem is echter dat het alleen goed werkt zolang de premieopbrengst voor de overheid “automatisch” meestijgt met de uitgaven aan AOW-uitkeringen. Als er echter een daling is van het aantal premiebetalers, moet de premie omhoog. Hetzelfde geldt als de salarissen dalen, omdat ook daardoor de premiegrondslag afneemt.

De negatieve economische effecten van vergrijzing en werkloosheid leiden nu dan ook tot een stijging van de AOW-premie. Om die premiestijging voor de werkenden deels te voorkomen, worden de AOW-uitkeringen sinds 2001 mede uit de algemene middelen gefinancierd. Uit de belastingopbrengsten dus. AOW-ers betalen daarom via de belasting zelf mee aan hun uitkering en actieven betalen dubbel: premie en belasting.

Het gat tussen premie-inkomsten en AOW-uitkeringen is inmiddels echter zo groot dat er ingrijpende maatregelen genomen werden: de ingangsdatum van de AOW uitkeringen is verschoven van 65 jaar naar 67 jaar.

Hier zijn het de tegenvallende beleggingsrendementen van de pensioenfondsen die zorgen voor stijgende premies in combinatie met dalende uitkeringen.

3. Wijzigingen 2015.
Per 1 januari 2015 zijn de volgende wijzigingen aangekondigd in de pensioenwetgeving:

  • Het pensioengevend salaris wordt gemaximeerd op € 100.000.
  • De hoogte van de AOW franchise wordt aangepast:
    – van 100/70 naar 700/75 voor middelloonregelingen (voordelig)
    – van 100/70 naar 100/66,28 voor eindloonregelingen (nadelig).
  • De opbouwpercentages gaan omlaag:
    – van 2,150% naar 1,875% per jaar voor middelloonpensioenen
    – van 1,900% naar 1,657% voor eindloonpensioenen
    (voor een pensioen van 70% van het eindloon dient voortaan dus 42 jaar gereserveerd te worden, 7 jaar langer dan tot en met 2013 nodig was).

4. Conclusie.
De aanpassingen in de pensioenwetgeving hebben niets te maken met de problemen die er op pensioengebied bestaan. Het doel is het genereren van belastingopbrengst door het beperken van de mogelijkheden van premieaftrek.

Sterker nog, het beperken van de grondslag voor fiscaal gefacilieerde ouderdags-voorzieningen tot maximaal € 100.000 kon in de toekomst wel eens extra problemen opleveren. Zij het voor een beperkte groep werknemers/ondernemers.

5. Doen!
De aanpassing van de opbouwpercentages, van de AOW-franchise en de invoering van een maximumgrondslag maakt het nodig de pensioenbrieven –alweer– aan te passen.

Voor 1 januari 2015 moeten uw pensioentoezeggingen op orde zijn.

Bent u directeur-grootaandeelhouder van uw eigen B.V., dan is het aanpassen een formaliteit. Wel een formaliteit waaraan tijdig voldaan moet worden overigens.

Heeft u personeel waarvoor pensioenopbouw plaatsheeft, dan is de vereiste pensioenaanpassing tevens een wijziging van de arbeidsvoorwaarden. Overleg met uw medewerkers is daarom nodig en mogelijk is zelfs hun toestemming vereist.

Gezien de fiscale boete die kan volgen als dit op 1 januari niet geregeld is, alle reden dus om op korte termijn met uw medewerkers in overleg te treden.

Mocht u naar aanleiding hiervan nog vragen hebben of nadere informatie wensen, dan zullen wij u graag van dienst zijn.

LDE Accountants
Mr. E.P. van Erve
fiscalist

Wie het onderste uit de kan wil….

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Achtergrond.
Voor een directeur-grootaandeelhouder (“DGA”) wordt het pensioen vaak in eigen beheer opgebouwd. Een pensioen bij de eigen B.V. heeft vele voordelen, maar ook enkele nadelen. Zo zijn op de eigen B.V. fiscale regels van toepassing die de hoogte van het toe te kennen pensioen beperken. Dat werkt door in de omvang van de pensioenvoorziening en dus in de hoogte van de aftrekbare premies.

Oplossing.
Een B.V., die schijnbaar ruim in haar liquide middelen zat, besloot een pensioenstichting op te richten die geen last zou hebben van die fiscale beperkingen. Om dat te bereiken moest de pensioenstichting vallen onder het regime van de Pensioen en Spaarfondsenwet. Dit is een zeer strikt regime voor echte pensioenfondsen.

Als dat lukte, kon een beter pensioen toegezegd worden aan de DGA en een beter pensioen leidt ook tot een hogere voorziening. In dit geval was er bij de eigen B.V. circa € 1.300.000 gereserveerd terwijl de pensioenstichting een koopsom van ruim € 2.000.000 ontving. Het verschil van € 700.000 wenste de B.V. van haar winst af te trekken.

Daarmee resteerde nog maar een probleem: wat te doen met de koopsom als de DGA voortijdig overlijdt? Anders dan een B.V. mag een stichting dat geld niet als dividend uitkeren aan zijn nabestaanden. Daarom werd gekozen om een contraverzekering af te sluiten. De dochters van de DGA betaalden € 20.000 premie aan de pensioenstichting en zouden in ruil daarvoor bij overlijden van de DGA het restant van de waarde van de polis ontvangen. Op die manier zou de koopsom altijd volledig aan de familie uitgekeerd worden: als pensioen aan de DGA of als verzekeringsuitkering naar de dochters. Een dergelijke contraverzekering is een erkend middel om belastingheffing over sterftewinst te voorkomen. Bij pensioenen in eigen beheer, maar ook bij lijfrenten en stamrechten in de eigen B.V.

Probleem!
De inspecteur had echter moeite met de gekozen opzet waarbij in feite dubbel geprofiteerd zou worden. Jammer genoeg voor de DGA kreeg hij daarbij gelijk van het Gerechtshof. Door het afsluiten van de contraverzekering heeft de nieuwe pensioenstichting namelijk gehandeld buiten de grenzen die de Pensioen en Spaarfondsenwet toestaat. Daarmee vervalt het bijzondere regime en gelden voor de nieuwe pensioenstichting dezelfde regels zoals die eerder ook golden voor de eigen BV van de DGA. De door de B.V. betaalde extra pensioenpremie van € 700.000 is dan ook niet aftrekbaar!

Alternatief.
Het ware beter geweest, hadden de dochters de contraverzekering bij een echte verzekeringsmaatschappij afgesloten. Dan was de aanvullende pensioenpremie ad
€ 700.000 wel gewoon aftrekbaar geweest.

(Uitspraak Gerechtshof ’s-Hertogenbosch d.d. 13 juni 2013, LJN-nr: CA3888)

Vragen? Uw relatiebeheerder van LDE Accountants zal u graag van dienst zijn.

Afstempelen van pensioen, vanaf 2013 wordt het mogelijk *

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Nu.
Een B.V. moet haar volledige vermogen aan wenden om de pensioenuitkeringen te voldoen en daarover loonheffing af te dragen. Ook als de waarde van de activa lager is dan de pensioenvoorziening, mag je de hoogte van het pensioen niet aanpassen. Er wordt dus geen rekening gehouden met onderdekking.

Doen DGA en B.V. dat toch, dan is er sprake van de “afkoop van pensioen”. De fiscus kan dan aanslagen opleggen van maximaal 97% van de waarde van het pensioen:
– 25% Vennootschapsbelasting over de vrijval bij de B.V.
– 52% IB (maximaal) over de waarde van de pensioenaanspraak bij de DGA
– 20% Revisierente over de waarde van de aanspraak bij de DGA.

Alleen voor de werkelijk hopeloze gevallen, als de pensioenaanspraak niet voor verwezenlijking vatbaar is, zal de fiscus meewerken aan een vrijval in de B.V. zonder dat IB en Revisierente geheven worden. De DGA verliest in dit geval echter zijn volledige pensioen en bovendien moet de fiscus er van overtuigd zijn dat:
a. er geen enkel vermogen (meer) aanwezig is voor het doen van pensioenuitkeringen,
b. deze situatie niet veroorzaakt is door onzakelijke handelingen van de DGA, en
c. de DGA het vermogen niet aan de B.V. onttrokken heeft (via dividenduitkering).
Verder is het een standaardvereiste dat de B.V. geliquideerd wordt.

De achtergrond van deze uiterst strenge regelgeving is dat de pensioenpremies bij de B.V. ten laste van de winst zijn gekomen zonder dat er bij de DGA al iets te belasten is geweest. Heffing is dus uitgesteld. Na vrijval is de fiscus haar heffingsmogelijkheid echter geheel kwijt.

Belastingplan 2013.
In het nieuwe belastingplan wordt de mogelijkheid opgenomen om het pensioen aan te passen anders ingericht. Hoewel er nog steeds haken en ogen aan de regeling kleven, is het niet langer alles of niets en kan ook de hoogte van het pensioen aangepast worden aan het in de B.V. beschikbare vermogen.

Voorwaarden:
– Dekkingsgraad pensioen < 75% fiscale voorziening – Onderdekking vanwege reële ondernemings- of beleggingsverliezen. – Geen dividenduitkering aan of rekening courantschuld van de DGA. – Verbetering dekkingsgraad => pensioen verhogen.

Voor degenen die binnenkort met pensioen gaan en voor hen die al met pensioen zijn en die te maken hebben met een onderdekking, is het aan te bevelen om te bekijken of deze nieuwe regeling een oplossing kan bieden.

Wenst u toelichting of overleg, neem dan contact op met uw relatiebeheerder van LDE Accountants B.V. of met mr. Eric van Erve van de fiscale afdeling.

* De wetgeving voor 2013 is nog in behandeling, gebaseerd op het onderhanden voorstel van wet.

Collectief pensioen voor zzp’ers

» Wist je dat wij op zoek zijn naar een nieuwe collega (assistent) accountant? Lees snel verder!

Afgelopen woensdag (6-6-2012) is er een wetsvoorstel aangekondigd wat het mogelijk moet maken voor ZZP-ers om in een collectief pensioen te stappen.

Ze kunnen zich dan aansluiten bij een premie pensioen instelling (PPI), wat nu alleen mogelijk is voor werknemers in loondienst.

Het wetsvoorstel is aangekondigd om te bereiken dat zelfstandigen hun pensioen beter gaan regelen.

Nu kunnen zelfstandigen hun pensioen alleen individueel regelen via bijvoorbeeld een verzekering of banksparen.

Deelname aan een collectieve regeling zou goedkoper moeten zijn voor de ZZP-er en zal de ZZP-er meer invloed geven over de inhoud van de pensioenregeling.

Gelukkig wordt in het voorstel de regeling niet verplicht gesteld. De ZZP-ers krijgen dus de keuze.

Nu dus even afwachten of het voorstel wordt aangenomen.